A Joint European Conference and Exhibition on Geographical Information 1996-6 KG IS □M^fM March 27-29, 1996 Palacio de Congresos, Barcelona NGT GEODESIA uniforme afspraken over gegevensde- finities en interpretaties van uitwisse lingsformaten essentieel zijn. Organi saties die willen communiceren, die nen eikaars „taal" te spreken of deze op z'n minst te verstaan. Het was dan ook even wennen om in een korte tijd een tastbaar resultaat neer te zetten. Het kost veel tijd om in te werken en elkaar te begrijpen, en niet iedereen kon voor de experimenten evenveel tijd vrijmaken. De kunst in een dergelijk project is om zo snel mogelijk overeenkomsten en belangen te vinden, waarmee kan wor den gescoord. Ook concessies doen hoort hierbij. Het vinden van verschil len in gegevensverzamelingen, kaart- afbeeldingen, databases en formaten vormt namelijk geen enkel probleem, maar juist een dergelijke aanpak zou de samenwerking al in een vroeg sta dium doen mislukken. Bij de presentatie en evaluatie van de resultaten had Baakman nog een opvallende uitspraak: „...menig werk groeplid blijkt in de praktijk geen or ganisatie te vertegenwoordigenmaar spreekt vanuit zichzelf. Daarbij gaat het vaak om theoretische en/of praktische in zichten die niet door de eigenorganisa tie worden gedragen... Veel toehoor ders knikten instemmend en de voor zitter raakte hiermee een „gevoelige snaar", een onderwerp dat naar mijn mening niet alleen binnen dit project aan de orde is. Voorlopige eindconclusie was dat veel werk is verzet en dat de experimenten een vervolg verdienen. Degene die in teresse heeft in het behaalde resultaat en/of het vervolg van de werkgroep PROGEM, kunnen zich richten tot ing. H. J. Baakman van de gemeente Ede of ir. Th. Overduin van de pro vincie Gelderland. Marc van de Ven Tweede conferentie JEC-GI te Barcelona De tweede „Joint European Conference and Exhibition on Geographic Informa tion", kortweg JEC-GI, werd dit jaar gehouden van 26 t/m 29 maart in het Palacio de Congresos in Barcelona, „de stad van Gaudi". Het JEC wordt georganiseerd door drie organisaties: AM/FM European division, EG1S en UDMS. Het biedt een uitgebreid pro gramma. De eerste dag bestaat uit di verse workshops en excursies van een halve of een hele dag. Op de overige dagen zijn er zes parallelle sessies, waar presentaties worden gegeven met een duur van 10 tot 30 minuten. Tevens is er een beurs waar verschillende bedrij ven zichzelf presenteren. Tijdens dit JEC konden weer verschil lende trends worden herkend in de wereld van de geografische informatie systemen (GIS). Een aantal van deze trends wordt hieronder behandeld. Van bestandsopbouw naar bijhouding en gecombineerd gebruik De afgelopen jaren is zeer veel tijd en geld geïnvesteerd in de opbouw van geografische bestanden, zowel karto- grafisch (in het algemeen met CAD- pakketten) als administratief. Het ein de van deze opbouwfase is in verschil lende landen in zicht. Met enige trots noemden sprekers de datum wanneer hun gehele grondgebied digitaal zal zijn. Verder wordt de opbouw in ver schillende landen uit Midden- en Oost-Europa voortvarend opgepakt met moderne technieken. Dit einde van de opbouw van bestanden heeft een aantal gevolgen. Natuurlijk wordt de bijhouding van deze bestanden zeer belangrijk. Het geïnvesteerde kapitaal gaat anders gauw verloren. Hiervoor worden nieuwe technieken ontwikkeld. Men neemt de digitale bestanden mee het terrein in en registreert daar direct de mutaties. Eenvoudige mutaties wor den zelfs direct gemeten en verwerkt. Deze applicaties maken gebruik van draagbare pes, zogenoemde note books en pencomputers. Wanneer van hetzelfde gebied zowel digitale geometrische als administra tieve informatie beschikbaar is, gaat men deze combineren. Dan spreek je eigenlijk pas echt over GIS. Allerlei analyses worden uitgevoerd en ma- nagement-informatie wordt gegene reerd en vervolgens in thematische kaarten gepresenteerd. Bestuurders nemen nu al vaak op basis van deze kaarten belangrijke (budgettaire) be slissingen. Bij deze combinatie van geometrische en administratieve gegevens moeten allerlei problemen worden opgelost, bijvoorbeeld de consistentie tussen beide gegevenstypen en de koppeling (via adressen). Daarbij is een uniforme schrijfwijze van de koppelingsgege- vens essentieel. In de praktijk blijkt dat vaak moeilijker dan werd gedacht. Moeilijk is het ook om de te ontsluiten informatie op een juiste en eenduidig interpreteerbare wijze te presenteren. Veelal zijn er nog geen beslissings regels geformuleerd, die bijvoorbeeld aangeven hoe de informatie het best kan worden gegeneraliseerd, geaggre geerd en gevisualiseerd. Heel duidelijk is geworden dat op dit terrein nog heel wat onderzoek kan worden uitge voerd. Naast de koppeling van digitale geo metrie en administratie worden ook verschillende geometrische bestanden met elkaar gecombineerd. De eerste onderzoeksactiviteiten worden ver richt om met behulp van die verschil lende digitale geometrische bestanden één kaart te genereren, die de gebrui ker wenst. Het bovenstaande geeft aan dat er veel vraag is naar digitale bestanden. De kosten en de kwaliteit van (de levering van) deze digitale bestanden staan daarom sterk in de belangstelling. Men bedenkt allerlei (uniforme) be schrijvingen van de aard en de kwali teit van de gegevens, de zogenoemde meta-informatie. Bovendien ontstaan zogenoemde „clearinghouses" digi tale loketten) geschikt voor Internet. 279

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 41