Selectie op leeftijd van leidingen. De locatie van loden aansluitleidingen. De locatie van bomen nabij leidingen. Kabels- en leidingenverzamelkaart. levert. Het inmeten met GPS lijkt een prima idee, maar daarvoor is dan wel een aparte „meetploeg" nodig; het is (nog) te kostbaar om alle opzichters met een GPS-station uit te rusten. Ook de digitale uitwisseling van liggingsgege- vens is prachtig, maar wie houdt in de gaten waar die gege vens worden gebruikt, en hoe ligt de aansprakelijkheid als er door verkeerd gebruik schade ontstaat? Verder moet sterk rekening worden gehouden met de cultuur. Beleids medewerkers en projectleiders, en soms zelfs directies, zien het helemaal voor zich, maar de werkvloer van veel nuts bedrijven is nogal traditioneel ingesteld. De acceptatie van nieuwe werkmethoden en technieken kost doorgaans veel tijd. Met digitaal vast gelegde leidingen informatie kunnen selecties worden gemaakt die voor leidingnetonder- houd van belang zijn. Hierboven enkele voorbeelden uit de Amsterdamse praktijk. Er wordt al geruime tijd gepraat over de vele nieuwe moge lijkheden die de objectgerichte GBKN (O-GBKN) zal gaan bieden. De O-GBKN zou een geweldige verbetering betekenen voor de (geo)informatievoorziening bij de ge bruikers. Voor de nutsbedrijven gaat dat echter niet erg op. Het meeste geo-werk houdt verband met de registratie van het leidingnet. Dat is in hoofdzaak een lijngerichte bezig heid; een goede voorgevellijn is voldoende, want daaruit wordt de leidingligging geconstrueerd. Bij het terreinbe heer, waar GIS wordt toegepast, kunnen objecten wel inte ressant zijn, maar het gaat doorgaans om weinig bebouwde gebieden waar de gebruikers zelf veel aanvullende objecten zullen moeten creëren voor hun onderzoek. En de vaak ge noemde mogelijkheid om met de O-GBKN een integratie tussen verbruikersinformatiesystemen en leidingeninfor- 24 matiesystemen te realiseren, is voor de meeste nutsbedrijven niet interessant. Er is alleen behoefte aan een koppeling op adrescoördinaatniveau: vanuit een huisnummer in de „kaart" kunnen doorprikken naar administratieve ge gevens van bijvoorbeeld een aanslui ting. En andersom, vanuit de admini stratieve omgeving, via het huisnum mer een kaartfragment op het scherm kunnen oproepen. De precieze be grenzing van het aangesloten object is echter in beide gevallen niet van be lang. Het komt er in feite op neer dat de primaire behoefte van de nutssector is om over een probleemloze, actuele en volledige digitale GBKN te be schikken en dat de structuur ervan niet van wezenlijk belang is [9]. Alleen de toevoeging van „slimme" huis nummers zou een welkome aanvulling zijn. De discussie over de O-GBKN raakt natuurlijk niet alleen de nutssector. Daarom heeft het landelijke samen werkingsverband GBKN ruim een jaar geleden een project gestart. De be doeling daarvan is om gegevens en in zichten te verzamelen en om een proefproject uit te voeren (de zoge heten „proef Zevenaar"). Dat alles moet voldoende informatie opleveren om een besluit te kunnen nemen over het al dan niet beginnen met een O-GBKN. Het project heeft inmid dels aanzienlijke vertraging opgelo pen, vooral omdat de meeste deel nemers zich nog steeds geen goede voorstelling kunnen maken van een O-GBKN in de dagelijkse praktijk [10], De doelstelling van het project is daarom beperkt tot een meer inventa riserend karakter. In 1997 worden de resultaten verwacht. Conclusie De digitalisering van de leidingenregi stratie is een grote hobbel die nog door veel bedrijven (gedeeltelijk) moet wor den genomen. Waar die achter de rug is, ligt een breed scala aan mogelijkhe den open. Het is echter nog niet altijd duidelijk welke daarvan zinvol zijn en er zijn ook nog aanzienlijke groepen medewerkers die de kat nog even uit de boom kijken. De situatie in de dis tributiesector van de nutsbedrijven lijkt op die van de landmeetkundige '997-1 GEODES1A Beperkt nut objectgerichte GBKN

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 28