P leven, wijzen er op dat studenten meer moeten leren denken in werkprocessen. Dat hoeft niet in kookboekvorm, maar de structuur van die processen en de verschillende beslismomenten, kortom de kartografische methode, moeten wel degelijk zeer expliciet en overzichtelijk worden gepresenteerd, als „relevant knowledge". Kaartgebruik en interactie Sinds enige tijd maak ik mijn beroep van het adviseren over kaartgebruik en interactie bij GIS; daarom heb ik deze aspecten ook apart bekeken. Het kaartgebruik wordt besproken in 4.1 t/m 4.3 en, met enige overtap, in hoofdstuk 10. In 10.1.5 (Map use strategies) staat een leuk overzicht van „conditions for proper use of the maps", in de vorm van een opsom ming van allerlei handelingen die je met kaarten kunt verrichten. Dit smaakt naar meer, maar 't is jammer dat de auteurs zo'n bescheiden portie voorzetten. Over kaartgebruik en kaartinterpretatie moet toch veel meer te vertellen zijn? Eén van de auteurs heeft elders (zie KT 1996.XXII.3, p. 38) de stelling verdedigd dat interactie onderdeel is van visualisatie. Misschien wordt daar om dit begrip nergens genoemd in (gedetailleerde) inhoudsopgave of in dex. In mijn visie is visualisatie door de computer eerder deel van interac tie, naast de vele handelingen die de gebruiker moet verrichten. Toch bevat „Cartography" veel interactie, vooral in de hoofdstukken 9 en 10, maar de verschillende functionaliteiten zitten verstopt bij de toepassingen (10.2, Working with electronic atlases) en worden niet in het algemeen bespro ken hoewel ze toch ook elders van toe passing zijn. Interactie zit zo langza merhand overal, bij inwinning, bij analyse, bij ruimtelijk ontwerp, bij (karto)grafisch ontwerp, bij realisatie van plannen. Dat vraagt om een meer systematische behandeling. Vertelstructuur van het boek Op de achterkant van het boek ver meldt de uitgever als een van de „key features": „Written in a simple 'user- friendly' style appealing to a wide readership level". Inder daad, de toon van het boek is veel vriendelijker dan mijn schrijfstijl, maar is de bruikbaarheid nu ook voldoende? Ik vind de tekst vaak te verhalend, te weinig gestructureerd, soms ook te abstract wanneer de lezer het overzicht niet heeft. Nette rijtjes kunnen helpen. De volgorde van behan deling wordt nergens verantwoord, alleen op p. 121 kwam ik iets tegen wat erop leek. Het kernproces (van terrein naar kaart en terug) wordt erg versnipperd gepresenteerd, waar door het boek leest als een (niet erg spannend) detective verhaal. Eerder een zoekplaatje dan een overzichtskaart. Een groot probleem vind ik de behandeling van de in- winningsmethoden (in hoofdstuk 2) voordat de (data)- structuren van het DLM zijn besproken. Bij de productie van bestanden en kaarten gaan inwinning en opslag inder daad vooraf aan visualisatie, maar bij het ontwerp van het productieproces (een meta-proces!) werk je eerder omge keerd. Verwaarlozing van deze gedachte heeft nu geleid tot de noodzaak in hoofdstuk 2 herhaaldelijk vooruit te grijpen op wat er nog komen gaat en zelfs tot een behandeling van de visualisatie van gegevenskwaliteit voordat de kern van het visualisatieproces in de hoofdstukken 6 en 7 uit de doeken is gedaan. Daardoor komt ook niet goed uit de verf wat er precies gebeurt met gescande kaarten: hoe worden deze DCMs omgezet naar DLMs? Fig. 8. Hoofdstuk 5 (Topography and base maps) komt bij mij erg De kaart in het rommelig over. Het behandelt Georeferencing, Map pro- hoofd. jections, Geometrie transformations, Generalization, Relief en Topographic Data. Bij Generalization en Relief wordt veel aandacht besteed aan visualisatie, weer zonder dat de algemene theorie daarover al is behandeld. De bespreking van generalisatie zou beter kunnen plaatsvinden in hoofd stuk 7, omdat daarin de bewerkingen op de data om tot een bruikbaar kaartbeeld te komen (goed) aan de orde komen. De titel van hoofdstuk 7, Statistical mapping, vind ik min der geslaagd omdat wat wordt behandeld, een veel algeme nere strekking heeft dan alleen de weergave van statistische gegevens. En waarom houdt dit hoofdstuk zo plotseling op? 79 GEODESIA 1997-1 hoe zal ik dat eens tekenen? mentale/digitale visualisatie modellen wereld, landschap, terrein mentale/digitale landschaps- I modellen tekst, tekeningen, kaarten

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 33