aardoppervlak wordt gemeten en geeft de dubbele afstand tussen vliegtuig en terrein weer. Het kinematische GPS plaats- en attitude-bepalingssysteem geeft de exacte locatie en stand van het vliegtuig aan en dus ook van de laser scanner. Door gebruikmaking van de stand van de laserscanner, de afstand tot de bodem en de hoek van de scan- spiegel kan de terreinhoogte worden bepaald. De laserscan-techniek kan de arbeids intensieve conventionele methoden van hoogtemeting van terreinen zoals waterpassingen en fotogrammetrische hoogtekarteringen vervangen. Laser- scanning staat de laatste tijd dan ook sterk in de belangstelling bij de diverse gebruikers van geo-informatiesyste- men. Dit laserscanning-symposium bij Hansa Luftbild was dan ook druk bezocht. De deelnemers werden aan de hand van een aantal testprojecten en hun resultaten, met name in de Schwabischen Alpen van Nieder- Sachsen en het laserscanning-project van de Nederlandse kust van de Rijks waterstaat, geïnformeerd over de toe passingsmogelijkheden. De laserscan-methode, en dat is vooral van belang voor de latere gebruikers, is niet alleen uiterst efficiënt, maar ook zeer economisch en nauwkeurig. Ze werd, in het kader van de opbouw van een digitaal terreinmodel (DTM) als onderdeel van het digitale landschaps model van Baden-Württemberg als zeer goed toepasbare methode voor de data-inwinning in bosgebieden getest. (Pilotprojecten: Mooskopf en Gam- mertingen.) Slotsom: „De kwaliteitscontrole van de met laserscanning ingemeten terrein- hoogtegegevens heeft aan de in dit kader opgestelde eisen voldaanverklaarde Helmut Hoss, afdelingschef voor fo- togrammetrie en satellietbeeldverwer king van het Landesvermessungsamt Baden-Württemberg. Dat laserscanning niet altijd het ver wachte resultaat bracht, bleek uit de voordracht van Jeroen Huising van de Meetkundige Dienst van de Rijks waterstaat te Delft. Hij presenteerde niet alleen de resultaten van de laser- scanningstest van de Nederlandse kuststrook, die in het begin teleurstel lende resultaten gaf, maar ook - en dat was het zwaartepunt van zijn presenta tie - mogelijke foutenbronnen en hoe men deze kan opsporen en uitsluiten om de gevraagde hoge precisie te be reiken. Uit Baden-Württemberg kwam ook een bijdrage van professor Friedrich Ackermann, van de vakgroep foto- grammetrie van de Universiteit Stutt gart, die over de technische aspecten en de potentiële toepassingsmogelijk heden van Airborne laserscanning sprak: Lasermetingen vanuit de lucht bieden praktisch de enige mogelijkheid om door vegetatie heen te dringen en de daaronder liggende terreinsituatie in de vorm van een digitaal terreinmodel vast te 1 De intussen verst ontwikkelde en best toepasbare methodiek voor laserscan ning wordt door de Zuidduitse firma TopScan aangeboden. Dankzij weten schappelijk onderzoek dat werd ver richt in samenwerking met de bijzon dere onderzoeksgroep 228 („Zeer nauwkeurige navigatie") van de Uni versiteit Stuttgart werden deze goede resultaten bereikt. Een veelvoud van praktische toepassingsmogelijkheden bewijst dat vandaag de dag met dit meetsysteem een technisch hoog staand produkt wordt geleverd. De ontwikkeling gaat intussen verder: Hoe kan men laserscanning in de toe komstige multi-sensor systemen integre- ing. M. R. Wijngaarde Terwijl de Ajax-supporters op 3 april 1996 een slechte avond beleefden, hielden ir. H. G. L. Dahlmans en ir. I. C. Hugen een interessante lezing over „GIS bij gemeenten" voor 74 be langstellenden. Voor de pauze vertelde ir. H. G. L. Dahlmans wat onder GIS wordt ver staan, de wijze van registratie en het belang van GIS voor de gemeente. Het belang geldt niet alleen voor de uit voerende diensten bij de gemeente, maar ook voor het management en B&W/gemeenteraad (80% van de raadsagenda is gerelateerd aan het vastgoed). De technologische ontwik kelingen die hij ziet zijn dat GIS „lichte" eisen stelt aan de gebruiker en „zware" eisen aan gegevens- en appli catiebeheer. Verder stelde hij dat de gemeente duidelijk het soort GIS moet bepalen: registratief, beheer, raadpleeg of project. Na de pauze ging ir. I. C. Hugen in op de implementatie van GIS bij de gemeente Venray. De gemeente Venray is in 1995 begonnen met het opzetten van een GIS. Om de mensen bij het verhaal te betrekken, schreef de ingestelde werkgroep geregeld een vastgoedinformatiebulletin. Als basis voor het GIS werd de kadastrale kaart aangekocht en de aangekochte GBKN-1. (alleen afbeelding van de voorgevels en de straatbelijning) werd opgewaardeerd. Aan andere gemeen ten die een GIS willen gaan imple menteren, wijst zij op de noodzaak van het inlassen van rustpauzes, het „opvoeden" van de medewerkers (in stellen van vaste dagen voor het ac tualiseren van GIS), het uitstralen van enthousiasme en het meteen door rekenen van de kosten van GIS aan de afdelingen (gebruikers). ir. J. Brinksma J. Williams. Uitgever: Wiley-Praxis, 1995, 210p., ISBN 0 471 95833 6. „Geographic Information from Space" van de hand van J. Williams, dat als ondertitel draagt: „Processing and applications of geocoded satellite images", is het vierde boek in de reeks „Wiley-Praxis series in Remote Sen sing", met als verantwoordelijke eind redacteur D. Sloggett. Kern van de reeks is milieu-monitoring, vooral ge richt op het wereldwijde eco-systeem. De integratie van remote sensing met GIS is daarbij een voornaam aspect. De doelgroep wordt niet alleen ge vormd door studenten in de geografie, remote sensing en GIS, maar ook door 281 NGT GEODESIA 1996-6 Sticht n 9 G e o d e s i a Rayonbijeenkomst Noord-Brabant/Limburg PUBLIKATIES Geographic information from space

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 43