ment geeft aan dat in dat werkveld de geodeet kan worden ingezet voor pro- jectontwerp en dat hij juridische en financiële verantwoordelijkheid moet kunnen dragen. Als voorbeeld ook hier weer het Nederlandse diagram (fig. 2). Het blijkt dat de Nederlandse geodetische opleidingen mensen kun nen afleveren met een academisch ni veau voor geodetische, hydrografische en topografische toepassingen, voor kadaster en landinrichting, voor inge nieursmetingen en voor projectma nagement. Geodeten zijn bovendien op hogeschool-niveau inzetbaar in di verse onderdelen van ruimtelijke orde ning en bij waardebepaling van onroe rend goed. En de zojuist afgestudeerde geodeten op middelbaar niveau heb ben ook vaardigheden op werkvelden als mijnmedngen en „planning control Voor de overige werkvelden zijn de in Nederland opgeleide geo deten niet inzetbaar. Vergelijking van de diagrammen voor de verschillende West-Europese lan den toont in veel gevallen een logische verbinding met de overeenkomstige opleidingsdiagrammen. Zo zijn de bouwtechnische en financiële accen ten van België en Italië terug te vin den, komt de ruimtelijke ordening te rug bij Nederland, Duitsland, Frank rijk en Zwitserland (maar minder bij Denemarken) en blijkt hydrografie een vakgebied te zijn waar Neder landse, Engelse en Portugese geodeten goed in zijn. Diverse keren is het ver band echter minder voor de hand lig gend. De Duitse en Zwitserse geo deten blijken over de hele linie veelal op hoger niveau inzetbaar te zijn dan je op grond van het opleidingsdiagram zou verwachten. En voor projectma nagement blijken Nederland, Italië en (in wat mindere mate) Zwitserland hoog niveau af te leveren, maar de Duitse geodeet „scoort" hier laag. Het verklaren van de verschillen tussen de landen is overigens erg moeilijk, om dat de omschrijving en de inhoud van de gehanteerde werkvelden niet altijd duidelijk zijn en ook omdat er geen di recte relatie is tussen opleidingsele menten en werkvelden: een bepaald „vak" kan in meerdere werkvelden van belang zijn. Het Allan-report is verkrijgbaar via J. C. Anneveld, p/a Fugro-lnpark Amsterdam, telefoon (020) 651 08 00. 543 5 21 20 1 19 18\ 17 Fig. 2. Diagram beroeps praktijk voor Nederland. Tenslotte Het rapport bevat heel veel informatie die ongetwijfeld met veel moeite is verkregen. Het is echter niet gemakkelijk om helder te krijgen wat nu precies de betekenis is van de diagrammen. En dat er bij het ene land wel afstudeerspe cialisaties zijn meegenomen en bij het andere niet, lijkt arbitrair. Dat neemt niet weg dat het een belangwekkend rapport is. Het gaat hier, zo schrijft Allan ook, om een ver gelijkingsmethodiek en niet om een absolute meetlat. Aan dat doel wordt zeker voldaan. Het rapport is een belangrijke bouwsteen voor de discussie over de „European Geodetic Surveyor", zeg maar de harmonisatie van de geodetische beroepskwalificaties in Europa [2] [3]. Dat de Europese eenwording ook in ons vak niet gemakkelijk zal zijn, is na lezing van het Allan- rapport wel duidelijk. [1] Allan, A. L., The education and practice of the geodetic surveyor in Western Europe. Comité de Liaison des Géomètres-Experts Européens, 1995. [2] Anneveld, J. C., European Geodetic Surveyor op komst: twee stappen vooruit, één stap achteruit. NGT Geodesia 1996 no. 2, p. 85. [3] Anneveld, J. C., Ontwikkelingen rondom de European Geodetic Surveyor. NGT Geodesia 1996 no. 9, p. 387. NGT GEODESIA 1996-12 Werkvelden in de beroepspraktijk 1 2 hydrografie 3 topografie 4 kadaster en landinrichting ingenieursmetingen 6 mijnmetingen 7 beheer natuurlijke hulpbronnen 8 ontwikkeling natuurlijke hulpb ronnen 9 beheer landelijke en recreatieve grond 10 agrarische waardebepaling 11 bosbouw 12 boerderij-inrichting 13 architectuur 14 bouwkosten-economie 15 uitbesteden en aannemen 16 contractbeheer 17 projectmanagement 18 gebouwenonderhoud 19 onroerend-goedbeheer 20 commercieel onroerend goed 21 waardebepaling 22 stadsontwikkeling 23 ruimtelijke ordening 24 inrichtingskosten 25 planning en calculatie Literatuur

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 37