NGT GEODESIA 1996-10 Botlekweg en de Theemsweg ligt een stukje van de leidingstraat open, een uniek en lastig stuk met veel bestaande leidingen; een ware uitdaging om er door te komen. Elf leidingen liggen in de lengterichting van de sleuf, enkele andere kruisen die. Ook de aftakking van een leiding naar België is net zicht baar. Door elke leiding stroomt weer ander chemisch spul en elke leiding kent ook zijn eigen samenstelling (roestvrij staal, koolstofstaai, kunst stof). Tien van deze leidingen zijn „van ons", vertelt Dirk, ze moeten naast of over andere worden gelegd, waarbij voldaan moet worden aan strenge eisen van de gemeente Rotter dam. Als de gemeente heeft aangewezen waar je mag liggen, moet je beginnen met het graven van proefsleuven op alle kruisingen met andere leidingen. Alle leidingen en kabels die daar in de grond zitten, worden blootgelegd en opge meten in x, y en z. Ze staan wel op de kaart die je van de gemeente krijgt, maar zonder hoogtematen. Zo krijg je van elke kruising een momentopname van de huidige ligging van de leidingen en van de „urgente topografie". Ook wordt van de hele strook een lengteprofiel gemeten van het maaiveld. Uit die metingen worden kaarten vervaardigd en daarin worden de nieuwe leidingen geconstrueerd. Dat zijn de „routekaarten". Door nauwkeurige metingen worden de gegevens van de routekaarten in het terrein uitgezet en als de gigantische kranen de leidingen op hun plaats heb ben gelegd, zorgen de landmeters van de aannemer en Tebodin er weer voor dat de laatste centimeters (in x, y of in hoogte) worden gecorrigeerd. De normale procedure, die bij de aan leg van een leidingenstrook begint met een discussie over het tracé, is hier niet van toepassing. Hier dus geen zwab berend elastiek. Van de gemeente krijg je een kaart waarop de bestaande lei dingen al staan en je krijgt precies op gegeven waar je de nieuwe mag leggen, vertelt Dirk. Normaliter moeten de leidingen een meter uit elkaar liggen (de dagmaat). Hier is de heilige maat veertig centimeter, anders zou het Botlekgebied te snel vol zijn. Door gaande leidingen moeten een meter dekking krijgen. Wil je daar onder door met een kruisende leiding, dan moet die 2V2 meter diep liggen. Hier is zelfs nog een derde kruising zicht baar. Nog een keer controleren. Met de kraan nog een paar centimeter verleggen. Er gebeuren ook nog andere metingen. Bij de aanvang van een project wordt door een onafhankelijk bureau een zo genaamde nulmeting gedaan, waarbij zoveel mogelijk ge gevens worden vastgemeten en situaties gefotografeerd om later eventuele verzakking of schade die door de uitvoering van het werk kan zijn ontstaan, te kunnen aantonen. Zo krioelen dagelijks vele landmeetkundigen van vele diensten in het Botlekgebied door elkaar en als je ergens een meet- prisma in het terrein ziet staan, is het moeilijk te zeggen wie daarmee bezig is. Terug in de bouwkeet laat Dirk voorbeelden van route kaarten en detailkaarten zien. De routekaart is op schaal Waar we staan, zijn juist twee kranen bezig een pas gelegd stuk nog wat op te schuiven. De landmeters van de ge meente controleren vervolgens of het allemaal op de plaats ligt die zij hebben aangegeven, maar dat hoor je pas een paar weken later als de gemeente het allemaal heeft door gerekend... En dan is de leiding inmiddels afgedekt, want het werk gaat door. En als het eens niet klopt, dan moet de hele zaak weer open en worden de leidingen verlegd, zegt Dirk. Dus de landmeters zorgen er wel voor dat ze erg nauwkeurig meten. Bovendien loopt er elke dag een land meter van de aannemer rond op het werk.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 21