A van landmeters en kaartekenaars, ge specialiseerd in de problemen van de kustverdediging". Een bezoek aan de tentoonstelling wordt van harte aanbevolen. Dr. Karl Harmsen (48) wordt met in gang van 1 november 1996 benoemd tot rector van het International Insti tute for Aerospace Survey and Earth Sciences (ITC) te Enschede en Delft. Tevens wordt hij benoemd tot pro fessor in „Environmental Systems Analysis with emphasis on the physi co-chemical components of soil-rela ted aspects". Hij is op dit moment nog werkzaam als directeur West- en Cen tral Africa van het International Crops Research Institute for the Semi-Arid Tropics (ICRISAT) in Niamey, Ni ger. Daarvoor was hij Program direc tor bij het Resource management pro gram van het ICRISAT in India. Van 1986 tot 1992 was hij directeur bij het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid in Haren (Gr.). De heer Harmsen volgt prof. dr. ir. K. J. Beek op. Professor Beek heeft zich na een periode van zestien jaar als rec tor van het ITC niet meer verkiesbaar gesteld. Wel blijft hij verbonden aan het instituut. Daarnaast is hij onlangs benoemd tot directeur van het XIX Congres van de International Society for Photogrammetry and Remote Sen sing (ISPRS), dat zal plaatsvinden in het jaar 2000 in het RAI-congrescen trum in Amsterdam. Het evenement zal samenvallen met het 50-jarig be staan van het ITC. In het kader van de Goudse Kunst estafette „De Landschapsschilder en de cartograaf' is er onder andere een expositie van kaarten van Gouda en omgeving. Deze tentoonstelling met als ondertitel „Het Landschap in Kaart" is nog tot en met 27 september 1996 te bezichtigen bij de Streekar chiefdienst Hollands Midden (Groe- neweg 30, Gouda, dinsdag t/m vrijdag 9.30 - 17.00 uur). Een publieksfolder vermeldt: „In tegenstelling tot de kun stenaar probeert de kaarttekenaar/ landmeter het landschap zo objectief mogelijk weer te geven. Kaarten zijn immers functioneel en om een bepaal de reden gemaakt. Een fraaie wand kaart in een representief vertrek dient een ander doel dan een polderkaart ot een kadastrale kaart. De oudste kaart uit het Streekarchief dateert uit 1498. Het betreft een schetskaart, waarbij de nadruk valt op de Hollandsche IJssel. Vanaf deze tijd wordt het landschap in en om de stad Gouda veelvuldig en ge varieerd weergegeven, waarbij het doel van de kaart het belangrijkste blijft". De historisch geograaf/cartograaf drs. C. W. Hesselink-Duursma verzorgde de tentoonstelling en een lezing. Zij publiceerde reeds over een deel van de tentoongestelde kaarten in NGT Geo- desia 1995 no. 3, p. 143. Namens de Topografische Dienst in troduceerde Bridgis bv in juli 1996 TOP50raster, de Topografische Kaart 1 50 000 in raster. De digitale Topo grafische Kaarten 1 25 000 en 1 250 000 in raster worden al door veel gebruikers toegepast in geografische informatiesystemen. Het aanbod van TOPraster-kaarten is door de introductie van TOP50raster compleet. Door het volledige aanbod van verschillende kaartschalen kan men nu een optimale keuze maken voor alle denkbare toepassingen. TOP50raster is evenals TOP25raster en TOP250raster georiënteerd in het Rijksdriehoekstelsel. Geheel Neder land betreft 101 kaartbladen die exact op maat zijn en naadloos aaneenslui ten. Uiteraard zijn leveringen per kaartblad mogelijk. Landmeten met GPS, nu toegankelijk voor iedereen Op 4 juni 1996 werd bij de Meet kundige Dienst (MD) te Delft een lezingenavond georganiseerd door de Stichting Geodesia met bovenstaande titel. GPS is al in grote mate ingebur gerd voor geodetisch gebruik. Buiten de landmeetkunde zal dat afhangen van een aantal belangrijke ontwikke lingen. Nieuwe toepassingen van GPS vragen om gebruiksvriendelijke, effi ciënte GPS-technieken waarbij kwali teit kan worden gewaarborgd. Met de komst van GPS Referentie Systemen lijkt het mogelijk te worden in de toe komst te kunnen voldoen aan deze vragen. Erik Haagmans startte de avond met een lezing over het op initiatief van de TU Delft, de MD en het Kadaster ontwikkelde AGRS. Voor de plaatsbe paling maken de geodeten gebruik van het RD-net voor de x- en de y-coördi- naat en het NAP-net voor de bepaling van de hoogte. De komst van GPS maakt het mogelijk om sneller en goedkoper x-, y- en z- coördinaten te meten. De huidige geometrische in frastructuur is echter niet geheel ge schikt om te meten met GPS. Nieuwe referentiestelsels (EUREF, NEREF, RD-Kernnet) zijn de laatste jaren ont wikkeld om gebruik van GPS moge lijk te maken. Deze stelsels zijn echter passief; de gebruiker moet zelf één of meerdere referentiepunten opnemen in zijn meting. Wanneer deze tijd rovende bezigheid wordt vervangen door permanent opgestelde referentie stations, kan het gebruik van GPS effi ciënter (kostenbesparend) en boven dien betrouwbaarder worden ge maakt. Zo'n infrastructuur is door MD, TU en Kadaster vorm gegeven in het Aktieve GPS Referentie Systeem (AGRS). In het verleden zijn zowel actieve als passieve GPS-referentienetwerken op gezet. De provincie Overijssel en de gemeente Apeldoorn zijn voorbeelden van passieve netwerken. Voorbeelden van actieve GPS-referentienetwerken zijn het dGPS-RDS netwerk van Geo- metius, het LNR-netwerk van LNR- Globalcom (waarover zo dadelijk meer) en het AGRS. Het AGRS is een landelijk actief netwerk, waar de refe rentiestations op grote afstand van el kaar (150 km) worden opgesteld en waarop de andere (nu nog) lokale refe rentienetwerken kunnen worden inge past. Gebruikers van het AGRS krij gen dan gegarandeerd schone en be trouwbare data. Het AGRS zal niet alleen als leverancier van de data (wel licht via Internet) optreden, maar ook de integriteit van de infrastructuur be waken. Het doel is om nog dit jaar een prototype AGRS gereed te hebben. 392 1996-9 NGT GEODESIA ITC krijgt nieuwe rector „Het Landschap in Kaart" Produktlijn TOPraster compleet VERSLAGEN Rayonbijeenkomst Stichting Geodesia te Delft

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 50