query
geen sic
sic
#slc_obj/
#obj
sek
#obj
sek
#slc_obj
1
2861
32623
193
51243
1,6
2
3023
12528
73
21371
1,7
3
2871
5992
39
7403
1,2
4
2973
1818
11
2247
1,2
5
3222
1132
9
1610
1,4
6
2843
21477
262
53938
2,5
7
3457
169
14
441
2,6
8
2862
11
3
80
7,3
9
2707
51497
229
62397
1,2
10
2773
304
15
575
1,9
dienen te worden ingesteld voor een Tabel 4.
specifieke toepassing, maar dit kan Zoeken in de
worden gedaan door middel van een tabel lijnstring.
geautomatiseerde gegevensanalyse;
het aantal SLC-intervallen in een
query, als gevolg van de functie
Overlap_SLC (bbox), kan erg groot
zijn. Meerdere oplossingen voor dit
probleem zijn hiervoor beschreven.
Een ander alternatief is om meer
dere losse queries uit te voeren, bij
voorbeeld één query per niveau.
De belangrijkste voordelen van de
SLC-methode zijn samengevat:
de SLC is erg compact, slechts vier
bytes zijn nodig indien integer4
wordt gebruikt. In vergelijking tot
een bbox met vier (x/y linksonder en
rechtsboven) 8 byte floating point
coördinaten is dit slechts 1/8;
de SLC kan in veel DBMSen wor
den gebruikt. Er dienen slechts een
integer4 type en een indexstructuur
(B-tree) te worden ondersteund;
de SLC kan transparant voor de
gebruiker zijn, indien de DBMS
triggers (rules) en procedures onder
steund;
de SLC zal nog efficiënter zijn, in
dien geïmplementeerd binnen de
DBMS-kernel;
de SLC resulteert in goede cluste
ring en indexering en zal daardoor
efficiënte ruimtelijke DBMS-que
ries mogelijk maken;
de SLC kan tevens worden gebruikt
voor een vorm van kaartgeneralisatie
en multi-schaal bevraging door
slechts de grofste niveaus, die enkel
grote of belangrijke objecten zullen
bevatten, op te halen;
lege SLC-rastercellen veroorzaken geen enkele overhead.
Bovendien kunnen cellen nooit te vol worden („over
flow" per cel is niet mogelijk), omdat een onbeperkt
aantal objecten dezelfde SLC-waarde mag hebben.
Bij toekomstig onderzoek zullen testen worden uitgevoerd
met andere praktijk datasets en zal worden gekeken naar
andere veelbelovende curves (ordeningen) als vervanging
van de Morton-waarde, bijvoorbeeld Hilbert- of Sier-
pinski-waarden.
Een belangrijke eigenschap van de SLC-waarden (naast
ruimtelijk zoeken) is selectie voor interactieve generalisatie:
voor een kleinschalig overzichtskaartje behoeven slechts de
grove rasters te worden gebruikt (fig. 13). Kleine, maar
toch belangrijke objecten kunnen echter op deze wijze
worden gemist, omdat ze zijn opgeslagen in één van de
fijnere rasters. De functie Compute_SLC zou daarom kun
nen worden aangepast, zodat de gebruiker een ondergrens
kan aangeven voor het fijnste raster. Op deze wijze kunnen
belangrijke objecten worden opgeslagen in een („belang
rijker") grofmazig raster, zelfs als ze op een fijner niveau
zouden passen.
Een andere verbetering is het toepassen van twee rasters
met dezelfde resolutie op ieder niveau: de schaduw raster
techniek. Het tweede raster wordt verplaatst in de x- en y-
richting met de halve grootte van een rastercel. Hierdoor
wordt een object hoogstens één niveau hoger opgeslagen
dan zijn eigen grootte (met de originele methode kan een
object maximaal drie niveaus hoger worden opgeslagen).
Dit zal het aantal ,,overloop"-objecten verminderen en het
resulteert bovendien in een betere generalisatie. Het nadeel
is dat er tweemaal zoveel SLC-intervallen benodigd zijn in
een where clause.
Spatial Location Code
A solution for efficient storage and selection of spatial
objects in large databases
This article describes the Spatial Location Code (SLC), a fast
and efficient technique for storage and selection of spatial data
in standard relational) DBMS. With one single value, both
the location and the size of an object can be recorded. Another
advantage is that geographically adjacent objects are also phy
sically stored close to each other in the same database-area.
SLC combines several strong aspects of well-known spatial
query methods (Quadtree, Field-tree and Morton-code).
Besides the theoretic development, SLC is tested in a bench
mark, using a large cadastral map-database. The results are
positive and SLC will be applied in the geographic databases
of the Netherlands Cadastre.
251
1996-6
Toekomstig onderzoek
Summary