A kend tot knooppunten. Schematisch toonde Van der Veen de weg van de huidige GBKN (het kaartmodel) via die eerste stap (een grofmazig terrein model vastgoed) naar het definitieve eindproduct: het objectgerichte ter reinmodel vastgoed. De basisgedachte achter het terreinmodel vastgoed is de opdeling van de wereld in opdelings objecten (terrein, weg, water, spoor baan) die samen de hele wereld afdek ken. Binnen die opgedeelde stukken wordt vervolgens een indeling ge maakt van indelingselementen-, bij het object weg de elementen berm, rij baan, fietspad. Onder de toepasselijke naam OOG (Onderzoek Objectgerichte GBKN) is onderzocht welke specificaties gewenst zijn, in welk tempo het moet, hoe de conversie van lijngericht naar object- gericht moet gebeuren en wat de voor delen zijn ten opzichte van de bestaan de methode. En natuurlijk moet ook de vraag wat het kost, worden beant woord en vooral ook: wie betaalt het? Zeker is dat de huidige lappendeken van gebruikers, nauwkeurigheid en inhoud, de kwaliteit niet ten goede komt. Daarom gaat het onderzoek naar een gefaseerde invoering van de objectgerichte GBKN versneld verder. De verkenningsfase is afgerond, er zijn proefbestanden opgebouwd en nog in 1996 zal een plan van aanpak voor het vervolg worden gepresenteerd. In 1997 zal het plan worden afgerond. Het GISsen waard Hoe het er bij de provincie Zeeland toe gaat, vertelde André Roelse, senior medewerker I&A en GIS. De toene mende vraag naar kaartgebonden in formatie, de arbeidsintensieve en over lappende bijhouding van kaartmate riaal, tijdrovende overlay-technieken alsmede nieuwe technische mogelijk heden vormden hier de aanleiding tot een GIS-opzet. Er werd een proefpro ject opgestart om de voor- en nadelen en de mogelijkheden zichtbaar te ma ken. Dat betekende aanschaf van hard- en software, opleiding van me dewerkers en dus geld. Het was niet zo moeilijk een raming van kosten te ma ken, maar de vraag wat de baten kon den zijn, was minder goed te beant woorden. Dat de kosten altijd voor de baat uit heten te gaan, was voor ma nagement en politiek niet voldoende argument om direct akkoord te gaan met invoering. Een politieke midden weg werd gevonden in een afspraak dat GIS „op termijn wat zal moeten opleveren" en alzo kon tot aanschaf van middelen tot een waarde van ruim een half miljoen gulden en beschik bare menskracht van twee a drie jaar worden overgegaan. Er volgde een organisatorische inbedding, er werden referentiebestanden (Tele-atlasbestand van wegen) aangeschaft en door digi talisering aangevuld met benodigde nadere gegevens. Er werd externe des kundigheid ingehuurd en medewer kers opgeleid. Werken met GIS is wat anders dan het gewone kartografisch werk of tekstverwerking. Opleiding van de kartografisch medewerkers is een absolute vereiste en bijscholing daarna blijft noodzaak, waarschuwde Roelse. Scholen en bijscholen dus. Inmiddels is men bij de provincie een stuk verder gekomen. Er zijn diverse kaartproducten voor het milieube leidsplan geleverd, thematische be standen opgebouwd en er is een nti- lieukarteringssysteem opgezet, koppe lingen tot stand gebracht met het we gen-informatiesysteem, voor milieu zonering en voor MER-onderzoek. Roelse benadrukte dat bij dat alles wordt uitgegaan van kleinschalig kaartmateriaal, nergens is sprake van GBKN- toepassing. Het GIS-gebruik is voornamelijk toe gespitst op kaartproducten en nog weinig voor analyses, maar zeker is dat het begrip GIS bij de provincie steeds meer ingeburgerd raakt. Veel wordt verwacht van het programma Bessy dat is gemaakt om bestemmingsplan nen van gemeenten te toetsen, en dan praat je in Zeeland over zo'n 1500 plannen. Maar die zijn op dit moment nog niet allemaal digitaal voorhanden. Er zijn nog meer wensen, zoals de na drukkelijke wens om te kunnen be schikken over een digitale luchtfoto. Maar daaraan hangt voorlopig nog een (te hoog) prijskaartje. SM-net Frans Pouwer, applicatiebeheerder bij de afdeling Verkeer en Vervoer van de Provincie Zeeland gaf onder de titel „Gissen naar snelheid" uitleg over het Zeeuwse ,,SM"-net, een afkorting die staat voor een (snelheids)meetnet van zesenveertig meetpunten waarop de snelheid wordt gemeten van alle voer tuigen die daarop passeren. Dat bete kent jaarlijks miljoenen meetgegevens waaruit conclusies kunnen worden ge trokken over de wijze waarop de Zeeu wen (en de anderen die hier rijden) zich aan de toegestane limieten plegen te houden. Pouwer deed pogingen om een groot deel van die miljoenen ge gevens aan zijn toehoorders te presen teren. Hieruit werd duidelijk dat het ongevalsrisico veel te maken heeft met de rijsnelheid; om dit te kunnen aan tonen, moet de informatie op de juiste wijze worden verzameld, verwerkt en gepresenteerd. Het WIS (wegen-infor matiesysteem) speelt daarin een grote rol. Pouwer belichtte de daarin opge nomen informatie: administratieve en technische gegevens van de weg, ver keersmaatregelen, tellingen en onge- vallengegevens, en hoe daaruit een on- gevalsrisicocijfer wordt gedestilleerd. De resultaten van de snelheidsmetin gen op de meetpunten worden gepre senteerd in staafdiagrammen die de gemiddelde snelheid tonen waarmee op die weg wordt gereden, en in cir keldiagrammen die feilloos aangeven waar men netjes rijdt en waar men de maximumsnelheid duidelijk en conti nu aan de laars pleegt te lappen. Dat is dan voor de politie erg interessant vol gens Pouwer, want daar heeft het zin om snelheidscontroles te gaan hou den. Dat kan dan wat geld opleveren, want verder zijn de kosten van het sys teem nergens aantoonbaar terug te verdienen. Wel blijkt uit de gepresen teerde diagrammen dat met name op die wegen waar vaak wordt gecontro leerd, de overschrijding van de maxi mumsnelheid drastisch vermindert. Dat betekent minder ongevallen, zo dat daaruit maatschappelijk gezien zeker veel geld wordt terugverdiend. Uit de discussie die na de drie pre sentaties volgde, bleek dat er nog de nodige vragen leven bij potentiële ge bruikers van de GBKN en een grote diversiteit aan behoefte en gebruik bij de deelnemers. De voorzitter conclu deerde hieruit dat het in ieder geval duidelijk is dat er haast moet worden gemaakt met verdere standaardisatie van de (objectgerichte) GBKN. Theo Scheele 554 1996-12 NGT GEODESIA

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1996 | | pagina 48