In memoriam drs. J. A. Jans
De secretaris-generaal van de ISPRS, dr.
Lawrence Fritz, feliciteert de voorzitter
van de KvAG, ir. G. A. Nieuwenhuis, met
de fusie en wenst hem succes met de kandi
daatstelling voor ISPRS 2000.
gres van de International Society for
Photogrammetry and Remote Sensing
(ISPRS) in 2000. Ruim vijftig jaar ge
leden, toen prof. Schermerhorn presi
dent was van de ISPRS, werd het con
gres voor het laatst in Nederland ge
houden. De KvAG hoopt dat zij de
kans krijgt het congres in 2000 weer te
organiseren. Als thema is gekozen:
„Geo-Information for All".
Naast de wereldwijde milieuproble
men zijn in de ontwikkelingslanden
grote problemen te verwachten met de
voedselvoorziening. Voor een duur
zame ontwikkeling van de aarde zijn
actuele en betrouwbare gegevens over
landgebruik in de meest brede zin
essentieel. Aardobservatietechnieken
zullen hierbij in de volgende eeuw
zeker een rol spelen.
Door een goede samenwerking, natio
naal en internationaal, wil de KvAG
een bijdrage leveren aan de verdere
ontwikkeling van de aardobservatie en
de geo-informatica.
Reeds eerder berichtte ik dat de
OEEPE, de Europese organisatie voor
experimenteel fotogrammetrisch on
derzoek, bezig was met een strategi
sche heroriëntering. De noodzaak
daartoe was tweërlei. Enerzijds werden
er vraagtekens gezet bij de output van
de OEEPE; deze werd door sommige
deelnemers (zoals Denemarken, zij
hielden het voorlopig voor gezien) als
onvoldoende ervaren. Anderzijds werd
steeds duidelijker dat de OEEPE zich
te veel op de fotogrammetrie in enge
zin concentreerde, terwijl de grote
vraagstukken van deze tijd niet werden
beschouwd. Hier is een parallel te zien
met het Nationaal Geodetisch Plan,
dat zegt dat de geodeet zich - naast de
geometrie toch vooral dient bezig te
houden met de vraagstukken op het
gebied van de geo-informatie.
Op de laatste bijeenkomst van de
OEEPE, van 29 tot en met 31 mei
1996 te Leipzig, werd duidelijk dat de
voorgenomen koerswijziging vruchten
begint af te werpen. Dit tot genoegen
van de Nederlandse delegatie (prof.
Vosselman en ondergetekende, die
zich thuis gesteund weten door een
nationale steungroep bestaande uit
enkele experts in het vak), die sterke
druk heeft uitgeoefend op de OEEPE
om van koers te veranderen, en „er
weer iets van te maken". Dit heeft er
toe geleid dat Denemarken weer een
vertegenwoordiger zond en dat er zelfs
weer een land is toegetreden: Spanje.
Het aantal deelnemende landen is
daarmee gestegen tot veertien. Boven
dien zag de bekende Zweedse hoog
leraar prof. K. Torlegard (die eerder
ook president was van de ISPRS) het
zodanig „zitten" dat hij de nieuwe
voorzitter wilde worden van de weten
schappelijke commissie, die de scepter
zwaait over de research-projecten.
Tijdens de discussies in Leipzig bleek
dat er steun was in de OEEPE om het
onderzoek te concentreren op „data
acquisition", „data access", „data in
tegration" en „data analysis", daar
waar de OEEPE zich tot voor kort
vooral bezighield met de inwinnings-
kant van het vak. Het bureau van de
OEEPE werkt dit nu verder uit.
Wat is de stand van zaken momenteel.
Waar vroeger de OEEPE moeite had
om in enig tempo goede en bruikbare
onderzoeksresultaten te presenteren,
Op 6 juni 1996 is na een langdurig ziekbed Jan Jans over
leden. Hij werd 36 jaar. Jan Jans studeerde van 1977 tot
1981 geodesie aan de TU Delft. In die periode was hij
een actief en enthousiast Snellius-lid. Hij was onder
andere lid van de lustrumcommissie, voorzitter van de
zomerkampcommissie 1979/1980 en commissaris on
derwijs in het Snellius-bestuur 1980/1981.
In deze Delftse periode, waarop hij steeds met plezier is
blijven terugkijken, werd hem duidelijk dat het verbale
hem meer aantrok dan het technische. Al tijdens zijn
studie in Delft volgde hij een cursus journalistiek en na
het behalen van het kandidaatsexamen verruilde hij Delft
voor de kopstudie Bedrijfskunde aan de Erasmus-univer
siteit te Rotterdam. Daar behaalde hij ook zijn doctoraal
diploma. Vervolgens werd hij voorlichter bij het Eco
nomisch Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf te
Zoetermeer. In 1987 verhuisde hij naar zijn geboorte
streek en werd beleidsmedewer
ker te Assen. Niet lang daarna
vernam hij dat hij ongeneeslijk
ziek was.
Uit onze studieperiode hebben
we bijzonder goede herinne
ringen aan Jan overgehouden.
Ook daarna bleef het contact
behouden. Zijn geestdrift, daad
kracht en inzet zullen ons altijd bijblijven. De wijze
waarop hij tezamen met zijn vrouw en kinderen de on
vermijdelijke dood tegemoet is getreden, vervult ons met
diep respect. Wij wensen Anita, Sandra en Esther veel
sterkte toe bij het verwerken van het verlies van Jan.
Jacques Smeets en Tjeu Lemmens,
voorzitter en secretaris Snellius-bestuur 1980/1981
337
NGT GEODESIA
1996-7/8
OEEPE: goed op koers en
goed presterend