Kwaliteit van geo-informatie
Bezien vanuit internationaal gebruikersperspectief
land management, quality control, background
grondbeleid, kwaliteitsbeheersing, achtergronden
De discussie over de kwaliteit en de kwaliteits
beschrijving van geo-informatie binnen de wereld van
de geodesie, kartografie en andere ruimtelijke weten
schappen is niet nieuw. In NGT Geodesia is hierover
reeds enkele malen gepubliceerd [1]. En op nationaal en
internationaal niveau vinden hierover vele discussies
plaats, onder andere aan de hand van de verschillende
platforms die zich bezighouden met het opzetten van
een (inter)nationale geo-informatie infrastructuur.
Zo zijn op nationaal niveau bijvoor
beeld de Ravi in consortium met
verschillende (semi-)overheidsinstan-
ties en bedrijven hiermee in Neder
land bezig en internationaal natuurlijk
de FGDC (Federal Geographic Data
Committee) in de VS, maar ook de
1ATFG1 (Inter-Agency Task Force on
Geographic Information) in de Filip
pijnen, om maar eens een minder be
kend voorbeeld te noemen. Op het in
ternationale vlak zijn er samenwer
kingsverbanden en overlegorganen,
zoals EUROGI, CERCO, ISO/
TC211, Regional GIS Infrastructure
Committee for Asia and the Pacific,
elk met hun eigen achtergrond en
doelstellingen, maar wel steeds meer
samenwerkend. Kortom, het vraag
stuk van kwaliteit en kwaliteitsbe
schrijving van geo-informatie is een
internationaal thema geworden, met
belangen van zowel producenten als
gebruikers en consequenties op elk na
tionaal niveau.
Waarde en kwaliteit
Het is echter wel vrij recent dat de
meeste discussies over de kwaliteit zich
naast de (technische specificaties van)
ir. W. r. de
Vrieswerkzaam
bij het ITC,
Department
Geoinformaties,
in Enschede.
geo-informatie zelf ook meer en meer over het gebruik of
de (wensen van de) gebruikers gaan. Van der Schans [2] is
een voorbeeld binnen de geodesiewereld, die een pleidooi
houdt voor onderzoek naar het gebruik van geo-informatie
en daarmee inherent kwaliteit van geo-informatie relateert
aan de gebruiker. Ook Van de Ven [3] ziet de noodzaak tot
een betere communicatie, marketing en integrale werkwijze
om de geodeet deel te laten uitmaken van de processen
binnen de toepassingsgebieden. Intuïtief ligt deze relatie
ook voor de hand. Wat zijn immers hoge precisie en
betrouwbaarheid van oudsher de kwaliteitskenmerken
van een geodeet waard, als de informatie niet kan worden
gebruikt, niet beschikbaar of moeilijk toegankelijk, of een
voudigweg te duur is. Zeker voor zogenaamde Newly
Industrialized Countries" (NIC's) en ontwikkelingslanden
is dit een belangrijke vraag in de (institutionele) discussies
over de kwaliteitseisen van geo-informatie binnen een te
ontwikkelen geo-informatie infrastructuur.
Rhind [4] schreef in 1992 dat waarschijnlijk het belang
rijkste kenmerk van digitale geo-informatie is dat de bruik
baarheid en waarde sterk samenhangen met de expertise,
Singapore heeft sinds de tachtiger jaren het gebruik en
de verspreiding van IT zeer sterk ondersteund. Als ge
volg hiervan was Singapore eigenlijk één van de eerste
landen die een plan formuleerden voor het ontwikkelen
van een nationale informatie infrastructuur, IT2000:
„A Vision of an Intelligent Island" (maart '92), ter
ondersteuning van haar sociaal-economische beleid. Al
hoewel dit initiatief ruim anderhalf jaar eerder dan het
Clinton-Gore Nll-plan kwam en meer dan twee jaar
eerder dan vergelijkbare stappen in Europa en Japan,
wordt Singapore door de VN nog steeds als NIC be
schouwd, vooral ook omdat de sociale en institutionele
componenten niet parallel lopen met de technologische
ontwikkelingen.
411
NGT GEODESIA
1996-10
KEYWORDS
TREFWOORDEN
Nationale Informatie Infrastructuur
Programma's in NIC's: voorbeeld Singapore