Over precisie, coördinaten en de HTW REACTIE Een nieuw spel of nieuwe spelregels? In het voorgaande nummer van Geo- desia heeft prof. dr. ir. W. Baarda een prachtige beschrijving gegeven van het spel van de criterium-covariantie- matrix 1 Afsluitend vraagt hij zich af wat de waarde is van het precisie-crite- rium in de nieuwe HTW [2], Dat vraagt om een reactie. Professor Baarda's artikel over de zoektocht naar de criterium-covarian- tiematrix laat zich lezen als een weten schappelijke zoektocht met als op dracht het vinden van de schat van de geometrische kwaliteitsbeschrijving in de geodetische burcht. Als er een spel werd verloren, kon opnieuw wor den begonnen en zo kwam men steeds verder. De totstandkoming van de HTW kan, met enige fantasie, ook worden gezien als een spel. Echter, dit spel kon slechts één keer worden gespeeld. Ge lukkig konden de auteurs van de HTW wel gebruikmaken van de ken nis van de spelers van het wetenschap pelijke spel. Onze opdracht was sim pel: vindt dat deel van de schat van de geometrische kwaliteitsbeschrijving dat bruikbaar is in het landmeetkun dige leven van alledag. In termen van de doelstellingen van de HTW bete kent dit: geef een operationele kwali teitsbeschrijving van geodetische pro ducten en processen. Operationeel wil zeggen bruikbaar en beschikbaar in de dagelijkse praktijk. Met deze spelregel is het HTW-spel gespeeld. De gevon den „schat" is het kwaliteitsmodel van puntenvelden, dat is beschreven in 2.5 van de HTW. Precisiebeschrijving van coördinaten Geodeten beschrijven de ligging van ruimtelijke objecten met coördinaten. In de praktijk is dat erg handig. Coör dinaten maken het mogelijk gemakke lijk de relatieve ligging tussen punten af te leiden, objecten af te beelden en de geometrie goedkoop op te slaan. dr. ir. Martin Salzmann, geodetisch adviseur bij de directie IGT van het Kadaster in Apeldoorn. Gekscherend worden de huidige digitale kaarten (zoals de GBKN en de kadastrale kaart) weieens een „zandbak van coördinaten" genoemd. De coördinaten zorgen in de zand bak voor de geometrische ordening. Het is voor dergelijke digitale kaarten dat de HTW in eerste instantie een op lossing moet bieden voor de kwaliteitsbeschrijving. Het geodetische werk richt zich immers in toenemende mate op de bijhouding van die kaarten. Op zoek derhalve naar een precisiebeschrijving van coördinaten. Coördinaatbegrip Coördinaten worden van oudsher afgeleid uit metingen, maar kunnen vaak niet rechtstreeks worden berekend uit landmeetkundige metingen. In het platte vlak moeten van twee punten (de rekenbasis) de coördinaten worden ge kozen voordat uit bijvoorbeeld voerstraalmetingen coördi naten kunnen worden berekend. Deze coördinaten in zogenaamde „lokale stelsels" worden hij het Kadaster ge bruikt om de reconstrucdegegevens op te slaan. Voor de reconstructie van grenzen hoeft men alleen de relatieve ligging van grenspunten en (harde) topografie goed te kennen. De keuze van de rekenbasis is daarbij niet belang rijk. De relatieve ligging laat zich in elk lokaal stelsel goed beschrijven. De kwaliteit van de relatieve ligging is een directe afgeleide van de kwaliteit van de metingen. De meeste gebruikers zijn echter niet geïnteresseerd in coördi naten in lokale stelsels, maar in RD- en NAP-coördinaten. Deze worden in de praktijk berekend door de metingen aan te sluiten aan punten die bekend zijn in het RD- en/of NAP-stelsel (de aansluitingspunten). Voor de dagelijkse Fig. 1. De relatieve precisie in de kadastrale kaart [4]. 87 GEODESIA

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 41