A
werden de theoretische en praktische vaardigheden van het
GPS eigen gemaakt. En aangezien de techniek snel voort
schrijdt en de mogelijkheden sindsdien alweer behoorlijk
zijn uitgebreid, zullen ze binnenkort ook nog eens op her
haling gaan.
Nu is het dan zover dat het echt kan beginnen. Eerst moet
nog wat voorwerk worden gedaan, want al heb je appa
ratuur, dan kun je er nog niet zomaar mee de straat op. Dat
wil zeggen: dat kan wel en je krijgt die ontvangers ook wel
aan het werk, maar dan ben je nog niet in staat om metin
gen te verrichten, die in RD- coördinaten moeten worden
afgeleverd. Je hebt een omrekenings- of transformatieset
nodig voor het gebied waar je aan het meten bent.
Op het
Ronald Verdoorn, Leica's vertegenwoordiger en specialist NGL-congres
op GPS-gebied, is gelukkig bereid de nodige ondersteuning werd de nieuwe
te geven bij de opzet van de transformatieset. Dat bestaat apparatuur
uit het meten van een net van vijf bekende punten (in RD- officieel
coördinaten en NAP-hoogte) in de omgeving, met centraal aangeboden.
daarin het toekomstige referentiepunt op het schooldak.
Door vereffening van die metingen worden tenslotte de
RD-coördinaten en NAP-hoogte van het nieuwe centrale
punt berekend en de transformatieset waarmee toekom
stige waarnemingen zullen worden getransformeerd naar
het RD-net. Dat gebeurt dan met behulp van het pakket
SKI (Static Kinematic Software).
Op het dak
werd de ontvanger
geïnstalleerd.
De vijf RD-punten liggen nogal een eind uit elkaar en ge
zien de vele wegomleggingen in Elengelo op die bewuste
dag kostte één en ander toch wat meer tijd dan was voor
zien. De ontvanger op het dak bleef constant waarnemen.
Op de andere punten was een waarneming van 20 minuten
voldoende. In die tijd werden 80 epochs (series) gemeten.
Het installeren van het referentiepunt en de metingen op
de eerste twee punten duurde tot de middagpauze. Voor de
volgende punten zou wat tijd worden gewonnen door de
inzet van een extra ontvanger. Er kon dan op twee punten
tegelijk worden gemeten en bovendien overlappen de waar
nemingen elkaar dan in tijd, waardoor betere vereffening
mogelijk wordt.
We rijden naar punt drie, op de kruising van een drukke
verkeersweg en een spoorlijn. Langs de weg staat een rij
flinke bomen, waardoor waarneming vanaf die kant in de
zomer uitgesloten moet worden ge
acht. Met gevaar voor eigen leven en
dat van de dure instrumenten wordt
de ontvanger opgesteld. Ronald beves
tigt het veldboek, zet de ontvanger aan
en instrueert student Robert even wat
van hem wordt verwacht: kijk, je ziet
nu al het signaal van de eerste satelliet
komen; zodra je er zes hebt, begin je te
meten. Je drukt op „measure" en dan
gaat verder alles vanzelf. Het is nu vijf
voor drie, om kwart over drie druk je
op stop (Fl). „Hij" vraagt dan: wil je
echt stoppen? Dan zeg je „Yes" (want
hij is Engels georiënteerd). Dat beves
tig je weer met Fl en dan wordt alles
weggeschreven. Dan nog even F2 in
toetsen om de missie af te sluiten en
dan doe je het veldboek helemaal uit.
Wij gaan nu op punt vier meten en
overlappen dan deze meting een mi
nuut of tien, dacht RonaldMaar de
opgebroken wegen speelden weer par
ten, zodat er van overlapping niet veel
terechtkwam.
De Hengeloërs hebben vast relaties bij
de spoorwegen, want punt vier was
ook weer vlak naast een spoorlijn gele
gen. Eén poot van het statief kon de
grond in worden gedrukt, de andere
twee rustten op een biels. Niet zo
stevig dus, maar er was toch geen
trein; die kwam pas toen de ontvanger
vijf minuten bezig wasIedereen was
toch wel opgelucht toen bleek dat de
zuigende werking van de trein het in
strument niet meenam. Het was nog
niet eens betaald.
264
1996-6
NGT GEODES1A