A
Nu alle vlak-objecten zijn voorzien van een centroïde, kan
de inhoud van de centroïden worden gekoppeld aan de
vlak-begrenzende elementen. Dit wordt op een zodanige
manier uitgevoerd, dat herkenbaar blijft op welk vlak-
object de vlak-classificatiecodes betrekking hebben, name
lijk op het vlak links ol rechts. Als laatste stap worden de
centroïden en de hulplijnen langs de kaartrand automatisch
verwijderd (fig. 6).
Muteren van de objectgerichte GBK
Wanneer een objectgerichte grootschalige basiskaart wordt
gemuteerd, moet men naast de topografische grenzen ook
de vlak-classificatiecodes wijzigen. Deze kunnen één voor
één aan de vlak-begrenzende elementen worden opge
vraagd en daarna geactualiseerd. Het is veel efficiënter wan
neer het proces alle vlak-objecten die geheel of gedeeltelijk
binnen een van tevoren vastgelegd gebied liggen, auto
matisch voorziet van centroïden die de vlak-classificatie
codes van de vlak-objecten weergeeft. De beheerder van de
GBK kan daarna zijn mutaties uitvoeren door nieuwe geo
metrische elementen en vlak-classificatiecodes te plaatsen
en de vervallen elementen en vlak-classificatiecodes te
verwijderen. Enkele belangrijke voorwaarden zijn dat de
nieuwe geometrische elementen aansluiten op de bestaande
elementen, dat knooppunten worden gevormd waar geo
metrische elementen elkaar snijden en alle nieuwe vlak-
objecten van een centroïde zijn voorzien.
Nadat de stappen „Controle op volledigheid" en „Vlak-
classificatiecodes naar vlak-objecten" zijn uitgevoerd, be
schikt men weer over een consistente objectgerichte groot
schalige basiskaart. Ook de landmeter kan een extra bij
drage leveren aan de vervaardiging van een objectgerichte
grootschalige basiskaart. Hij kan tijdens de meting van de
nieuwe topografie in het terrein ook een punt-element in
de vlak-objecten meten, die als tekstelementen in het
metingenbestand wordt opgeslagen en de vlak-classificatie-
Fig. 7.
In de tuin is de
vlak-classificatie-
code „LEEG"
geplaatst, omdat
deze vlak-code niet
was af te leiden uit
het omringende
lijnenbeeld. Het
gebouw heeft de
vlak-classificatie-
code „GEB" in de
kleur groen
gekregen, omdat de
geometrische ele
menten, die een
onderdeel van het
gebouw zijn, niet
eenduidig waren
geclassificeerd.
code weergeeft. De beheerder van de
topografie hoeft dan in deze vlakken
geen centroïden te plaatsen.
Consistent maken
van een bestaande object
gerichte GBK
In Nijmegen is dit proces in eerste in
stantie ingezet om de bestaande groot
schalige basiskaarten met inconsisten
te vlak-classificatiecodes consistent te
maken. Zoals reeds vermeld, kan het
proces de vlak-classificatiecodes van de
vlak-objecten genereren en deze in de
vlakken plaatsen. Zijn de codes van de
geometrische elementen, die samen
het vlak-object vormen, tegenstrijdig,
dan bepaalt het proces zelf wat de
meest waarschijnlijke code moet zijn
en plaatst deze in de kleur groen. De
beheerder bepaalt of hij deze code wel
of niet accepteert. Vlak-objecten die
over geen enkele code beschikken,
worden van de tekst „LEEG" voor
zien (fig. 7).
De beheerder kan nu met behulp van
de optie „vlak-classificatiecodes plaat
sen" de juiste vlak-classificatiecodes
in de foutieve en lege vlakken zetten.
Na het uitvoeren van de stappen
„Controle op volledigheid" en „vlak-
classificatiecodes naar vlak-objecten"
beschikt men wederom over een con
sistente GBK.
Tot besluit
Na het moeizame proces dat we aan
vankelijk hebben doorgemaakt, zijn er
uiteindelijk twee zaken bereikt:
consistentie in al onze „kwaliteits
bestanden";
het mutatieproces verloopt aanzien
lijk simpeler en zal dagelijks als min
der belastend worden ervaren.
Object-oriented geometrie database
The municipality of Nijmegen started
'thinking object oriented' in 1989.
Now, seven years later, they can proudly
present their topographical object orien
ted database. Working on integral GIS,
the group Geo-Informatics Surveying
is initiating a system which can be used
in a combined geometric aitd adminis
trative environment.
360
1996-9
Van vlak-classificatiecodes naar vlak-objecten
NGT GEODESIA
Summary