De groei van Almere in (foto)beeld
VERSLAG
Verdwijnend vakmanschap
NGT GEODESIA
Toen de Rijksdienst voor de IJssel-
meerpolders (RIJP), nu directie IJssel-
meergebied van de Rijkswaterstaat
(RWS), in 1976 de eerste opdracht
voor Hansa Luftbild uitschreef om de
topografische situatie van de ruimte
waar de stad Almere zou moeten
groeien, in beeld te brengen, kon men
niet vermoeden dat dit zou uitgroeien
tot een twintigjarige relatie.
September 1996 kwam aan die relatie
echter definitief een eind, niet omdat
Almere helemaal is volgroeid, maar
omdat de afdeling Landmeetkundig
Werk inmiddels is verzelfstandigd en
met ingang van 1 januari 1997 op
houdt te bestaan.
Op 5 juni 1996 trok de tweemotorige
Cessna van Hansa Luftbild zijn laatste
rondjes boven de omgeving van Alme
re en medio september reisde de land
meetkundige RIJP-leiding naar Mün-
ster om met eigen ogen te zien hoe
Herr Nowack de laatste hand legde
aan een fotomontage die een prachtig
beeld geeft van het toch wel bijna vol
groeide grondgebied.
Hartelijk welkom op deze droeve dag,
sprak de manager van Hansa Luftbild,
Mark Wijngaarde, wat dramatisch.
De droefheid zat niet in het feit dat
Hansa Luftbild zonder werk komt nu
de mooie Almere-opdracht is beëin
digd, maar omdat hiermee tevens een
eind komt aan dit soort handmatig
montagewerk. Ook het personeel was
er wat verdrietig onder. Behalve van
een afronding is er echter ook sprake
van een twintigjarig jubileum en dus
toch ook wel reden voor blijheid.
Theo Scheele,
redacteur.
Een verdrietig
en toch blij
gezelschap.
Mark had uitgezocht dat in de opdrachtenlijst van 1976
het project Almere geboekt stond onder no. 1/4334. In
middels is opdracht 4/12146 geregistreerd. Bijna 8000 op
drachten zijn er in die twintig jaar afgewerkt, niet allemaal
voor de RIJP en de RWS uiteraard.
Doel van de opdracht was om van jaar tot jaar te be
schikken over een duidelijk fotografisch overzicht van de
ontwikkelingssituatie en tegelijkertijd een stuk geschied
schrijving te doen. Door de fotovlucht jaarlijks te herhalen,
kan de gemeente Almere (en ook Zeewolde) nu altijd
nauwkeurig terugvinden wat er in welk jaar is gebeurd, ver
klaarde ir. H. W. van der Zijpp van de vroegere RIJP. Van
de totale fotovlucht is steeds een montage op schaal
1:10 000 vervaardigd; drieëntwintig foto's van het gebied
ter grootte van 20 000 ha werden aan elkaar gemonteerd
tot een plaat van 1,80 m x 1,80 m en dat gebeurde toen
natuurlijk volledig handmatig.
Sindsdien is er wel het één en ander veranderd in de foto-
grammetrie. Mark noemde enkele voorbeelden. Het navi
geren gebeurde in die eerste jaren nog geheel ,,op zicht".
De navigator keek door zijn telescoop omlaag en vergeleek
de situatie onder hem met de kaart waarop de vliegstroken
stonden getekend. Hij moest volledig afgaan op herkenbare
punten op de grond. Dat was bij de eerste vlucht een groot
probleem, omdat er nog helemaal geen kaarten van de pol
der waren; en als er al iets van een kaart was, had je daar
niet zoveel aan want daar beneden was nog bijna niets. Het
tweede jaar ging dat al wat beter want toen gebruikte men
de fotovlucht van het vorige jaar voor oriëntatie. Sinds vier
jaar is dat probleem er helemaal niet meer omdat de navi
gatie met behulp van GPS veel eenvoudiger is geworden en
het ingebouwde systeem in het vliegtuig het toestel geheel
automatisch dirigeert naar de opnamepunten. Daardoor
worden de foto's zodanig genomen, dat ze keurig achter en
naast elkaar komen te liggen en het monteren veel een
voudiger wordt.
Ook goedkoper? Nee, duurder antwoordde Mark onmid
dellijk. Het ingebouwde navigatie- en opnamesysteem is
momenteel namelijk duurder dan het vliegtuig zelf. Som
mige dingen zijn ook wel moeilijker geworden. Het is op
dit moment bijvoorbeeld helemaal niet gemakkelijk om in
de buurt van Schiphol opnamen te maken omdat daar door
het toenemend vliegverkeer steeds meer aanvliegende ver
keersvliegtuigen worden „geparkeerd". De kleine opname
vliegtuigjes moeten dan maken dat ze wegkomen, zodat
een fotovlucht vele keren wordt onderbroken.
Het montagesysteem, zoals dat voor Almere werd toege
past, is vanaf nu ook „einde verhaal". Twintig jaar geleden
zag je hier vijf montagetafels met grote potten welriekend
beenderlijm ernaast. Daar werd druk geplakt. Aan een
handmontage van enig formaat werd al gauw een week of
zes gewerkt. Stukje voor stukje werden de foto's zo nauw-
437