Gecombineerde verwerking
GPS- en waterpasdata
Nauwkeurige hoogtebepaling met GPS ten behoeve
van deformatie-analyse
gps, deformation analysis, applications
GPS, deformatie-analyse, praktijk
De Nederlands Aardolie Maatschappij (NAM) heeft
in 1994 en 1995 een GPS-hoogtenetwerk genieten.
De doelstelling van deze metingen was het bepalen van
nauwkeurige hoogteverschillen ten behoeve van het
controleren van bodenibewegingen die ontstaan door
gaswinning. In opdracht van de NAM zijn de
berekeningen en de analyses van deze nietingen
uitgevoerd door het Laboratorium voor Geodetische
Rekentechniek (LGR) van de Faculteit der Geodesie
van de TU Delft. De uitgebreide analyses zijn onderdeel
van het onderzoek op het gebied van de geodetische
deformatie-analyse. Dit artikel geeft een beschrijving
van de verwerking van deze netwerken en de daarbij
gebruikte software. Verder zal worden ingegaan op de
problemen die een rol spelen bij hoogtebepaling met
GPS en de op dit moment haalbare nauwkeurigheid.
De toepassingen van GPS binnen de
geodesie nemen een steeds grotere
vlucht. Met name op het gebied van
de traditionele (2D-) puntsbepaling,
zoals grondslagmetingen en paspunts-
bepaling, is deze meettechniek niet
meer uit de dagelijkse landmeetkun
dige praktijk weg te denken. De voor
delen van GPS boven de terrestrische
meetmethoden zijn inmiddels bekend:
hoge precisie, geen onderling zicht
noodzakelijk, 24 uur per dag inzet
baar, enz. GPS is een 3D-meetsysteem
en kan dus ook worden gebruikt voor
hoogtebepaling. Doordat de nauw
keurigheid van de bepaling van de
hoogtecomponent met GPS iets ach
terblijft bij de planimetrische nauw
keurigheid, worden voor nauwkeurige
hoogtemetingen tot op heden in
hoofdzaak nog steeds waterpassingen
uitgevoerd. Geleidelijk zien we echter
dat GPS ook bij de hoogtemetingen
zijn intrede doet. Zo vormt een uitge-
ing. M. H. F.
Martens,
werkzaam bij
de Faculteit der
Geodesie van de
TU Delft.
breid GPS-hoogtenetwerk een onderdeel van de 5e Nauw
keurigheidswaterpassing [1],
Sinds het in productie nemen van het Groningse aardgas
veld in 1964 worden regelmatig hoogtemetingen uitge
voerd ter controle van de bodemdaling die ontstaat als
gevolg van de onttrekking van het aardgas aan de bodem.
De belangrijkste meetmethode wordt gevormd door het
uitvoeren van secundaire nauwkeurigheidswaterpassingen.
Sinds 1980 wordt jaarlijks een netwerk gemeten met een
totale lengte van ongeveer 750 km. Om de zes jaar wordt
een uitgebreider netwerk gemeten met een totale lengte van
1600 km (fig. 1). De kwaliteit van deze netwerken is on
langs door het LGR onderzocht [2]hetgeen heeft geresul
teerd in een nieuwe verwerkingsstrategie en -software [3].
Uit dit onderzoek is onder andere gebleken dat de water
pasmetingen uitstekend geschikt zijn voor het beschrijven
van de geringe bodemdalingen zoals die optreden in
Groningen. Tot op dit moment bedraagt de maximale
bodemdaling ongeveer 21 cm, hetgeen overeenkomt met
een dalingssnelheid van 7 mm per jaar. De optredende
zakkingen zijn dus relatief klein. Dit stelt hoge eisen aan de
precisie van de uit te voeren metingen.
GPS voor hoogtebepaling
De waterpasnetwerken zijn op zich goed genoeg voor het
beschrijven van de optredende deformaties. De toepassing
van GPS voor de hoogtebepaling biedt echter een aantal
voordelen:
door GPS is het mogelijk om verder weg gelegen stabiele
referentiepunten op een eenvoudige manier aan de net
werken te verbinden. Dit is noodzakelijk omdat in de
loop van de tijd het totale deformatiegebied groter is
geworden. Hierdoor moeten de netwerken steeds verder
naar buiten worden uitgebreid om een aansluiting te
kunnen realiseren aan stabiele ondergrondse merken.
Bovendien wordt het zakkingsgebied aan de noordzijde
begrensd door de Waddenzee, waardoor er (te) weinig
referentiepunten aan de noordkant van de waterpasnet
werken liggen;
117
GEODESIA
1997-3
KEYWORDS
TREFWOORDEN