Taakgroepen 1997-1 GEODESIA Hiervoor had de Commissie, in het kort gezegd, per sub commissie de volgende inhoudelijke overwegingen. Bij Bodembeweging en Zeespiegelvariatie (voorzitter: ir. J. J. E. Pöttgens): voortzetting van het werk van de huidige Subcommissie Bodembeweging is gewenst. Het onderzoek is interdisciplinair van karakter en vereist de inzet van vele partijen binnen en rond de geodesie. De te beschouwen bodembeweging is beweging in de aardkorst, zowel door natuurlijke als antropogene oorzaken. De nieuwe subcom missie dient bij haar programma ook het voor ons land bij uitstek belangrijke en interdisciplinaire onderzoek naar de absolute en relatieve zeespiegelvariatie te betrekken. Aan dacht voor nieuwe of verbeterde plaatsbepalingssystemen blijft actueel. Bij Geo-Informatie Modellen (voorzitter: prof. dr. ir. M. Molenaar): het werk van de Subcommissie GIS heeft zich sinds haar instelling vooral gericht op de conceptuele aspecten van de modellering van ruimtelijke gegevens. De informatiesysteem-aspecten van GIS zijn daarbij minder aan de orde gekomen. De snelle ontwikkeling van com puterhardware en -software heeft een autonoom karakter, waarop de Nederlandse geodetische gemeenschap nauwe lijks invloed kan uitoefenen. Het is daarom zinvoller ge bleken om de energie te richten op de formulering van concepten voor ruimtelijke informatiemodellen. Hieraan worden hoge eisen gesteld, omdat vele organisaties met behulp van de moderne informatietechnologie databases willen ontwikkelen voor de beschrijving van dynamische, complexe ruimtelijke systemen op meerdere schaalniveaus. Bij Mariene Geodesie (voorzitter: vacature): voortzetting van het werk van de bestaande gelijknamige subcommissie is gewenst. De KNAW heeft enkele jaren geleden de marie ne geodesie geïdentificeerd als „bedreigde subdiscipline" en, met name, de Faculteit der Geodesie aanbevolen hier aan in het onderwijs bijzondere aandacht te besteden. Een nominaal aan te duiden onderzoek „Ruimtelijke ordening op zee Maritiem informatiesysteem", waarover recentelijk in NCG-verband van gedachten is gewisseld, zal aandacht van de subcommissie vragen. Daarnaast blijft aandacht voor nieuwe of verbeterde (submariene en geïntegreerde) plaatsbepalingssystemen actueel. Bij Geometrische Infrastructuur (voorzitter: ir. E. J. Ried- stra): de zorg voor de geometrische infrastructuur van Nederland blijft een fundamentele taak voor de geodesie die op nationale en internationale schaal dient te worden behartigd. De invoering van nieuwe ruimtetechnieken (zo als GPS) is daarbij toonzettend. In verband met de hoogte bepaling via GPS is nauwkeurige informatievoorziening over de geoïde van groot praktisch belang. Ook het zwaar- tekrachtsveld en aardrotatieparameters behoren bij de geo metrische infrastructuur. Aandacht voor nieuwe (geïnte greerde) plaatsbepalingssystemen blijft actueel. Waar nodig of gewenst dienen deze subcommissies geza menlijk onderzoek te bevorderen. Ook de instelling van taakgroepen zal slechts spaarzaam gebeuren. De Com missie heeft voorlopig slechts één taak groep ingesteld, en wel op een gebied dat voorheen niet onder haar aandacht viel: Onderwijs, onder voorzitterschap van ir. G. Jacobs. Aanleiding tot deze instelling was dat het NGP zich zeer intensief met het geodetisch onderwijs had ingelaten en dat er voorshands in het land geen orgaan kon worden ge vonden om het aangesneden onder werp voldoende breed op te pakken. De gevormde taakgroep heeft de op dracht na te gaan hoe landelijk overleg over het geodetisch onderwijs structu reel kan worden geregeld. Een op dracht van beperkte duur, geknipt dus voor een taakgroep. Onder het nieuwe NCG-beleid zullen de Werkgroepen Geschiedenis der Geo desie en Toegepaste Ruimtegeodesie in de organisatorische vorm die zij thans hebben, niet kunnen voortbestaan. De Werkgroep Geschiedenis der Geode sie is een overlegorgaan van belangstel lenden, in meerderheid op persoonlij ke titel. In het licht van de toenemen de belangstelling voor de wetenschaps- en techniekgeschiedenis in het alge meen verdient het onderwerp een meer professionele aandacht. Noch in geodetisch, noch in geschiedkundig opzicht lijkt het onderzoek echter vol doende fundamenteel of strategisch gehalte te krijgen om door de NCG te worden geadopteerd. De NCG be raadt zich op opties voor een profes sionele beoefening van de geschiedenis der geodesie, anders dan onder haar directe verantwoordelijkheid. De Werkgroep Toegepaste Ruimte geodesie is thans voornamelijk een overlegorgaan van instellingen en be drijven die zich toeleggen op het prak tisch geodetisch gebruik van GPS. De zorg voor praktische toepassingen als deze - hoe belangrijk ook - behoort echter niet in de eerste plaats tot de verantwoordelijkheid van de NCG als KNAW-instituut. Daarom ziet de NCG om naar mogelijkheden om het op de geodetische praktijk gerichte vruchtbare overleg buiten NCG-ver band organisatorisch onder te brengen en te doen voortzetten. 34

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 38