A
Als basis
materiaal voor
GIS biedt de
geodeet handige
objecten aan,
die de
geometrische
kwaliteit
zelfstandig
beheersen en
beheren.
Fig. 2.
IKEA biedt
oplossingen voor
doe-het-zelvers.
voor een klasse. Een handeling als „geef het aantal bouw
lagen" wordt gedefinieerd voor alle gebouwde objecten en
is daarom ook toepasbaar voor een huis. Dit concept staat
bekend onder de naam polymorfisme.
Het is een kleine stap om in te zien dat de genoemde con
cepten uitstekend kunnen worden ingezet om de geome
trische kwaliteit van grafische objecten te beheren. Aan de
objecten wordt verteld welke geometrische handelingen
voor hen zijn toegestaan en met behulp van polymorfisme
krijgen alle leden van een klasse deze kennis meegedeeld.
Het verband met de timmerspecialisten van IKEA kan nu
worden gelegd.
Objecten in GIS
Om met Geografische Informatie Systemen (GIS) te wer
ken, is geen geodetische vakkennis nodig en om metingen
uit te voeren om GIS met informatie te vullen, denkt men
het eveneens zonder geodeten te kunnen stellen. De doe-
het-zelver loopt echter vroeg of laat tegen problemen en er
gernis op, die hem doet uitkijken naar oplossingen. Het is
aan de geodeet om de oplossingen aan te bieden. Niet door
als gespecialiseerd timmerman een ld us te gaan klaren,
maar door de doe-het-zelver basismateriaal in voorbewerk
te vorm aan te bieden en bovendien constructiemethoden
waarmee de doe-het-zelver snel en effectief aan de gang
kan. Als basismateriaal voor GIS biedt de geodeet handige
objecten aan, die de geometrische kwaliteit zelfstandig be
heersen en beheren. De doe-het-zelver wordt niet lastigge
vallen met precisie- en betrouwbaarheidsparameters uit de
Delftse school. Die doen echter wel hun werk, onzichtbaar
achter een gebruikersvriendelijke en grafisch fraai vorm
gegeven schil. Niet alleen binnen GIS, maar ook bij de
geodetische inwinningstechnieken als tachymetrie, foto-
grammetrie, remote sensing en GPS doen de zelfdenkende
objecten hun louterende werk. Het betekent dat de geo
detische vakkennis niet zozeer tot uiting komt in de per
soon van de geodeet, maar in de producten die hij levert.
Geometrische kwaliteit
De gedachte dat de beheersing van de geometrische kwali
teit volgens de principes van de Delftse school een afgerond
hoofdstuk is, komt men veel tegen. Aansluitend daarop
wordt betoogd dat de beheersing van de geometrische
kwaliteit een probleem van ondergeschikt belang is: de
wezenlijke problemen liggen elders. Naar mijn mening
onderschatten veel geodeten de geometrische problemen
omdat zij ze niet herkennen en er derhalve ook geen oplos
sing voor hebben. Toch zijn de problemen vrij concreet.
Enkele kunnen hier worden genoemd. Er is een trend om
van tweedimensionale lijnenkaarten naar driedimensionale
terreinmodellen (DTM en DHM) te gaan. Hoe moet de
nauwkeurigheid van driedimensionale DTM's worden
beschreven? De trend om met objecten te werken, doet
meteen de vraag stellen wat de nauwkeurigheid is van een
twee- of driedimensionaal grafisch object. En wat te doen
als de precisie van een dergelijk object moet worden ver
geleken met de geometrie van een remote sensingbeeld?
scherm. Dit plaatje hoort bij een ob
ject - een huis in de werkelijkheid
maar het is zelf ook een object, een
grafisch object.
Bij het Object-geOriënteerd Program
meren hoort een aantal nuttige con
cepten. Het is liet waard daar wat na
der op in te gaan. Eén van de belang
rijkste eigenschappen van een object is
zijn vermogen om zélf te bepalen wel
ke handelingen met het object mogen
worden uitgevoerd. Neem als voor
beeld de grafische weergave van een
huis. Dit grafische object is niet een als
los zand aan elkaar hangend geheel
van lijntjes, kleurtjes en een huisnum
mer. Het is een eenheid, die zelf
„weet" hoe hij op dit moment wordt
weergegeven. Maar bovendien „weet"
hij welke wijzigingen in de weergave
mogen worden aangebracht. De lijn
tjes een andere lijndikte geven? Het
object zegt nee als de legenda aangeeft
dat de gewenste lijndikte niet voor
huizen bestemd is. Het huis rechthoe
kig maken? Het object zegt nee als de
geometrische correcties de geldende
marges overschrijden. Een object be
heert niet alleen informatie over de
toestand waarin het verkeert, maar
ook informatie over het gedrag dat het
object kan vertonen.
Een volgend concept van Object-ge-
Oriënteerd Programmeren is het toebe
horen van een object tot een klasse van
vergelijkbare objecten. Aldus behoort
een huis tot de klasse van gebouwde
objecten. Eigenschappen kunnen alge
meen voor een klasse gelden. De ei
genschap „aantal bouwlagen" kan een
dergelijke eigenschap zijn. Ook is het
mogelijk om handelingen niet voor
een bepaald object te definiëren, maar
53
GEODESIA
'997-2