echt driedimensionale satellietgeode- sie, dankzij de gebogen vorm van de aarde. Maar wellicht kan het prachtige boek van Zund [11] tot een beter in zicht bijdragen. Ezelsbrugmatrix Alle goede voornemens ten spijt duur de het zeker nog tien jaar voor een cri- teriummatrix met de genoemde eigen schappen werd gevonden [3] en dertig jaar voor een driedimensionale crite- riummatrix in theorie gereedkwam [5]. Kern van deze matrices was de co- variantiefunctie dj;, waarvoor ik een polynoom invoerde, met een uit de analyse volgende beperking voor p\ 4 X» cp(lij)P 0</><2 dus c0 0. -y> P lv Uit experimenten volgde dat één term voldoende was: d-ij - C\ Ijj Naar ik mij meen te herinneren was het Alberda die, uitgaande van de HTW'56, de volgende matrix - nu wel genoemd de Baarda-Alberda ma trix bedacht: echte covariantiematrix wordt aangezien, immers het coör dinatenstelsel is onbepaald. In de HTW'56 werd ingevoerd de invloed van de (momen tane) idealisatie en de speling in de loop der tijd van een terreinpunt als de som van de respectieve varianties d2 en d2 Ad2 d2 Ad2 De Ad2 kan variëren van punt tot punt en geeft een diago- naal-covariantiematrix voor de coördinaten x, y. Omdat ook deze matrix de werking van de schrankingstransforma- tie ondergaat, kan de matrix worden opgeteld bij de ezels brugmatrix. Neem nu alle Ac/2-waarden gelijk en voer in c/'2 d2 Ad2 (Dit is onbelangrijk, want via de schrankingstransformatie wordt d2, en dus ook d'2, geëlimineerd.) Dan wordt de ezelsbrugmatrix: y, yi d'2 d'2 0 d'2 0 0 y, 0 0 {Ad2+c\lij) 0 0 d'2 0 0 0 0 y, 0 0 cr 1 0 0 Men ziet dat Ad2 hier de functie van de c0-parameter in de covariantiefunctie vervult. Conclusie: De covariantiefunctie d2. mag worden geschreven in de vorm: dfj cq re mits niet daarnaast opnieuw Ac/2-waarden worden inge voerd. Het verrassende was nu dat, als ik in mijn covariantiematrix het effect van de schrankingstransformatie te rugdraaide, dezelfde matrix tevoor schijn kwam. Ofwel: een criterium- covariantiematrix is gemakkelijk te vinden door de voortplantingswet der varianties toe te passen op de gekozen schrankingstransformatie met als „co variantiematrix" van de x- en jy-coördi- naten de matrix die Alberda vond. In feite heeft deze laatste matrix dus de functie van een ezelsbruggetje en ik zal daarom verder de benaming „ezels brugmatrix" gebruiken. Dit vooral om te vermijden dat deze matrix voor een De cj-parameter heeft nog een wat lastige eigenschap, namelijk de toename met de rang van de beschouwde co variantiematrix. Dit hangt samen met de wiskundige be schrijving van de eerdergenoemde omsluiting van twee standaardhyperellipsoïden in de vorm van een eigenwaar denprobleem: in het algemeen neemt de waarde van de grootste eigenwaarde toe met de rang van de matrices. Ge lukkig is dit niet al te storend omdat het verloop van de toe name van C] bij benadering voor alle netwerktypen gelijk is. Dit heeft het mogelijk gemaakt de gevonden criterium- matrix aan te passen voor de situatie van opeenvolgende verdichting van het RD-net. Het blijkt namelijk dat, naar mate de verdichtingsnetwerken van lagere orde zijn, de Ci-waarden groter worden. Ook dit is niet funest, want de /--waarden nemen steeds verder af. Ik beschouw dit nog steeds als een kunststukje, het kostte jaren van grote in- 15 GEODESIA 1997-1 xi xj Xj - {Ad2+cxl,j) 0 Xj c/'2 - {Ad2 cxljj) c/'2 c/'2- yj c/'2 - (A</2+C] Ljj) Xj Xj y> yj xi d2 d2 - C\ljj Xj d2 - c\ljj d2 <N <N ^3 yj d2 C\ljj d2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 19