GPS is het interessant te kijken naar netwerken bestaande
uit combinaties van GPS en waterpaswaarnemingen. Be
langrijkste probleem hierbij is dat waterpaswaarnemingen
orthometrische hoogten en GPS-waarnemingen geometri
sche hoogten leveren. Deze twee typen hoogten zijn niet
zonder meer vergelijkbaar.
Het is in principe mogelijk de strategie toe te passen voor
de bepaling van andere deformaties met andere typen
metingen. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan
bewegingen van infrastructurele werken, zoals bruggen en
dammen. Belangrijkste probleem zal in zulke gevallen zijn
de formulering van de modellen die de deformatie beschrij
ven.
epoche berekende hoogten uit het
model.
De graad van de polynoom dient te
worden verhoogd
Indien deze toets het grootste quotiënt
te zien geeft, is de conclusie dat de
daadwerkelijke zakking niet goed met
het gekozen polynoommodel kan
worden beschreven. Uitbreiding van
de polynoom met één of meer extra
graden zal een beter bij de waarnemin
gen passend model opleveren. Bij deze
toetsen wordt onderscheid gemaakt
tussen het ophogen van de graad voor
wat betreft de tijd met 1 of 2, de plaats
met 1 of 2 of zowel tijd als plaats
met 1
Fig. 9.
Alternatieve
hypothesen bij de
bepaling van
deformatie
modellen.
[1] Heus, H. M. de, P. Joosten, M. H. F. Martens en
H. M. E. Verhoef, Geodetische Deformatie Analyse:
1 D-Deformatieanalyse uit waterpasnetwerken.
LGR-publikatie no. 5, TU Delft, 1994.
[2] Heus, H. M. de, Mathematische Geodesie III, ontwerp
en kwaliteitsbeheersing van geodetische netwerken.
Collegedictaat TU Delft, 1989.
[3] Teunissen, P. J. G., Mathematische Geodesie I.
Collegedictaat TU Delft, 1990.
[4] Teunissen, P. J. G., Mathematische Geodesie II.
Collegedictaat TU Delft, 1990.
Globale toets
Indien het grootste quotiënt de glo
bale toets betreft, is dit een indicatie
voor de juistheid van het functiemo
del. Het mathematisch model wordt
verbeterd door aanpassing aan het
kansmodel.
Toekomstplannen
Praktische ervaring met de genoemde
procedures is tot nu toe alleen opge
daan met het bepalen van bodemda
ling uit waterpasnerwerken. In de toe
komst kan worden gedacht aan de in
zet van de geschetste methode voor
andersoortige deformaties. Twee voor
beelden hiervan zijn:
Met de toenemende populariteit van
Geodetic Deformation Analysis
The Faculty of Geodetic Engineering of the Delft University of
Technology started in december 1990 a three-year project
1 D-deformation analysis from levelling networks' in co
operation with the Nederlandse Aardolie Maatschappij bv
(NAM) and the Survey Department of the Rijkswaterstaat
(MD). The main objective was to develop a consistent strategy
for the estimation of kinematic deformation models out of
successive levelling networks. The strategy includes testing of
the individual networks, testing of the stability of the under
ground reference points and the derivation of polynomials
describing the deformations. The procedures have been imple
mented in a software system and successfully applied to actual
levelling data obtained from measurements in the Groningen
gasfields.
353
NGT GEODES1A
1996-9
É1
CD
O)
8
3=0
88 90 92 94 96
Tijd (jaren)
Verhoging graad 2
88 90 92 94 96
Tijd (jaren)
Globale toets
90 92 94 96
Tijd Qaren)
*0
3=0
Verhoging graad 1
88 90 92 94 96
Tijd Garen)
Breukpunt
90 92 94 96
Tijd Garen)
Andere toepassingsgebieden
Literatuur
Integratie GPS/waterpassen
Summary