Realisatie prototype AGRS.NL
Het te realiseren prototype AGRS.NL kent drie bouw
stenen, namelijk de referentiestations, het rekencentrum en
de communicatie tussen rekencentrum en referentiesta
tions en tussen rekencentrum en gebruikers. Elk van deze
bouwstenen zal kort worden toegelicht. Tevens wordt de
huidige status beschreven.
Voor de realisatie van de referentiestations zijn vijf ele
menten van belang:
keuze van ontvangers;
keuze van locaties;
antenne-opstelling;
inrichting;
software voor referentiestations.
Vanwege de hoge eisen aan het systeem heeft de
AGRS.NL-projectgroep zich bij de selectie van de ont
vangers beperkt tot geodetische ontvangers. Om een maxi
male objectiviteit te kunnen waarborgen, zijn door de pro
jectgroep eisen geformuleerd waaraan de GPS-ontvangers
moeten voldoen en de criteria waarop deze worden beoor
deeld. Deze eisen en criteria zijn verzameld in een offerte-
aanvraag die naar zes aanbieders van GPS-ontvangers is
verzonden. Eisen werden gesteld aan het aantal ontvangst
kanalen (12), de te ontvangen gegevenstypen (alle moge
lijke code- en fasemetingen op LI en L2), de sampling rate
1 Hzbesturing op afstand (aanwezig) en het gebruik
van een Dome Margolin antenne (mogelijk). De geformu
leerde criteria hadden betrekking op de prijs en robuust
heid van de ontvanger, de kwaliteit van de leverancier en de
kwaliteit van de metingen. Tevens werd in de aanvraag aan
gegeven dat deze criteria werden beoordeeld aan de hand
van documentatie van de leverancier, informatie uit andere
bronnen en resultaten van testmetingen. Alle zes aanbie
ders reageerden schriftelijk op de offerte-aanvraag. Op
grond van deze reacties werden twee aanbieders afgewezen,
omdat ze op dat moment (nog) niet konden voldoen aan de
eisen. De overige ontvangers die wel voldeden aan de eisen
werden op 4, 5 en 6 oktober 1995 getest op het satelliet
station Kootwijk. Er werden vier tests uitgevoerd:
„zero-baseline" test;
korte baselijn test;
nachtmeting;
storingstest.
De verschillen tussen de ontvangers bleken slechts margi
naal. Alle geteste ontvangers bleken toepasbaar. Gelet op de
in de offerte-aanvraag geformuleerde criteria en hun volg
orde is uiteindelijk gekozen voor de TurboRogue SNR-12
RM ontvanger. De keuze van de ontvangers is in meer
detail beschreven in [4].
De keuze van de locaties heeft enige hoofdbrekens gekost.
Op basis van een (papieren) voorstudie kwam een aantal
voorkeurslocaties naar voren. Deze studie werd gevolgd
door een terreinverkenning. Bij het zoeken naar locaties
werden naast de wens geheel Nederland optimaal te be
dekken, criteria gehanteerd op de volgende gebieden:
storingen;
stabiliteit;
continuïteit;
veiligheid;
infrastructuur.
Fig. 1.
Dubbele inspectie
van een antenne
niets wordt aan bet
toeval overgelaten
Op alle locaties moesten concessies
worden gedaan, geen enkele locatie
scoort op alle terreinen 100%. Delft
zorgt voor aansluiting aan lokale en
regionale referentiesystemen en dient
tevens als proef- en ontwikkelstation.
Kootwijk (Satellietobservatorium) en
Westerbork (VLBI-station) zorgen
voor aansluiting aan andere globale
meettechnieken en aan regionale en
globale referentiesystemen. Om het
AGRS.NL een rol te laten spelen bij
monitoring van de zeespiegelrijzing/
bodemdaling, is een locatie nodig bij
een getijdestation. Zo'n locatie werd
gevonden op Terschelling. De getijde
meter ter plaatse heeft een zeer lange
historie, wat belangrijk is om trends te
kunnen herkennen. Het vijfde station
moest het gat in het zuiden opvullen,
dat overbleef na de keuze van boven
genoemde locaties. Een geschikte plek
werd na veel omzwervingen gevonden
bij het peilmeetstation Eijsden.
In Delft kan worden volstaan met een
ongeveer twee meter hoge mast op het
dak van het Geodesie-gebouw om de
antenne vrij op te stellen (fig. 1). In
Kootwijk kan de reeds voor IGS-doel-
einden gebruikte mast worden ge
bruikt. In de overige drie stations is
gekozen voor een stalen vakwerkmast.
Deze naar boven taps uitlopende vak-
werkmasten zijn niet getuid, maar
518
1996-12
NGT GEODESIA
Referentiestations