duidigheden. Hierbij komen de eerder
genoemde snelle algoritmen goed van
pas.
Het bereik van de real time dataver-
bindingen is beperkt door de vereiste
hoge transmissiesnelheid en de toege
stane zendvermogens. In de praktijk is
een afstand tot de referentie-ontvanger
van 5 tot 10 km haalbaar [8], Bij de
verwerking van de metingen achteraf
(waarbij de metingen van het referen
tiestation niet worden overgezonden)
kan de afstand tot de referentie-ont
vanger groter zijn. In dat geval is de af
stand tot de referentie-ontvanger be
perkt tot 10 a 15 km. Voor dergelijke
afstanden kunnen nog basislijnen wor
den berekend met korte meettijden
van één tot enkele minuten.
De vuistregels voor de kwaliteitscon
trole in de HTW gelden ook voor het
gebruik van referentiestations. Het ge
bruik van een enkel referentiestation
garandeert nog geen goede aansluiting
bij een grondslag of het waarborgen
van de nabijheidsrelaties bij de detail
meting. Dit wordt vaak over het hoofd
gezien. Bij meetopzetten met één re
ferentiestation moet daarom extra
zorg worden besteed aan het waarbor
gen van de betrouwbaarheid. Bij het
uitvallen van het referentiestation
gaan alle metingen verloren. Voor
grondslagmetingen moet een tweede
maal onafhankelijk worden opgesteld
Fig. 5.
Plaatsbepaling
met een AGRS.
op het grondslagpunt. De aansluiting is pas gecontroleerd
als wordt aangesloten aan meerdere aansluitingspunten
(ook als gebruik wordt gemaakt van gepubliceerde transfor
matieparameters). Bij de detailmeting is het waarborgen
van de betrouwbaarheid in veel gevallen van minder be
lang. Er moet wel voor worden gezorgd dat de nabijheids
relaties worden gehandhaafd door bij de detailmeting pun
ten van de bestaande kaart aan te meten.
Tussen twee opstelpunten wordt doorgaans een basislijn
berekend. Als met meer dan twee ontvangers (inclusief
eventuele referentiestations) gelijktijdig wordt gemeten,
kunnen in beginsel de metingen van alle opstelpunten tege
lijk worden verwerkt. Er is dan sprake van een netwerkop
lossing. Hierbij worden geen basislijnen berekend, maar
coördinaatverschillen tussen alle betrokken punten. Bij een
netwerkoplossing zijn korte meettijden te realiseren door
de metingen van alle ontvangers die op eenzelfde tijdstip
hebben gemeten, in één keer te verwerken. Hierdoor
kunnen ook voor afstanden groter dan 15 km de fase-meer
duidigheden worden berekend. Door gebruik te maken van
alle metingen op één tijdstip, resulteren de netwerkop
lossingen in een betere betrouwbaarheid dan de basislijn
oplossingen. De modellering en de berekeningen zijn
echter ingewikkeld en vereisen speciale programmatuur.
Deze wordt op het moment ontwikkeld aan de TU Delft.
Naast de lokale actieve referentiestations wordt momenteel
ook een actief GPS- referen tie«e/zm"£ opgezet. Dit is het
zogenaamde AGRS (Actief GPS Referentie Systeem) [3].
Het AGRS is een netwerk van vijf referentiestations ver
spreid door Nederland. Vooralsnog wordt het AGRS inge
zet voor het onderhoud van de nationale referentiestelsels
(RD en NAP) en grote projecten zoals de 5e Nauwkeurig
heidswaterpassing. In beginsel kan het AGRS echter ook
worden ingezet voor landmeetkundige toepassingen.
In fig. 5 is de situatie geschetst voor een meting met het
AGRS (of een ander willekeurig netwerk van referentie
stations). De gebruiker verricht met zijn eigen ontvanger
metingen en krijgt real time of achteraf de beschikking over
de metingen van de referentiestations. Met al deze gegevens
kan een positie van de gebruiker worden berekend. Het
gebruik van een AGRS verschilt op een aantal punten van
de oplossing met basislijnen en een enkel referentiestation.
Ten eerste wordt gebruik gemaakt van een netwerk van
referentiestations. Door de geringe dichtheid van de
AGRS-stations is de afstand van de mobiele gebruiker tot
deze stations vrij groot, waardoor afzonderlijke basislijnen
moeilijker kunnen worden bepaald. Voor de berekening
moet een netwerkoplossing worden gebruikt. Een tweede
verschil is dat er mogelijkerwijs discrepanties optreden met
RD-punten in de buurt van het opstelpunt. Dit komt om
dat weliswaar wordt aangesloten aan meerdere bekende
punten, maar niet aan de RD-punten in de buurt van de
mobiele ontvanger (fig. 5). Naar verwachting zullen de
afwijkingen met de lokale RD-coördinaten zelden groter
zijn dan 15 cm.
NGT GEODESIA
1996-10
punten AGRS
A RD - punten
Netwerkoplossingen
AGRS
407