taken bij de signalering, stimulering en onderlinge af stemming van geodetisch onderzoek op de diverse ni veaus; een initiërende rol terzake van het geodetisch overleg in Nederland; een stimulerende rol bij de instandhouding en uitbrei ding van de geodetische infrastructuur in het land. De bemoeienis van de NCG met het geodetisch onderzoek (met bijzondere aandacht voor het fundamentele en strate gische) zal zich in het algemeen beperken tot de signalering, stimulering en onderlinge afstemming daarvan. Deze be perking is een noodzakelijk gevolg van het ontbreken van eigen onderzoeksvoorzieningen, zowel in personele als materiële zin, een omstandigheid overigens waarmee de NCG zich onderscheidt van de meeste andere onderzoeks instituten van de KNAW. De NCG vindt in de ontwikkelingen van de geodesie, en in de aanbevelingen in verband daarmee voortvloeiende uit het NGP, geen aanleiding te werken aan een algehele her ziening van haar structuur. Wèl meent zij dat aanpassing van die structuur gewenst is en dat de werkwijze van de NCG bijstelling behoeft. De voorgestelde NCG-organisa- tie is in fig. 1 in beeld gebracht. Bureau Dagelijk; Bestuur Commissie Taakgroepen Subcommissies Nieuw in deze organisatie zijn: de Commissie als orgaan binnen het instituut; de subcommissies en taakgroepen als uitvoerende orga nen; de Wetenschapscommissie als intern adviesorgaan. De Commissie heeft als hoofdtaken: aangeven van de richtingen voor het fundamenteel en strategisch geodetisch onderzoek in Nederland; maken van bindende afspraken over de uitvoering van onderzoek door in de Commissie vertegenwoordigde in stellingen; advisering over algemene beleidslijnen voor de geodesie in Nederland; verzorgen van internationale contacten terzake van de geodesie; verspreiding van kennis over de geodesie, zoals die onder meer voortkomt uit in Nederland verricht onderzoek. Gezien deze taakstelling zal de Commissie bestaan uit: Fig. 1. Toekomstige organisatie van de NCG. 538 verantwoordelijke leidinggevenden bij in de Commissie te vertegen woordigen geodetische praktijkin stellingen van de overheid; verantwoordelijke leidinggevenden bij te vertegenwoordigen universi taire instellingen; de voorzitters van de subcommis sies; prominente vertegenwoordigers van aanpalende wetenschapsdisciplines, op persoonlijke titel, en voorzover die disciplines niet door leden als bovenbedoeld „ambtshalve" wor den vertegenwoordigd. De benoemingstermijn van de leden van de Commissie en de vertegen woordiging van instellingen wordt vijfjaar, waarna herbenoeming of ver tegenwoordiging, wederom voor vijf jaar, mogelijk is. Een subcommissie wordt ingesteld om een bepaald deelterrein van het weten schappelijk aandachtsveld van de Commissie te behartigen. Een sub commissie heeft een structureel karak ter. Zij kan onderzoeksprojecten ini tiëren en begeleiden. Het is de bedoe ling dat de interdisciplinaire relaties, gegroepeerd naar de aandachtsvelden van de geodesie, in de subcommissies gestalte krijgen. Het werk van de sub commissies wordt minstens eenmaal per vijfjaar geëvalueerd, waarna beslo ten wordt over de voortzetting van het werk. Leden van de subcommissies worden medewerkers van de in de Commissie vertegenwoordigde instel lingen en anderen die op het werkter rein van de betreffende subcommissie deskundig te achten zijn. Een taakgroep wordt ingesteld om bin nen een gestelde termijn een specifieke taak uit te voeren. Zo zou de inmid dels ontbonden Subcommissie NGP onder het nieuwe beleid een taakgroep zijn geworden. Leden van een taak groep worden medewerkers van de in de Commissie vertegenwoordigde in stellingen en anderen die op het werk terrein van de betreffende taakgroep deskundig te achten zijn. Kenmerkend voor het nieuwe beleid van de NCG is het voorgestelde min der vrijblijvende karakter van het over leg in de Commissie en van het werk in de subcommissies en taakgroepen. 1996-12 NGT GEODES1A

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 32