De laatste spreker, ir. H. van 't Land, gaf zijn visie vanuit één van de belan genorganisaties: het Landbouwschap. De landbouw is voornamelijk grond gebonden en beslaat ruim de helft van de oppervlakte van Nederland. De omstandigheden en tradities binnen Nederland zijn zodanig dat de land bouw al van oudsher te maken heeft met vele wetten en regels voor de be drijfsvoering. Ook voor de ontwikke ling van het landelijk gebied bestaan veel nota's en plannen, onder andere NMP+, 3e WHH, NBP, SNLB, VI- NEX. Dat de inhoud van deze nota's beleidsmatig op elkaar zijn afgestemd, is een veronderstelling die niet altijd juist blijkt te zijn. Alle nota's bevatten echter wel informatie en elementen die van belang zijn. Ook in Het Groene Hart is het ruim telijke ordeningsproces van funda menteel belang om een goede afwe ging te krijgen tussen landbouw en het overig grondgebruik, en de aspecten natuur en recreatie. Volgens Van 't Land heeft de landbouw zeker toe komst in het gebied, maar is het daar bij wel essentieel dat er goed ingerich te bedrijven zijn, die in staat zijn om duurzaam te produceren en een bij drage te leveren aan de andere functies in het gebied. De hiervoor noodzake lijke functieverandering en het func- tiebehoud zijn noodzakelijk om het gebied ook groen en duurzaam te hou den. De geodeet kan in dit alles een rol spelen als intermediair tussen de ab stracte gegevens en de maatschappelij ke context. Als generalist met specifie ke deskundigheid (het omgaan met in formatie) kan hij optreden tussen de ontwerpers/inrichters en de belangen groeperingen. René van Noord ELIS '96 Het vijfde Seminar on European Land Information SystemsELIS '96, werd dit jaar van 19 t/m 22 juni in War schau gehouden. In het seminar werd door vierenveertig deelnemers geparti cipeerd, afkomstig uit Australië, Bul garije, Denemarken, Engeland, Frank rijk, Polen, Nederland, Roemenië, Rusland, Slovenië, Slowakije en de Oekraïne. De organisatie berustte bij: Faculteit der Geodesie van de TU Delft (EUROLIS coördinator); Faculteit der Geodesie en Kartogra- fie van de TU Warschau; Poolse Vereniging voor Ruimtelijke Informatie (PASl). Het programma van ELIS '96 werd gedeeltelijk gecombineerd met het zes de congres van PASI. Op 19 juni be stond het programma dan ook uit gemeenschappelijke PASI-EUROLIS sessies op het terrein van: strategie en standaards; vastgoedinformatieprojecten in Cen traal- en Oost-Europa. In de sessie Strategie en Standaards nam Peter Dale, hoogleraar aan het University College London en presi dent van de FIG, het voortouw. Hij stelde in zijn voordracht Agenda 21, de milieu-agenda voor de 21e eeuw, centraal. Naar verwachting zal deze agenda op basis van de uitkomsten van de HABITAT Il-conferentie in Istan- boel dit voorjaar worden aangepast. Aangezien in Agenda 21 ook het be lang van de ontwikkeling van vast goedinformatiesystemen wordt bena drukt, adviseerde spreker de EURO- LIS-leden hiervan gebruik te maken. Vervolgens ging Theo Bogaerts, hoogleraar Vastgoedinformatie en Kartografie aan de Faculteit der Geo desie van de TU Delft, in op de evolu tie van de vastgoedinformatiesystemen in Centraal- en Oost-Europa. Een ver gelijking werd getrokken tussen de ontwikkelingen in Hongarije en Po len. Jerzy Gazdzicki, EUROLIS-coördina- tor en PASI-president, stond stil bij de kadastrale problemen in Polen. Hij benadrukte dat een fundamentele her ziening van het kadastrale systeem in Polen noodzakelijk is om de bestaande behoeften te bevredigen en een goede basis te creëren voor de ontwikkeling van LIS/GIS in de 21e eeuw. Het is de bedoeling dat er een Rijksdienst voor Kadaster, Geodesie en Kartografie wordt opgezet. Ook zal de herziening van het taxatiestelsel, inclusief de in voering van een nieuwe onroerend- goedbelasting van cruciale betekenis zijn. Karei Weiter, manager Internationale Consultancy bij het Nederlandse Ka daster, ging in op de resultaten van het Kadaster als onafhankelijke organisa tie. Aan de orde kwamen de publieke verantwoordelijkheden, de wettelijk geregelde taken, de ontwikkelingen op het terrein van de vastgoedinformatie, de commerciële activiteiten en de fi nanciële positie. Henri Aalders van de Faculteit der Geodesie van de TU Delft en tevens hoogleraar aan de Faculteit der Toe gepaste Wetenschappen van de Katho lieke Universiteit Leuven, benadrukte het belang van internationale samen werking op het terrein van de stan daardisatie. Ook Wojchech Pachelski van het Geodetisch en Kartografisch Instituut in Warschau benadrukte het belang van de standaardisatie. In zijn voor dracht ging hij in op de methodologi sche aspecten van ruimtelijke gege vens. Benadrukt werd dat het concep tueel modelleren en beschrijven van deze gegevens van het grootste belang is om tot een consistente, gecoördi neerde, geharmoniseerde en systemati sche ontwikkeling van GIS in Polen te komen. Bij Rados Sumrada van de Universi teit van Ljubljana (Slovenië) stond de kwaliteit van ruimtelijke gegevens cen traal. De beschreven kwaliteitspara meters worden conceptueel gedefi nieerd in de context van het integrale rapport over gegevenskwaliteit, dat normaliter verplicht onderdeel uit maakt van standaards met betrekking tot de uitwisseling van ruimtelijke ge gevens. In de sessie over Vastgoedinformatie projecten in Centraal- en Oost-Europa belichtte Juray Valis van het Geode tisch en Kartografisch Research Insti tuut in Bratislava (Slowakije) de resul taten van de in het kader van PHARE uitgevoerde projecten ter verbetering van de vastgoedinformatievoorziening in Slowakije. 445 NGT GEODESIA 1996-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 47