Geodesie. Daar kan hij door iedereen
worden bezichtigd. Een klein deel van
de collectie is opgesteld in de entreehal
van het gebouw.
Wat is er zoal in de collectie te vinden?
In de eerste plaats praktische spiegel-
instrumentjes, die ontworpen zijn
door A. Lipkens, de eerste directeur
van de Koninkli jke Akademie. Voorts
het waterpasinstrument van Gravatt
en het door prol. dr. L. Cohen Stuart,
de eerste directeur van de Polytechni
sche School, gewijzigd instrument van
Gravatt. Interessant is ook het water
pasinstrument van de Delftse instru
mentmaker Onderdewyngaart Can-
zius en goedgekeurd door luit.kolonel
C. R. T. Krayenhoff, die omstreeks
1800 een driehoeksmeting in Neder
land heeft uitgevoerd met de ook aan
wezige repetitiecirkel van Borda en het
waterpasinstrument van Ramsden. Er
bevinden zich nog vele later gefabri
ceerde waterpasinstrumenten in de
collectie.
Belangrijk is ook de verzameling op
tische afstand meters en tachymeters.
De oudste is de dubbelbeeldafstand-
meter van Rochon, uitgevonden in
1777. Maar er zijn nog meer afstand
meters, waaronder ook modernere
dubbelbeeldafstandmeters, zoals die
van Bosshardt-Zeiss, die vanaf 1920 in
gebruik kwamen. Van de tachymeter
zijn ook voorbeelden te vinden, waar
onder de schuiftachymeter van Puller-
Breithauer. Van de bij de genoemde
instrumenten benodigde baken zijn
ook verschillende verzameld, waaron
der de gecompliceerde Werffeli-baak.
Speciale aandacht vraagt de collectie
planimeters met als oudste de plani-
meter van Wetli uit 1849. Er werd
veel gerekend door landmeters en
daarvoor werden mechanische reken
machines gebruikt, waarvan er vele te
zien zijn. De oudste is een reken
machine, de Arithmomètre, uit 1820
van Thomas. Ook modernere, zoals
die welke vanaf 1892 door Brunsviga
werden vervaardigd, zijn in de collec
tie vertegenwoordigd. Tenslotte nog
even aandacht voor de hele bekende
rekenmachine met de naam Millionar
uit het eind van de 19e eeuw en een
ingewikkelde rekenlineaal met ver
lengde schaal, waarmee nauwkeurig
kon worden gerekend.
Veel van deze gegevens werden ont
leend aan een artikel van Pouls in
NGT Geodesia 1985, p. 4-12. Deze
kon overigens de verleiding niet weer
staan om van de gelegenheid gebruik
te maken een oproep te doen om niet
meer gebruikte geodetische appara
tuur en aanverwante artikelen aan de
collectie te schenken.
Contactpersoon: ing. M. J. M. Kre-
mers, telefoon (015) 278 28 47.
(Uit: Delft Integraal 1997-1
deel 2 in de serie Delftse universitaire
collecties)
Zeeschepen langer dan 245 meter, die
tot op de centimeter nauwkeurig de
zeesluis van Terneuzen in moeten va
ren, doen dat vanaf heden met behulp
van het Sluis Naderings Systeem. De
directie Zeeland van de Rijkswater
staat introduceert dit satelliet-plaats-
bepalingssysteem om de toegang van
de grotere zeeschepen naar het Kanaal
Gent-Terneuzen te verbeteren.
Sinds begin jaren tachtig werkt de
Rijkswaterstaat, volgens een overeen
komst met de Belgen, aan de verbeter
de toegang van het Nederlandse stuk
kanaal richting de Gentse haven. Zo is
een aantal bruggen aangepast om de
onderdoorvaart van schepen te verbe
teren en is de invaart van de sluis ver
gemakkelijkt. Het Sluis Naderings
Systeem is een bijzonder nauwkeurig
navigatiesysteem dat werkt via zes
satellieten. De loods neemt een draag
bare „ontvanger" mee aan boord van
het schip en bepaalt via een zendersta
tion op de wal de vaarsnelheid, de af
stand tot de sluis en de precieze af
stand tussen het schip en de as van de
sluis. Zo kan hij, met hulp van sleep
boten, een schip langer dan 245 meter
tot op de centimeter nauwkeurig de
sluis invaren. „Voorheen was dit een
lastige klus", zegt Bas de Hoop van
RWS Zeeland. „We hadden regelma
tig schade aan de sluis en betaalden
daarom hoge verzekeringspremies.
Vanaf mei kunnen we die dure verze
kering opzeggen, die overigens altijd
vergoed is door de Belgen. Het Sluis
Naderings Systeem blijkt na uitge
breid vooronderzoek en een jaar proef
draaien de beste manier om een sluis
zo veilig en nauwkeurig mogelijk aan
te varen. Loodsen van het Loodswezen
hebben hier inmiddels een aparte cur
sus voor achter de rug, want we zijn de
eersten die zo'n systeem toepassen".
(Uit: V&W-blad Profiel,
10 april 1997)
r De Unie van Water-
schappen en Logiste-
rion Automatisering
zijn een mantelovereenkomst overeen
gekomen met betrekking tot de leve
ring van producten en diensten op het
gebied van Geografische Informatie
Systemen (GIS). Deze overeenkomst
is geldend voor alle waterschappen in
Nederland.
Naast de verstevigde samenwerking
verwachten beide partijen veel voor
deel te halen uit de kennisuitwisseling
op het gebied van GIS. Een onderdeel
van het contract vormt het feit dat een
gedeelte van de budgetten dat de wa
terschappen betalen voor het onder
houd, wordt vrijgemaakt voor geza
menlijke applicatie-ontwikkelingstra
jecten. Daarnaast zijn afspraken ge
maakt met betrekking tot de mogelijk
heid van het afsluiten van een gunstig
consultancy-abonnement.
Een sterk groeiende groep waterschap
pen (inmiddels meer dan twintig)
heeft al eerder een bewuste keuze ge
maakt voor het gebruik van software
van Logisterion.
Vier Tweede Kamerleden van de
WD hebben begin april 1997 kamer
vragen gesteld, gericht aan staatssecre
taris mevrouw Van de Vondervoort
van Binnenlandse Zaken, over de be
stuurlijke status van een aantal gebie
den die Nederland bij rijksgrenswijzi
gingen in 1980 en 1992 van Duits
land, en in 1993 van België heeft
verkregen. Bij de vragen is een kaartje
gevoegd (jawel!); daaruit blijkt dat het
gaat om 17 gebieden langs de grens
met Drenthe, Overijssel, Gelderland,
Limburg en Zeeland, die in totaal
ruim 170 000 m2 groot zijn. De ka
merleden constateren dat deze gebie-
'997-5
GEODESIA
Met hulp van satelliet de sluis in
Unie van Waterschappen en
Logisterion sluiten mantel
overeenkomst GIS
Logisterion Automatisering
Kamervragen over „bestuurlijk
niemandsland"