Synthetische apertuur radar 156 ■997-4 GEODESIA Typische metingen zijn de signaalsterkte (amplitude), de signaallooptijd (gelijk aan de dubbele afstand tussen an tenne en doel) en de fase van het signaal relatief ten opzich te van de fase van een stabiel referentiesignaal. Wanneer de radar zich aan boord van een vliegtuig of satelliet bevindt, kan hij worden gebruikt om een beeld van het aardopper vlak te vormen. De snelheid waarmee de puls het aardop pervlak aftast, is in de kijkrichting (de zogenaamde range richtinggelijk aan de lichtsnelheid, zo n 300 000 km/s. Het aftasten in bewegingsrichting (de zogenaamde azimut- richting) is gelijk aan de snelheid van het vliegtuig (onge veer 30 m/s) of de satelliet (ongeveer 8000 m/s). De geo metrie van een beeldvormende radar wordt in fig. 1 ge toond. De radarantenne belicht in dit geval een strook links van de loodrechte projectie van de baan op het aardopper vlak. De kijkrichting staat hierbij meestal loodrecht op de bewegingsrichting. Deze zogenaamde ,,side-looking"-con- figuratie wordt om twee redenen gekozen: om een hogere resolutie in ground-range te bereiken; om de meerduidigheid op te lossen tussen reflecties van links en rechts, die zou kunnen ontstaan wanneer de sensor loodrecht naar beneden zou kijken. Fig. 1. Geometrie van een beeldvormende radar. Door de beweging van het vliegtuig of de satelliet schuift het door het radar belichte gebied, de zogenaamde foot printlangs het aardoppervlak, waardoor dit systematisch wordt afgetast. De grootte van de footprint hangt af van meerdere factoren, met name van de effectieve pulslengte, de draaggolflengte, de range r en de antenne-afmetingen (breedte D en lengte L; fig. 1). Hoe groter de antenne, hoe groter de footprint. Typische afmetingen voor satelliet systemen zijn D 1 m en L 10 m en voor vliegtuigsyste men D 0,1 m en L 1 m. Door de afhankelijkheid van de andere parameters kan voor de afmeting van de footprint alleen een richtwaarde worden aangegeven: de orde van grootte Wg x Wa bedraagt 100 km x 5 km voor satelliet systemen en 10 km x 1 km voor vliegtuigsystemen. Voor veel toepassingen is de resolutie van de radar belang rijk. Deze is verschillend in azimut- en range-richting. De range-resolutie Rr is de kleinste afstand tussen twee punten in de kijkrichting waarbij deze nog kunnen worden onderscheiden. Ze wordt daarom bepaald door de effec tieve pulslengte aangezien deze het kleinste onderscheidbare tijdsverschil bepaalt. Grotere pulslengten leiden tot een lagere range-resolutie. Huidige ra darsensoren hebben een range-resolu tie van ongeveer 10 m voor satelliet systemen en 2 m voor vliegtuigsyste men. De resolutie in azimut R., is ge lijk aan de grootte van de footprint van de antenne in azimut-richting. Deze is niet beter dan 1 km. In plaats van de rangerichting wordt veelal de zogenaamde ground range-richting ge bruikt. Dit is de projectie van de rangerichting op het aardoppervlak, afhankelijk van de kijkhoek Yo (fig. 1). De corresponderende resolutie wordt ground range-resolutie Rg genoemd. Samen met de azimut-resolutie be paalt deze de 2D-resolutie van de radar op het aardoppervlak, de pixel grootte Rg x R.r Terwijl de resolutie in ground-range voldoende is (meters), is de resolutie in de azimut-richting (kilometers) to taal ongeschikt voor toepassingen in wetenschap en praktijk. Een hogere resolutie in azimut-richting kan wor den bereikt door gebruik te maken van een langere antenne. Om een resolutie te halen die vergelijkbaar is met de ground-range resolutie, is een anten nelengte van honderden meters nodig. Dit is met name uit mechanische (sta- biliteits) redenen niet haalbaar. Hoe deze beperkte resolutie in azimut-rich ting kan worden verbeterd, is onder werp van de volgende paragraaf. De azimut-resolutie van een gewone radar kan sterk worden verbeterd door gebruik te maken van de synthetische apertuur. Het idee van synthetische apertuur radar (SAR) is gebaseerd op het feit dat een bepaald punt op het aardoppervlak door meerdere achter eenvolgend verzonden pulsen wordt waargenomen. Doordat de sensor zich in deze tijd verplaatst van positie 1 naar positie 2 (fig. 2), krijgen alle echo's een Doppler-verschuiving. De ze wordt veroorzaakt doordat de af stand tussen sensor en doel, en daar- pulsafstand pulslengte antenne

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 8