keurigheidswaterpassing plaats. Ook moet hier worden ge
noemd dat GIS-ondersteuning heel goed is bij beheersing
van de hoogwatersituatie in het rivierengebied.
Het zal u niet verbazen dat het aantal vacatures waarop
geodeten kunnen solliciteren, aanzienlijk toeneemt, vooral
op academisch en hbo-niveau. De vacatures bevinden zich
vooral bij gemeenten en in de particuliere sector; bij de
grote rijksdiensten wat minder omdat die in het proces
zitten van richten op de kerntaken, zo efficiënt mogelijk en
met zo min mogelijk personeel. Met het plan van het
Kadaster voor IT 2000, waarbij een kadastraal vastgoed
systeem wordt gebouwd waarin onder andere AKR en LKI
worden geïntegreerd, zal een zeer krachtig Kadaster ont
staan dat de vragen van zijn klanten zeer goed kan beant
woorden, maar waarvoor aanzienlijk minder mensen nodig
zijn dan nu. Wat vooropstaat is dat van iedere geodeet op
zijn eigen plek, of dat nu bij de overheid is of bij het
bedrijfsleven, wordt verwacht dat hij zijn klanten en zijn
markt als uitgangspunt hanteert en dat is niets bijzonders:
het geldt voor de gehele maatschappij.
Beleid
Als belangrijkste stimulans op het gebied van beleid moet
natuurlijk het Nationaal Geodetisch Plan (NGP) van
maart 1995 worden genoemd, geïnitieerd door de Neder
landse Commissie voor Geodesie (NCG). Rondom dit
plan bestaat de nodige ruis. Hierbij kunnen de volgende
aspecten worden onderscheiden. Ten eerste: velen van ons
verkeren in een onzekerheid waaraan ze tot op heden niet
waren gewend. Dan is de neiging groot om je vast te
grijpen aan een plan. Het NGP moet niet worden opgevat
als een plan in de Oostblok-betekenis van ,,dit wordt
bepaald en zo gaat het gebeuren", want zo zit onze wereld
niet in elkaar. Het plan is een schets van de positionering
van ons als professionals in de toekomst. Die positionering
is zodanig, dat wij de grootste kans op succes hebben. Het
NGP is een kwalitatieve schets waarbij de gevoelens zijn
ingebracht van een aantal mensen die een ruim overzicht
over het vakgebied hebben. Maar niemand kan in de toe
komst kijken. We moeten dus met elkaar gaandeweg goed,
zo mogelijk kwantitatief, bekijken of de ideeën nader
gepreciseerd, verder uitgewerkt oi bijgesteld dienen te
worden. Uitgangspunt daarbij moet altijd zijn: wat willen
onze afnemers van ons. Naar het idee van het bestuur van
de NVG schort er nogal wat aan de communicatie rondom
het NGP. U zult binnenkort een afschrift van de brief
krijgen, die wij aan de NCG hebben gestuurd. In deze brief
hebben wij aangegeven dat het idee om tot een NGP te
komen, erg goed is. De doelgroep van het plan bestaat uit
mensen met een eigen verantwoordelijkheid binnen de
bedrijven, instellingen en diensten waar zij werken. Het zal
dus nooit zo zijn dat iedereen dit plan als een project met
elkaar gaat uitvoeren. Ieder leest het, bekijkt het, imple
menteert het in zijn eigen situatie en kijkt welk voordeel hij
daarmee kan halen. Vanuit zo'n onderlinge verhouding is
het erg belangrijk om veel rondom dat plan te communice
ren, de ideeën uit te werken, te verfijnen en weer bij te
stellen. Nogmaals, hiervoor is goede communicatie nodig
270
en hieraan heeft het nog steeds ont
broken. Er is een studiedag geweest
met een geringe opkomst, er zijn wat
artikelen geweest waarbij naar het idee
van het bestuur van de NVG naar
voren kwam dat er sprake was van
onduidelijkheid rondom het plan en
dat er een aantal wezenlijke kritiek
punten bestond. Die kritiekpunten
waren voornamelijk gericht op de
kwantitatieve onderbouwing van het
plan en de rol van de planologisch
juridische geodesie erin. De NCG
heeft niet inhoudelijk op deze kritiek
gereageerd en wij hebben de commis
sie van harte uitgenodigd om dit als
nog te doen. Uit een gesprek met de
plaatsvervangend voorzitter van de
NCG, prof. M. Molenaar (overigens
zal binnenkort een meer uitgebreid
vervolggesprek plaatshebben), bleek
dat de commissie zich met name heeft
gericht op de implementatie van het
plan in het onderwijs. Ook bleek dat
over de acties uit het NGP in discussie
is getreden met de instellingen die op
de actielijst van het NGP voorkomen.
Tot nu toe zijn de ideeën uit het NGP
vooral tot uitdrukking gekomen in de
aanpassingen van de studieprogram
ma's in het hbo en het academisch
onderwijs. Een goed overzicht hiervan
is gegeven in NGT Geodesia 1996,
no. 3-5. Binnen de opleidingen
wordt duidelijk onderscheid gemaakt
tussen de geometristen en de geo-
informanten, dus de inwinners en
degenen die zich met verwerking, pre
sentatie en toepassingen bezighouden.
Bij de hbo-instellingen wordt veel
gewerkt in projecten, waarbij bijvoor
beeld op het gebied van gegevensin-
winning meerdere methoden worden
gecombineerd en heel duidelijk naar
de klant wordt gekeken. Ook wordt
meer aandacht gegeven aan geo-infor-
matie. Dezelfde ontwikkeling zie je bij
de TU Delft. De discussie heeft zich
toegespitst op de invulling van de leer
stoelen vastgoedinformatie en karto-
grafie, en planologische geodesie. De
eerste leerstoel wordt gecombineerd
bekleed door Van Schilfgaarde en De
Vos, de tweede is de leerstoel van
Bogaerts. Na hun emeritaat zullen er
twee leerstoelen op het gebied van
geo-informatie komen, één meer tech
nisch getint en één meer functioneel.
Ook komt er 0,4 formatieplaats
grondbeleid. Deze leerstoelen zijn
1996-6
NGT GEODESIA