1 Ti De verwerking van revisiegegevens is erg arbeidsintensief. Dit probleem wordt bij veel projecten vaak vooruitge schoven. Daarom is besloten de revisie tijdens het project te verwerken. Een goede afstemming van opzichtersgegevens en landmeetgegevens is hierbij zeer belangrijk. Een voor deel is dat gegevens uit twee bronnen de mogelijkheid bieden om controles uit te voeren. De revisieroutekaart, die als archiefstuk wordt bewaard, is de basis voor de toekomstige beheerkaart. Op de beheer- kaart worden latere wijzigingen in de topografie, nieuwe kabels en leidingen, enz. verwerkt (uiteraard gebeurt dat digitaal, maar in het dagelijkse spraakgebruik praten we nog steeds over routekaarten alsof ze als calques in de kast hangen). Gestuurde boring Het kruisen van grote infrastructuur, zoals rivieren, kana len en hoofdwegen, gebeurt de laatste jaren eigenlijk alleen nog met behulp van gestuurde boringen. Met name bij spoorwegen en wegen is er geen reëel alternatief, omdat af sluiting enorme problemen zou veroorzaken. Het principe van een gestuurde boring is, dat de boorkop aan een buis wordt gekoppeld. Deze buis wordt vanuit een diepe bouw put (ook wel boorkuip of persput genoemd) met vijzels vooruit gedreven, waarbij de boorkop de grond weg „vreet"; de grond wordt met water los gespoeld en via Fig. 7. Het principe van een gestuurde boring. Fig. 8. Tracé gestu u rde boring onder de Hollandsche IJssel. slangen afgevoerd. Als de buis is ^eg- geperst", wordt het volgende leiding- deel aan het eerste gekoppeld (gelast) en het geheel wordt met de vijzels op nieuw voortgeperst. Met de boorkop wordt de richting van de boring be paald. Het is uiteraard bijzonder be langrijk dat tijdens de boring die rich ting voortdurend wordt gecontro leerd; een „stukje terug" is er niet bij (fig- 7). De meest spectaculaire boring voor de 2e BAL was die onder de Hollandsche IJssel nabij Moordrecht. Deze boring was ruim 800 m lang en ging tot een diepte van 24 m onder NAP (het maaiveld ligt hier op ongeveer 1 m onder NAP); bovendien maakt het tracé nog een horizontale knik onder de rivier (fig. 8). Door z'n lengte en de grote leidingdiameter was dit een unieke gebeurtenis in Nederland. De controlemetingen vonden hier zowel door de aannemer zelf als door de Grontntij Geogroep (in opdracht van DZH) plaats. Landmeetkundig gezien ging het om metingen - op - het - theoretisch-randje. Vanaf vaste punten op het maaiveld werd in de bouwput een basis gelegd, die vanwege de beperkte ruimte in de put slechts 15 m lang was. Vanuit de basis kon uitsluitend een niet-afgeslo- ten polygoon in de geperste leiding worden gemeten, die vlak voor vol tooiing 800 m lang was. Op alle op stellingen zijn dan ook, zeer zorgvul dig, twee waarnemingen gedaan. De meetomstandigheden waren verre van ideaal: door de leidingdiameter van 1,60 m was krom lopen de norm, er lagen aan- en afvoerslangen in de lei ding en het licht viel soms uit. Omdat 1996-6 NGT GEODESIA SffiHHHBK 260

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 22