CltyDIsc Nederland 4 rwee tussenpunten en de weg terug. De snelste, goedkoopste of kortste route kan worden berekend. De route beschrijving geeft de tijd, kosten en af stand van de route aan met naar keuze kaartjes van knooppunten of het ge deelte van de stad waar de route door heen gaat. Inlichtingen: CityDisc Nederland, te lefoon (070) 324 05 40. Op 15 mei 1996 heeft bij het Zuive ringschap Amstel- en Gooiland te Hil versum de feestelijke kick-ofif plaats gevonden van het INTWIS-project. INTWIS, dat staat voor Integraal Wa- terschaps Informatie Systeem, wordt ontwikkeld in opdracht van zes orga nisaties, te weten: Waterschap Dol- lardzijlvest, Waterschap Noorderzijl vest, Waterschap Friesland, Hoog heemraadschap van Delfland, Hoog heemraadschap Amstel en Vecht en het Zuiveringschap Amstel- en Gooiland. Deze organisaties zullen INTWIS inzetten ter ondersteuning van de waterschapstaken, zoals water kwantiteit en waterkwaliteit. INTWIS zal op basis van het gege- vensmodel van de Unie van Water schappen en de geografische informa tiesystemen ARC/INFO en ArcView worden gebouwd. De ontwikkeling ervan is een samenwerking van Lo- gisterion Automatisering, Waterloop kundig Laboratorium CSO en Tauw Civiel en Bouw. Iedere organisatie le vert vanuit haar eigen achtergrond de voor het informatiesysteem benodigde kennis en ervaring. De verwachte oplevering van het ba sisproject zal in het voorjaar van 1997 plaatsvinden. In het najaar van 1997 is de oplevering van het deelsysteem WATIS gepland. Met andere water schappen worden gesprekken gevoerd over toekomstige deelname in het project INTWIS of aanschaf van het informatiesysteem. Op initiatief van de „Stichting Talent Support" van de Erasmus Universiteit Rotterdam zijn programma's ontwik keld in samenwerking met de TU Delft voor zomercursussen voor 65 hoogbegaafde leerlingen van het vwo. Er zijn 21 plaatsen gereserveerd voor een zomercursus aan de TU Delft over het onderwerp „Zeespiegelrijzing" die is voorbereid door de faculteiten Geo desie en Lucht- en Ruimtevaart. Op dit moment houden veel weten schappers over de gehele wereld zich bezig met zeespiegelrijzing. Ze probe ren dit fenomeen niet alleen aan te tonen, maar ook te verklaren. De ge middelde hoogte van de zeespiegel voor onze kusten is, over langere pe rioden gemeten, niet constant. Op dit moment vermoedt men dat de gemid delde hoogte van de zeespiegel toe neemt. Voor een laaggelegen land als Nederland kan dit vergaande gevolgen hebben voor de kustverdediging. Het veranderen van de hoogte van de zee spiegel is een proces dat zich afspeelt over lange perioden van tientallen tot honderden jaren. Het is daarom lastig een eventuele zeespiegelrijzing aan te tonen met behulp van metingen die verzameld zijn over een relatief korte periode van enkele jaren. Er zijn echter wel gegevens beschik baar, ook van vroegere metingen. Met behulp van een model voor de zeespie gelrijzing, waar deze metingen als in put ingaan, kan men proberen een trend over een langere periode in te schatten. Om op basis van deze schat ting iets met enige zekerheid over zee spiegelrijzing te kunnen zeggen, moet bij deze schatting worden aangegeven hoe precies die is en hoe betrouwbaar. Daarbij komt nog dat men moet pro beren de zeespiegelrijzing te onder scheiden van een eventuele bodemda ling. Mede hierom maakt men bij het meten van de hoogte van de zeespiegel niet alleen gebruik van zogenaamde peilschalen waarmee de gemiddelde waterstand aan de kust wordt geme ten, maar van een combinatie van geo detische meettechnieken. Het inhoudelijk doel van de cursus is dat de deelnemers na afloop weten en begrijpen wat zeespiegelrijzing is, hoe deze wordt gedefinieerd en hoe deze kan worden gemeten, zomede welke theoretische en praktische aspecten en problemen een rol spelen bij de mo dellering en bepaling van de zeespie gelrijzing. De decaan van de faculteit heeft bij de start van de zomercursus op 7 juli 1996 de deelnemers toegesproken. De docenten van de cursus zijn prof. dr. R. A. P. Klees, dr. ir. R. J. J. Koop, ir. F. Kenselaar en ir. R. Noomen. In Boppard (bij Koblenz) vond, te midden van prachtig bloeiende berg hellingen niet ver van de Lorelei, op 25 en 26 april 1996 een bijeenkomst plaats van de Arbeitskreis Umwelt- datenbanken (Milieugegevensbanken) van de (Duitse) Gesellschaft für Infor- matik, met als motto „Ich weiss nicht, was soil es bedeuten". De dagen waren georganiseerd door Horst Kremers, een welbespraakt geodeet die in zijn loopbaan een mutatie heeft ondergaan van „geometrist" naar „geo-infor- mant". Niets is onmogelijk! Het on derwerp was „Semiotiek van de mi lieu-informatie", en de workshop zou dus gaan over tekens en tekengebruik, een gebied van onderzoek dat, zoals bekend aan de collega die zo vriende lijk was me op de bijeenkomst te wij zen, mijn warme belangstelling heeft. Op naar Boppard dus, met een dik pak overheadsheets en hand-outs in de koffer. De eerste vier sprekers hielden zich het meest aan het thema. Seggelke plaats te dit in een systeemtheoretisch kader en confronteerde de mens als dyna misch, creatief systeem met de compu ter. Hij bleek tegen een scheiding van cognitieve en emotionele aspecten van 339 NGT GEODESIA 1996-7/8 Digitale stratengids Routeplanner met meer dan 100 000 straten en 333 stadsplattegronden De slimste plattegronden Project INTWIS van start Zomercursus voor hoogbegaafden VERSLAGEN Workshop „Semiotik der Umweltinformation"

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 49