Vooroplopen 1996-7/8 NGT GEODESIA aan is heel wat werk besteed: vervaardigen van hoogte- kaarten en schattingskaarten, en het verzamelen van alle gegevens die in een voorbereidingstijd nodig zijn. Er werk ten regelmatig een stuk of vijf meetploegen aan ruilverkave lingen in Friesland, Groningen, Drenthe en Brabant. In 1968 was de dienst al uitgegroeid tot twintig medewerkers en vanwege een meer centrale ligging verhuisden ze naar Spakenburg. De bovenverdieping van het woonhuis werd als kantoor ingericht. „De tekenkamer bevond zich op de voorslaapkamer en ik ging op zoek naar een stoel in de achterslaapkamer", schreef een nieuwe medewerker uit die tijd. Dankzij de stormachtige ontwikkelingen in de zeventiger jaren, vooral bij de gemeenten, namen de opdrachten snel toe en in 1976 kon met bijna zeventig man het tienjarig bestaan worden gevierd. Vooral in het maken van uit breidingsplannen was veel werk te vinden en de meeste gemeenten hadden daarvoor niet voldoende kennis in huis. De behoefte aan landmeetkundige kennis diende zich aan, want er ging weieens wat fout bij het ontwerpen van een blok huizen. Het is gebeurd dat er twaalf huizen moesten komen op een bepaald stuk grond, maar dat men na het elfde huis ontdekte dat de grond op was. De kaart was slecht en er was te weinig gemeten. Geo Meetdienst beschikte over de aanvullende kennis en bood die ook aan. Zo hebben we hier in de buurt voor veel gemeenten uit breidingsplannen voorbereid en uitgezet, zegt Klamer, zo- Hier is het. als voor Nijkerk, Baarn, Spakenburg, Leusden en Amers foort. Veertig procent van het werk was landmeetkundig, zestig procent was aanverwant werk, bijvoorbeeld voor ondersteuning van aannemersprojecten. Het huidige personeel is overwegend breed landmeetkun dig geschoold. Je hebt landmeetkundigen die alleen in het x- en y-vlak denken, maar hier speelt de z ook een grote rol, want er wordt veel gewaterpast. Geo Meetdienst heeft ook zelf veel mensen opgeleid of gestimuleerd vakkennis op te Gevarieerd werk op de tekenzaal. doen. Tegenwoordig nemen we veel ntbo-ers in dienst en soms hbo-ers, zegt Klamer, maar we hebben ook wel self-made mensen in dienst. Mensen met mavo zijn uitgegroeid tot vol waardig landmeter of waarnemer, zo als dat hier heet. Er waren zelfs een banketbakker en een melkboer bij. We hebben er altijd naar gestreefd voorop te lopen in de ontwikkelingen, ook toen begin jaren zeventig de auto matisering over ons heen kwam. In 1971 kochten we onze eerste elektro nische tachymeter, de eerste Zeiss Elta die in Nederland werd geleverd. In 1976 kwam de eerste automatische tekentafel (DCS). Bij de viering van ons tienjarig bestaan wilden we onze gasten de nieuwe aanwinst demonstre ren, maar de tekentafel weigerde. Een klein stukje kabel was de boosdoener. We waren ook de eersten die overgin gen op tweemansploegen, toen ande ren, zeker met de eerste tachymeters, hun ploegen juist gingen uitbreiden naar vier of zelfs vijl man. Het is een axioma voor Klamer dat je met heel goed materiaal op het werk moet komen. Het moet niet voor komen dat je 11a een half uur moet stoppen omdat je instrument kapot is, en je kunt ook niet met een auto aan komen die van armoede in elkaar valt (met klemtoon op in). Daarom zorgen wij dat de ploeg met goed materiaal op stap gaat: een moderne tachymeter en 320

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 30