fi
NGT GEODES1A
een andere kijk op datgene wat de
klant van ons vraagt en verandering
van attitude.
Zonder op de discussie expliciet te wil
len ingaan, worden hier enkele kern
vragen geformuleerd:
welke invloed heeft standaardisatie
(veelal door IT en efficiency-over-
wegingen afgedwongen) en verder
gaande (inter)nationale samenwer
king;
weet de eindgebruiker op een ver
antwoorde wijze met geometrische
kwaliteit om te gaan of heeft hij/zij
ondersteuning nodig? Zo ja, op wel
ke wijze kunnen we ondersteuning
bieden, gelet op de toenemende zelf
standigheid van de gebruiker;
de inbreng van de geodeet in speci
fieke toepassingen zoals planologie
en landinrichting is qua benodigde
capaciteit en kwaliteit niet gelijk aan
die in andere toepassingen. Wat be
tekent dit voor marktontwikkeling
en specialisatie;
door prominente IT-ontwikkelin-
gen als pencomputer en Internet ko
men veel geo-voorzieningen binnen
handgebruik van de eindgebruiker.
Wanneer zal hij/zij beslissen dat in
zet van een geodeet nodig is.
met het inrichten en onderhouden
van een geo-informatie-infrastruc-
tuur (denk onder andere aan inspan
ningen van de Ravi) is inzicht in in
formatiebehoefte van de klant van
essentieel belang. Als de ontwikke
lingen zo snel gaan, dan kunnen we
ons afvragen of de behoefte van de
klant wel zo duidelijk is vast te stel
len.
en nu verder
Zoals bleek tijdens de afsluitende bor
rel heeft de studiemiddag veel losge
maakt en zijn ideeën aangescherpt.
Belangrijk is dat de discussie rondom
dit onderwerp niet verstomt. De dis
cussie dient op elk niveau in de organi
satie en tussen organisaties te worden
gevoerd. Als we de geodesie daadwer
kelijk een nieuwe impuls willen geven,
dienen resultaten (in welke vorm dan
ook) te worden teruggekoppeld naar
de Stichting Geodesia. Uw bijdrage
wordt bijzonder op prijs gesteld.
Marc van de Ven
Themadag Objectgerichte
GBKN in Zeeland
Zonder dat er in de uitnodiging een
borrel was beloofd (die er overigens na
afloop wel was), bleek er voldoende
interesse voor dit onderwerp te leven
om op 20 november 1996 vertegen
woordigers van Rijk, gemeenten, wa
terschappen en nutsbedrijven bijeen te
brengen in het Roosevelt-studiecen-
trum in de Middelburgse abdijgebou
wen. Volgens dagvoorzitter Thijs de
Koster heette de doelstelling van deze
middag kennisverbreding rondom de
GBKN. Aangezien Zeeland op een
oor na van een volledige GBKN is
voorzien, mag dan ook een grote inte
resse voor de gebruiksmogelijkheden
van een objectgerichte GBKN worden
verondersteld. Drie deskundigen wa
ren ingehuurd om hun licht daarover
te laten schijnen: Jaap van der Veen
om uit te leggen wat ermee wordt be
doeld, waarom we het doen en hoe,
André Roelse geassisteerd door Wel
moed van Dijk, die in detail konden
uitleggen hoe er bij de Provincie Zee
land wordt geGISt, en tenslotte Frans
Pouwer die met uitgebreide en gespe
cificeerde (verkeers) meetresultaten de
deelnemers liet gissen naar de relatie
tussen verkeersveiligheid en snelheids
overtreders.
Wat is een object
Jaap van der Veen, in zijn hoeda
nigheid van directeur/secretaris van
het landelijk samenwerkingsverband
GBKN, probeerde zijn toehoorders
1996-12
eerst allemaal op dezelfde golflengte te
krijgen. Veronderstellend dat de diver
siteit in de voorkennis van zijn gehoor
even groot was als bij de GBKN zelf,
gaf hij uitleg over de reden van het on
derzoek naar standaardisatie en de
daaruit voortvloeiende wens te groeien
naar een objectgerichte GBKN.
De raamovereenkomst van 1992 en
het daaruit voortkomend onderzoek
naar de inhoud van de bestaande
GBKN's, bracht een grote diversiteit
onder andere in kwaliteit en classifica
tie aan het licht, waaruit de wens tot
verdere standaardisatie volgde. Aan
een werkgroep specificatie werd opge
dragen normen aan te geven voor in
houd, kwaliteit en uitwisselbaarheid
en wat te doen met de reeds bestaande
voorraad (die in Zeeland al ruim 80%
bedraagt). Uitleg over het begrip ob-
jectgerichtheid was op zijn plaats. Wat
is een object, vroeg Jaap, en gaf zelf het
antwoord: „Een fenomeen in de wer
kelijkheid dat onafhankelijk van ande
re fenomenen bestaat en afzonderlijk
te herkennen is". Gelukkig kwam er
nog een toelichting: een heel gebouw
of een weg of kunstwerk, dus geen
dakgoot of kant verharding.
De huidige GBKN, die is gebaseerd
op een spaghetti-structuur van losse
lijnstukken, moet worden omge
bouwd tot een gegevensstructuur die
gericht is op het volledige object. De
werkgroep stelt een stapsgewijze bena
dering voor via een tussenstation
„vlakgerichtheid", waarbij de losse
lijnstukken aan elkaar worden gere-
Opdelingsobjecten
met bebouwing
en vlakvormige
inrichtings
elementen.
n
553