De meetgegevens en de positie van het referentiestation. voor mij aanschouwelijk te maken, klikt Ronald de provin cie Zeeland aan en direct verschijnt de detailkaart van die provincie met daarop de reeds gekozen voorkeursplaatsen voor referentiestations. Sommige zijn nabij de Wester- schelde-oever geplaatst. Een lonk naar het Walradar- systeem van de scheepvaart? De zeven parameters van de 3D-gelijkvormigheidstransfor- matie worden uit de omliggende kernnetpunten berekend om zodoende eventuele plaatselijke coördinaatverschillen te elimineren. Om de snelheid van het importeren te zien, schakelen we over naar een laptop van een imaginaire klant die gegevens van station Rijswijk opvraagt voor de periode van 10.00 uur - 11.00 uur van die dag. Door „import te selecteren wordt automatisch een directory aangemaakt waarin de aangevraagde meetgegevens van het referentiestation zullen worden opgeslagen. Na het invullen van naam en password van de klant wordt verbinding gelegd met de centrale data base. Als na controle blijkt dat de klant bevoegd is, worden de aangevraagde meetgegevens „ingepakt", wat hier bete kent dat de waarnemingen van het gevraagde uur worden gecomprimeerd. Vervolgens worden de gegevens overge zonden en na enkele minuten volgt een bescheiden piep wat betekent dat alle gegevens nu (uitgepakt en wel) in de database van de klant zijn opgenomen. Voor mij was dat vlug genoeg, maar blijkbaar zijn er ongeduldiger klanten. Die kunnen opvragen via ISDN en dan gaat het nog vier keer zo snel, vertelt Ronald. Er volgt nog een hele sessie hoe de klant de opgevraagde gegevens verder verwerkt in zijn programma SKI en hoe Voortaan kan één man de was doen. snel daarna de definitieve coördinaten van een groot aantal met de methode „stop en go" gemeten detailpunten tot stand worden gebracht, tot en met de controle en de omzetting van WGS84 naar RD. Rampenplan Sinds de landmeetkundige wereld de revolutie van logaritmetafel tot ge avanceerde computertechnieken heeft ondergaan, kunnen veel toepassers van deze laatste technieken angstaanjagen de verhalen vertellen over de hoeveel heid gegevens die door menselijk in grijpen of door invloeden van buitenaf soms ineens verloren kunnen gaan. LNR Globalcom heeft er rekening mee gehouden dat ook nu een onver laat de stekker ergens uit het stopcon tact zou kunnen trekken of dat andere calamiteiten de verzamelde gegevens van een bepaalde periode teniet zou den kunnen doen. Daarvoor is een rampenplan opgezet met controles, doorschakelingen en back-up pro gramma's. Er is duidelijk aan alles ge dacht. GPS voor GIS Een geheel onverwachte mogelijkheid voor de afdeling landmeten van ge meenten, waterschappen ot nutsmaat- schappijen ziet Ronald in een com- binatiegebruik van nauwkeurig en minder nauwkeurige GPS-ontvangers. Met een handcode-ontvanger kan bij voorbeeld iemand van de afdeling plantsoenen op meter-nauwkeurig heid de plaats van een boom bepalen en daaraan met codes toevoegingen doen, zoals hoogte, dikte, soort, kwali teit en alles wat de afdeling plantsoe nen in zijn GIS-systeem wenst op te nemen. Zo kan ook GIS-info van verkeersborden, straatmeubilair en rioleringen worden opgenomen en van waarderingscodes worden voor zien. De metingen worden vervolgens afgegeven aan de afdeling landmeten die de opnamen koppelt aan de reeds bekende nauwkeurige coördinaten van de objecten die zijn opgenomen. De bestaande nauwkeurige coördina ten worden aangehouden en aan die punten worden dus uitsluitend de op genomen GIS-gegevens toegevoegd. Op die manier blijft de aldeling land- 1997-2 GF.ODESIA Wat levert LNR Globalcom nu precies? Hoe worden de zeven parameters bepaald? 72

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 26