Aanloop naar digitalisering
Conversie
1997-'
GEODESIA
voelig punt. Alleen in Zuid-Holland is de samenwerking
nog niet geregeld, maar daar wordt momenteel hard aan
gewerkt.
De gezamenlijke nutsbedrijven betalen thans 60% van de
kosten van de GBKN. Dat is veel geld [3], maar hoewel er
van tijd tot tijd nog problemen rijzen over de actualiteit en
de bijhouding, staat deelname aan de GBKN niet meer ter
discussie. Ook de inhoud van de GBKN en de gehanteerde
precisies (20 cm voor harde en 40 cm voor zachte topo
grafie) vinden de nutsbedrijven voldoende.
Eén van de redenen waarom het landelijke convenant tot
stand kwam, was de bereidheid van de nutssector om (veel)
meer voor de GBKN te gaan betalen. Die bereidheid werd
onder andere gestimuleerd door de mogelijkheden van
automatisering. Het was voordien ondoenlijk om met geo
grafische informatie te manipuleren, omdat het om zulke
enorme hoeveelheden gegevens gaat. De stormachtige ont
wikkelingen op het gebied van (geo)grafische automatise
ring in de laatste vijftien jaar hebben op dit vlak voor een
geweldige doorbraak gezorgd. Als alle netgegevens in de
computer zouden zijn opgeslagen, zouden selecties, bereke
ningen, combinaties van gegevens en dergelijke zonder veel
problemen mogelijk worden. Reeds in een vroeg stadium
van de grafische automatisering (toen nog CAD geheten)
zag'men in de nutssector de mogelijkheden daarvan in al
moet worden gezegd dat het binnen individuele bedrijven
vaak om enkele voortrekkers ging en dat de rest van het
bedrijf het „nog moest zien".
Tussen inzien en realisatie lag (en ligt) echter een lange
weg. Ten eerste was er vrijwel geen ervaring met leidingen
registratiesystemen. De CAD-gebruikers van de jaren
zeventig waren ontwerpers als McDonnell Douglas, NASA
en het Amerikaanse leger, niet bepaald het soort CAD-
werk waarmee leidingnet-tekenkamers te maken hadden.
Ten tweede was apparatuur en programmatuur ontzettend
duur: een beetje grafisch werkstation kostte honderddui
zenden guldens, de bijbehorende computer minstens een
half miljoen en voor een (indertijd) grote 100 Mb-schijf
moest al gauw een halve ton worden neergeteld. Zelfs voor
nutsbedrijven, die wel wat gewend zijn als het om grote be
dragen gaat, was dit veel geld. Een derde probleem was dat
automatisering ingrijpend was voor de nogal traditioneel
ingestelde tekenkamers. En het vierde, maar zeker niet het
kleinste probleem, was de omvang van de conversies, zowel
in financieel als in organisatorisch opzicht.
De grafische automatisering startte vrijwel overal vanuit de
leidingnet-tekenkamers omdat de analoge leidingnet-regis
tratie immers de basis vormde voor de te bouwen systemen.
Onder allerlei namen is inmiddels het overgrote deel van de
nutsbedrijven met zo'n systeem van start gegaan. Enkele
pioniers begonnen al in de eerste helft van de jaren tachtig,
zoals de PNEM in Noord-Brabant; in de tweede helft van
de jaren tachtig volgde een wat grotere groep, en vanaf be
gin jaren negentig zijn bijna alle overige bedrijven succes
sievelijk dit traject opgegaan. De
meeste nutsbedrijven hebben of bou
wen een systeem dat de (geo)grafische
ligging van het leidingnet, enkele data-
base-attributen van elk object, en een
netstructuur bevat. Een aantal bedrij
ven dat aanvankelijk direct met een
allesomvattend systeem aan de gang
ging, is inmiddels onopvallend weer
teruggeschakeld naar een wat kern
achtiger systeem; dat kostte al moeite
genoeg. Voor al dit soort systemen
wordt vaak de term AM/FM (Auto
mated Mapping/Facilities Manage
ment) gebruikt.
Het nieuwe gezicht
van de leidingnet
tekenkamers.
Opmerkelijk is dat de bedrijven
weinig samenwerken bij de ontwikke
ling van leidingeninformatiesystemen.
Men verwacht vaak dat de winst door
samenwerking wegvalt tegen het feit
dat er veel meer afstemming nodig is.
Maar er speelt ook mee dat veel bedrij
ven eigenwijs zijn: samenwerken bete
kent dan beperking van de eigen auto
nomie en dat vindt men niet leuk. Van
diverse kanten zijn er wel voorzetten
gedaan tot standaardisatie: zo heeft de
KF1MA referentiemodellen opgesteld
[5], heeft de VEW1N (koepelorganisa
tie van waterleidingbedrijven) een
Plan van Aanpak Leidingregistratie [6]
opgesteld en hebben diverse leveran
ciers een tijdje „concepten" gepropa
geerd. Desondanks sloegen deze initia
tieven niet erg aan of worden er toch
weer allerlei bedrijfseigen stukken aan
toegevoegd.
De kosten van de analoog/digitaal
conversie zijn gigantisch. Uit erva
ringscijfers van diverse nutsbedrijven
blijkt dat de gemiddelde bruto all-in
20