toont een selectie van alle objecten met een SLC-waarde boven Field-tree „niveau 3". De presentatie is van goede kwaliteit (niet te vol/druk of te leeg) en kan snel worden opgehaald en getoond. Dit demonstreert de mogelijkheid tot een vorm van kaartgeneralisatie met behulp van de SLC- waarden. De voor de metingen gebruikte hardware bestond uit een Sun SparcStation 10 (twee processoren, 64 Mb geheugen). De belangrijkste software was Solaris 2.4 en CA Open- Ingres 1.1/03 met OME/SOL (Object Management Ex tension/Spatial Object Library). In de test werden tien representatieve vragen gebruikt (tabel 2) en iedere recht- hoek-overlaptest in de where clause werd vertaald in een where clause met SLC-intervallen. Naast de tabel grens met 156,998 records werd ook de tabel lijnstring met 633,397 records gebruikt in de test. De tabel lijnstring bevat de topografische objecten. Beide tabellen gebruiken de OME/SOL ruimtelijke datatypes line (33) en box (en compressie). De tabel grens beslaat 66,8 Mb bij gebruik van een B-tree index structuur, de tabel lijnstring 264,8 Mb. De testen zijn gebaseerd op tellen van de aantallen objecten zonder ze echter werkelijk op te halen. Dit geeft de nauw keurigste indruk van de effectiviteit van (ruimtelijke) indexering. Als geen SLC-waarden worden gebruikt, moet het DBMS een sequentiële scan uitvoeren. Dit zal ongeacht het zoek- gebied altijd ongeveer even lang duren. Bij de SLC-index scantesten zijn de reactietijden (kolom 4 in tabel 3) pro portioneel ten opzichte van het aantal getelde objecten (kolom 5 in tabel 3): ongeveer 200 getelde objecten per seconde, tenzij het aantal getelde objecten erg laag is. Dit betekent dat de SLC-methode gecombineerd met een B- tree goed functioneert en de zoektijden reduceert van een paar honderd seconden tot enkele seconden voor relatief kleine zoekgebieden. Bij vergelijking van het aantal objec ten in het zoekgebied (kolom 3) met het aantal objecten dat wordt gevonden door de SLC-methode (kolom 5), blijkt dat hun verhouding (kolom 6) heel dicht bij de, eerder afgeleide, verwachte verhouding van 2 ligt. Tabel 2. Het effect van de SLC-methode is nog De tien sterker als het aantal objecten groter verschillende wordt. Zie daarvoor tabel 4, waarin de queries, metingen staan voor de grote tabel lijnstring. Het gebruik van vijf niveaus lijkt een heel praktische oplossing. In de huidige Kadastrale LKI-software, gebaseerd op een netwerk-DBMS en een eigen implementatie van een Field-tree voor de geometrische gege vens, is het aantal niveaus 5 en de kleinste rastergrootte 100 m. Deze Field-tree is geschikt gebleken voor de enorme hoeveelheden gegevens opge slagen in het kadastrale LKI-hoofdbe- stand. Momenteel wordt de LKI-data- base overgezet van de netwerk DBMS naar een relationele omgeving, waarbij de Field-tree wordt bijgehouden door middel van de SLC-waarden. In juli 1994 bevatte de totale LKI database ongeveer 20 000 000 lijnstring-objec- ten en 10 000 000 grens-objecten. Dit betekent dat in het veel gebruikte deel van het domein het aantal mogelijke SLC-waarden ongeveer gelijk is aan het aantal lijnstring-objecten. Niet alle SLC-waarden zullen worden gebruikt en sommige zullen meer dan eens worden gebruikt. Conclusie De nadelen van de huidige implemen tatie van SLC-waarden zijn: de SLC-benadering van een object kan heel grof zijn. Dit geldt in het bijzonder voor „lange" (niet-vier- kante) objecten. Resultaat is onno- Tabel3. dige selectie van sommige objecten Zoeken in de op grond van hun SLC-waarde; tabel grens. de parameters van de SLC-methode 250 1996-6 NGT GEODES1A Snelheidsmetingen query geen sic sic #slc_obj/ #obj sek #obj sek #slc_obj 1 691 652 15 3650 5,6 2 718 454 7 1212 2,7 3 724 2609 14 3267 1,3 4 922 1000 5 1182 1,2 5 734 682 5 952 1,4 6 712 10434 82 23458 2,2 7 655 91 4 253 2,8 8 647 3 2 72 24,0 9 647 16045 60 17924 1,1 10 660 31 3 76 2,5 query bounding box van zoekgebied oppervlakte nr. (coördinaten in RD km) (km2) 1 (150.0,490.0,160.0,500.0) 100 2 (155.0,495.0,160.0,500.0) 25 3 (170.0,525.0,175.0,530.0) 25 4 (172.0,526.0,173.0,527.0) 1 5 (172.0,526.0,172.5,526.5) 0.25 6 (180.0,520.0,190.0,525.0) 50 7 (180.0,520.0,181.0,521.0) 1 8 (180.5,520.5,181.0,521.0) 0.25 9 (175.0,500.0,180.0,505.0) 25 10 (179.0,500.0,180.0,501.0) 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 12