O toepassing van (2) met GPS-bepa- ling van voerstralen. Nu kunnen we de „geoïde" als de meetkundige plaats van de punten Py zien. Maar de reductie van Pnaar Py is alleen een kwestie van W\y Fouten of grote standaardafwijkingen in Wif, dus in waterpasresultaten beteke nen gewoon dat de „geoïde" meegaat; formule (2) berekent dan de aldus ver bogen „geoïde". Denk erom: ook de voerstraalverhoudingen uit GPS-me- ting gaan mee met deze reductie. GPS-bepaling van voerstralen, in combinatie met de integraalformule van Stokes, geeft dus geen controle op waterpasresultaten. We beschouwen nu drie situaties, met formule (2) voor ogen: neem een gebied ter grootte van Nederland geheel bedekt met een waterpasnet. Men kan nu het idee van GPS-waterpassen toepassen, dus potentiaalverschillen berekenen via formule (2). Zeeën en hoge bergen geven moeilijkheden in het buiten gebied, waar waterpassen niet of nauwelijks mogelijk is; nu hetzelfde gebied, maar met een gat in het waterpasnet ter grootte van de vroegere Zuiderzee. Men kan nu wel proberen een „geoïde" te be rekenen, maar deze is dus juist in het gebied waar men potentiaalverschil len nodig heeft (het „gat") onbe trouwbaar door het wegvallen van waarnemingen in het rechterlid van formule (2); weer hetzelfde gebied, maar nu ge heel zonder waterpassing. Men is dan gedwongen een andere inte graalformule toe te passen, namelijk de formule van Hotine. De variant in onze theorie wordt, met alleen de belangrijkste termen: A(ln-i) - d" [ICjIiHn-i - 2A(ln—)}dil. (4) Deze formule kan overal op aarde worden toegepast, al zal dit voorlopig op grote praktische moeilijkheden sto ten. De formule leent zich in het bij zonder voor de verwerking van satelliethoogtemeting bo- Overziet men deze drie situaties, met hun specifieke moei lijkheden, dan komt men ertoe de integraalformule van Stokes geheel te vervangen door de integraalformule van Hotine (4). Controle op en berekening van potentiaal verschillen is dan in principe overal op aarde mogelijk. Men zie verder het gestelde in [6]. Zo ziet men dat in de geodesie nog leuke elementaire problemen te vinden zijn. Samenvatting Na enige speculaties over schrankingsstelsels en criterium- covariantiematrices van ruimtelijke netwerken wordt de wisselwerking van de integraalformule van Stokes met een geoïde nader onder de loep genomen. Hierbij blijkt dat deze integraalformule, gecombineerd met GPS-meting, geen controle geeft op waterpasresultaten, zodat een andere opzet gewenst is. The legend of the geoid This article starts with some discussion on S-systems and criterion covariance matrices for spatial networks. Then a closer investigation is made on the interaction between Stokes' formula and the geoid. It appears that with the combination of this integral formula with GPS measurements no control is obtained on levelling results. Thusanother approach is desirable. [1] Min E. de, De geoïde van Nederland. Proefschrift TU Delft, 1996; NCG, Publicatie no. 34, Delft 1996. [2] Baarda W„ Het spel van de criterium covariantiematrix. Geodesia 1997 no. 1. [3] Mueller I., Reference Coordinate Systems: An Update. In: F. Sansb and R. Rummel (eds) - Theory of Satellite Geodesy and Gravity Field Determination - Lecture Notes in Earth Sciences, Nr. 25, Springer Verlag, Berlin, etc., 1989. [4] Torge W„ The IAG. More than 130 Years of International Cooperation. Journal of Geodesy, Vol. 70, Nr. 12, October 1996. [5] Baarda W.,H Connection between Geometric and Gravimetric Geodesy. A First Sketch NGC, Publications on Geodesy, New Series, Vol. 6, Nr. 4, Delft 1979. [6] Baarda W., Linking up Spatial Models in Geodesy. Extended S-transformations. NGC, Publications on Geodesy, New Series, Nr. 41, Delft 1995. [7] Molenaar M., A Further Inquiry into the Theory of S-transformations and Criterion Matrices. NGC, Publications on Geodesy, New Series, Vol. 7, Nr. 1, Delft 1981. 211 GEODES1A 1997-5 Summary Literatuur

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 13