Het spel van de criterium covariantiematrix Wat is de kwaliteit van het controlesysteem op precisie in de HTW'96 positioning, quality control, theory puntsbepaling, kwaliteitsbeheersing, theorie Zoeken naar de oplossing van een probleem is net een spel: het is of je speelt met een onzichtbare tegenspeler. De eerste zetten zijn meestal mis, je kent het spel niet goed genoeg. Maar bij voldoende volharding komt er toch een zet die een weg opent. Zo ging het ook met de criterium-covariantiematrix, al duurde het spel jaren. Het begon met een bespreking aan het begin van de zestiger jaren met een medewerker over het berekenen van de covariantiematrix voor complexe coördinaten. Toen alle formules netjes geordend voor ons lagen, zei ik opeens dat het mogelijk moest zijn een kunstmatige covariantiematrix op te bouwen, die de onbevredigende a^-varianties en -covarianties uit de HTW'56 zou kun nen vervangen. Ik herinner mij nog de tekenen van ongeloof bij mijn mede werker, maar ik liet mij niet afschrik ken. Het spel begon. De eerste zetten waren faliekant mis, ik doorzag het spel niet voldoende. Pas toen ik de spelregels heel precies begon te formu leren en systematisch op te schrijven, kwam er licht in de duisternis. Het was een lange weg, waarvan de publi catie [3] getuigt. Gelukkig kreeg ik een medespeler in de gedaante van J. E. Alberda, die mijn aanpak maar half geloofde en ging zoeken naar andere wegen. Intussen waren wij wel veel verder ge komen. In tegenstelling tot de periode rond de HTW'56, waar snelliuspunt na snelliuspunt en veelhoek na veel hoek werden berekend, bracht de theorie van puntsbepaling met com plexe getallen een spel op zichzelf, door tijdgebrek nog steeds niet afge rond de invoering van gesloten prof. dr. ir. W. Baarda, emeritus hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft. puntsbepalingconfïguraties. Men denke hierbij aan drie- hoeksnetten met hoek- of lengteverhoudingsmeting en aan kringnetten. Het was een theorie van vormen; netwerkvor- men worden ingepast in vormen van bijvoorbeeld groepen RD-punten. De terminologie van vormelementen kwam op en bestreek een steeds groter gebied: verhoudingen van moduli van geometrische, zwaartekracht- en snelheids vectoren (lengteverhoudingen in de geometrische geodesie, zwaartekrachtverhoudingen in de fysische geodesie, snel heidsverhoudingen in de satellietgeodesie), aangevuld met hoeken. Schranking Belangrijk is dus de beschrijving van vervorming van der gelijke vormen door meetafwijkingen. Naar een woord vorming in [8] duiden we deze vervorming aan als „schran king", waarbij we ons beperken tot de geometrische geo desie en wel voorlopig tot de vlakke of tweedimensionale geodesie. Beschouw een gemeten zogenaamd „vrij" net werk, vereffend met voorwaardevergelijkingen (eerste stan daardvraagstuk). De vorm kan nu ook in coördinaten wor den beschreven door voor twee netwerkpunten kansvrije coördinaten aan te nemen (dat wil zeggen het coördinaten stelsel wordt aan deze twee punten opgehangen), kansvrij in de zin van niet-stochastisch, dus zonder kansverdeling. De vier parameters die het coördinatenstelsel bepalen, tweemaal een translatie-, eenmaal een schaal- en eenmaal een oriënteringsparameter, zijn vastgelegd door de aan name van de vier coördinaten van de genoemde twee net- werkpunten (ook basispunten of datum genoemd). Toe passing van de voortplantingswet der varianties maakt nu ook mogelijk de covariantiematrix van de coördinaatgroot heden van alle netwerkpunten te berekenen, met rang tweemaal het aantal punten minus vier. Hieruit blijkt dat bij een regelmatige netwerkvorm de afmetingen van punt en relatieve standaardellipsen toenemen met de afstand van corresponderende netwerkpunten tot de basispunten. Nu is het voor de vorm geheel onverschillig welke twee net werkpunten men als basispunten kiest. Kies twee andere 13 GEODESIA 1997-1 KEYWORDS TREFWOORDEN

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 17