beheerder van het originele, topografische basisbestand
geldt echter dat hij te allen tijde over deze informatie moet
kunnen beschikken.
Objectgerichtheid
Kunt u met een CAD-structuur een objectgericht bestand
totstandbrengen? In ieder geval kunt u met extensies zoals
centroïden of links/rechts-informatie, vlakken vormen zon
der dubbele lijnen te hoeven opslaan. Maar vlakgericht is
nog niet hetzelfde als objectgericht. Laten we nog eens naar
het voorbeeld van fig. 2 kijken. De terreingrens, gevormd
door de punten 1-2-3-4, is in werkelijkheid één object en
moet dus ook door het systeem als één object worden be
handeld. Het stukje tussen de punten 2 en 3 vormt daarbij
echter een probleem. Bij traditionele structuren moet hier
van een apart „object" worden gemaakt, omdat er een
afwijkende codering of links/rechts-informatie aan moet
worden gekoppeld. De terreingrens moet dus in drie
stukken worden geknipt, die welliswaar dezelfde betekenis
hebben (terreingrens), maar niet meer weten dat ze samen
één geheel vormen. Dit betekent dus dat er naast de „bete
keniscodering' een extra mechanisme in de structuur aan
wezig moet zijn om lijnstukken te vertellen dat ze samen
één object vormen. Bovendien moeten objecten onderling
ook weer gegroepeerd kunnen worden tot samengestelde
objecten. Dit concept komt bijvoorbeeld terug in de norm
NEN3610 (Terreinmodel Vastgoed), waarin opdelings- en
indelingsobjecten in hiërarchische niveaus onder elkaar
worden gegroepeerd.
Bladrandloosheid
Wat is er mis met raamkaarten? Als we lijngericht werken,
niets. Maar als we objectgericht willen werken, alles. Ob
jecten moeten dan op de bladrand worden doorgeknipt,
waardoor het bestand per definitie niet meer objectgericht
is. De definitie van een object was immers dat iets wat in
werkelijkheid één geheel is, ook in ons bestand één geheel
is. Waarom denken en werken we dan nog in raamkaarten?
Het antwoord hierop is onder andere te vinden in de se
quentiële opslagmethode die in CAD-structuren wordt
toegepast. De lijnen staan in een lange sliert achter elkaar in
het bestand, zonder logische groepering of volgorde. Als er
een selectie uit dit bestand moet worden gemaakt, bijvoor
beeld voor het afbeelden van een uitsnede op ons scherm,
moet het hele bestand van boven naar onder worden door
zocht en van elk element apart worden bekeken of het bin
nen de uitsnede valt. In een sequentiële structuur neemt de
performance dramatisch af naarmate het bestand groter
Fig. 4.
Registratie van het
archiveertijdstip.
wordt. Bladrandloze opslag van grote
gebieden in een CAD-structuur is
daarom, zelfs met de zeer krachtige
machines van tegenwoordig, bijna on
begonnen werk.
Er is al lange tijd een zeer goed alterna
tiefvoor een sequentiële structuur, na
melijk de quadtree-structuur. Hierbij
zijn de topografische gegevens in het
bestand gegroepeerd binnen overlap
pende vierkante gebiedjes. Wordt een
bepaalde uitsnede geselecteerd, dan
hoeft het systeem alleen die vierkantjes
te doorzoeken, die overlappen met de
ze uitsnede. Het grootste deel van het
bestand kan dus gewoon worden gene
geerd. De grootte van het bestand doet
er dan nauwelijks meer toe.
Aangetekend moet worden dat object
gericht werken niet per se synoniem
hoeft te zijn met grote bestanden; het
is immers ook mogelijk om eiland-
kaarten van relatief kleine gebieden te
maken, die ook bij een sequentiële be
standsstructuur nog een acceptabele
performance geven.
Mutatiebeheer
De moderne beheerder van topografi
sche basisbestanden moet niet alleen
een bestand opbouwen en bijhouden,
maar moet ook periodiek de verande
ringen in dat bestand kunnen verza
melen en uitwisselen. Hij kan dit doen
door bestanden van twee verschillende
datums over elkaar heen te leggen en
de verschillen uit te rekenen. Wie dit
ooit al eens heeft geprobeerd, is waar
schijnlijk zeer benieuwd om te horen
of er ook andere oplossingen zijn. De
ze oplossing is er en ligt in het toe
voegen van een vierde dimensie aan de
opslagstructuur: de dimensie tijd.
In het pakket dg Dialog is ervoor ge
kozen om bij elk nieuw ingevoerd ob
ject automatisch het tijdstip van in
voering op te slaan. Objecten die ver
vallen zijn, worden niet verwijderd uit
de database, maar blijven opgeslagen
onder registratie van het archiveer
tijdstip. Doordat deze tijdregistratie
volledig geïntegreerd is in de gegevens
structuur, kan de bestandsbeheerder
over elke gewenste periode, voor elk
gewenst gebied, de toegevoegde en
vervallen objecten uit het systeem fil-
106
■997-3
GEO DES IA
huidige
situatie
(01/03/95)
ingewonnen
tussen
(01/01/95 en
01/03/95)
vervallen
tussen
(01/01/95 en
01/03/95)
gewijzigd
tussen
(01/01/95 en
01/03/95)
situatie
op 01/01/95