ingevuld in nauwe samenwerking met
het Geodetisch Platform, waarin
vertegenwoordigd de Meetkundige
Dienst van de Rijkswaterstaat, het
Kadaster en de VNBG. Het Geode
tisch Platform heeft voor drie jaar een
subsidie beschikbaar gesteld om een
deel van deze leerstoelen in stand te
houden.
Geheel in overeenstemming met de
behoefte vanuit onze maatschappij
naar beter opgeleide mensen die kun
nen doordringen in hun denken tot de
kern van processen, is in 1994 beslo
ten om de studies aan de TU Delft
weer op vijl jaar te brengen. Dit zijn
allemaal stappen vooruit in de goede
richting om onze vakgenoten volledig
te laten voldoen aan de eisen vanuit de
opdrachtgevers. Overigens wil ik de
moeilijkheden waarmee dit gepaard
gaat aan de Faculteit der Geodesie van
de TU Delft, wat relativeren. Ik las in
NRC van 25 april 1996 een artikeltje
dat was getiteld: ,,De Delftse universi
teit is teveel een eilandenrijk". Hierin
worden conclusies van de Adviesraad
voor Technologiebeleid van de TU
Delft geciteerd uit het op 25 april
1996 verschenen rapport ,,Op weg
naar de 21e eeuw". Gesteld wordt dat
de universiteit een onsamenhangend
eilandenrijk is en dat zelfs binnen de
vakgroepen geen coherentie is. De
Delftse onsamenhangendheid vormt
de grootste belemmering om als toon
aangevende technische universiteit te
kunnen fungeren. Volgens de raad
ontbreekt het veel faculteiten aan een
helder zelfbeeld omtrent het eigen
functioneren in de samenleving. Het
gebrek aan visie zou een oorzaak zijn
van de daling van de studentenaantal
len, omdat potentiële studenten on
voldoende weten wat zij kunnen ver
wachten. Als remedie wordt door de
adviesraad gepleit voor meer samen
werking zowel in onderwijs als onder
zoek tussen de faculteiten, waarbij het
Delftse curriculum zich zou moeten
oriënteren op drie beroepsprofielen:
de ingenieur als ontwerper, als onder
zoeker of als technisch manager. De
universiteit zou zich met een aantal
technologiethema's moeten profile
ren. Genoemd worden: energie, wa
terbeheer, aard-observatie, communi
catie, informatieverwerking, optimali
sering van de industriële processen,
duurzaam bouwen en mobiliteit van personen en goederen.
De geodesie kan bij veel van deze thema's een prominente
rol vervullen. Overigens blijkt uit mijn laatste informatie
dat het aantal aanmeldingen voor studenten voor de
Faculteit der Geodesie volgend jaar ongeveer gelijk is aan
nu en de afgelopen jaren (rond de 25), maar dat het aantal
studenten aan mbo en hbo fors lijkt af te nemen.
Een andere instantie op ons vakgebied die veel doet aan
revitalisering van de geodesie, is de RAVI. De RAVI is op
velerlei gebieden actief, maar hier moeten met name
worden genoemd de activiteiten op het gebied van stan
daardisatie, clearinghouse en richting Europa. Deze hangen
uiteraard sterk samen. Standaardisatie is immers een rand
voorwaarde voor samenwerking, uitwisseling van gegevens
en gemeenschappelijk gegevensgebruik. Op het gebied van
de nationale geo-informatie infrastructuur is de RAVI
actief met de ontwikkelingen van een clearinghouse. Een
belangrijk moment was 4 december 1995. Toen werd de
overeenkomst tussen VROM en de RAVI getekend, waar
bij namens VROM staatssecretaris Tommei optrad. Als de
ideeën over het clearinghouse helderder worden, zullen de
ontwikkelingen in de praktijk een enorme impuls krijgen.
Op Europees gebied speelt de European Geographic Infor
mation Infrastructure. Momenteel wordt de rol van de
RAVI in de nieuwe stichtingsvorm geëvalueerd. Het
secretariaat van de RAVI heeft geopereerd met twee
groeperingen: overheden en particuliere bedrijven. Op dit
moment maken de overheden samen een beleidsplan en de
particuliere bedrijven een beleidsvisie. Het is het streven
van in ieder geval de bedrijven om die partijen wat meer
met elkaar samen te laten opereren in plaats van agerend en
reagerend. Hierbij is het idee om de RAVI te transformeren
naar een geoforum, een marktplaats die zijn activiteiten
meer vanuit economische zaken ontplooit en minder van
uit het ministerie van VROM.
Over de certificering is het afgelopen jaar in Nederland
helaas niet zoveel te melden, in tegenstelling tot de ontwik
kelingen elders in Europa. In Nederland is het erg moeilijk
om de benodigde financiering voor certificering op te
brengen en daarover vinden op dit moment discussies
plaats, geïnitieerd door de Stichting Geodesia.
Als laatste aspect van revitalisering vanuit beleid zou ik
willen noemen dat de nieuwe HTW in de zomer beschik
baar zal zijn en een bron zal vormen voor kwaliteitsborging
binnen het vakgebied.
Conclusies
Wat is nu de positie van de NVG in al deze zaken? Artikel
2 van de Statuten van de NVG geeft aan dat deze vereni
ging zich ten doel stelt:
bevordering van de kennis van de geodesie en de daarmee
samenhangende wetenschappen;
bevordering van de toepassing der geodesie in uitgebreide
zin;
behartiging van de algemene belangen van de leden.
271
NGT GEODESIA
1996-6