GEODESIA
1997-5
den tot op heden niet gemeentelijk en
provinciaal zijn ingedeeld. Ze verwij
zen naar eerdere rijksgrenswijzigingen
met Duitsland in 1949 en 1963, waar
de aan Nederland toevallende gebie
den wel expliciet aan gemeenten wer
den toebedeeld, en stellen de staats
secretaris de vraag waarom dat in deze
drie recente gevallen niet is gebeurd.
De kamerleden willen dat de staats
secretaris alsnog een wet maakt, „op
dat een einde komt aan rechtsonzeker
heid en het bestaan van dit bestuurlijk
niemandsland". Wanneer de staats
secretaris de vragen zal beantwoorden,
en of zij inderdaad de gevraagde wet
geving zal aanbieden, is nog niet be
kend.
UT wil opleiding geodesie
binnenhalen, UT Delft is
gepikeerd
De Universiteit Twente ligt in de
clinch met de Technische Universiteit
Delft. De UT wil graag de opleiding
geodesie in huis halen, maar stuit op
verzet van Delft dat al een dergelijke
opleiding heeft. Voor twee soortgelij
ke opleidingen is, gelet op het geringe
aantal studenten, geen plaats in ons
land.
De Universiteit Twente lijkt te willen
profiteren van de discussie die mo
menteel gaande is in Delft. Daar kan
geodesie (in Delft 143 studenten en
daarmee de kleinste faculteit) niet lan
ger als zelfstandige faculteit voortbe
staan. Het college van bestuur van de
TU Delft wil dat geodesie wordt ge
clusterd met de Faculteit Aardweten
schappen en Lucht- en Ruimtevaart.
Geodesie zelf voelt meer voor samen
werking met Civiele Techniek.
De Universiteit Twente vindt bij
monde van rector-magnificus, prof.
dr. F. A. van Vught, dat geodesie pri
ma zou aansluiten op bestaande oplei
dingen. Volgens de Twentse rector
streeft de UT in eerste instantie naar
samenwerking met de TU Delft.
Mocht dat niet lukken, dan wordt op
de Twentse campus zelf iets opgezet.
Het binnenhalen van geodesie past
ook goed in de plannen van de UT om
de banden met het ITC, het interna
tionaal instituut voor lucht- en ruim-
tekartering en aardkunde in Enschede,
aan te halen. Beide instellingen zijn al
enige tijd met elkaar in gesprek over
mogelijke vormen van samenwerking.
Deze gesprekken zijn een uitvloeisel
van de plannen van de overheid om
internationale onderwijsinstituten als
het ITC en wetenschappelijke instel
lingen als de UT meer met elkaar te
laten samenwerken. In die optiek zou
het ITC mogelijk kunnen worden on
dergebracht bij de UT.
Het ITC onderhoudt echter niet al
leen contacten met de UT, maar werkt
al veel intensiever samen met de Tech
nische Universiteit Delft. In die stad,
waar 130 ITC-studenten gesteund
door 30 stafleden gestationeerd zijn,
houden ITC en TU Delft al gezamen
lijk colleges en maken zij gezamenlijk
gebruik van dure apparatuur. Het ITC
is vooralsnog niet van plan deze sa
menwerking af te breken.
„Bovendien", stelt woordvoerder J.
Oord van het ITC, „maakt mijnbouw
een belangrijk deel van de samenwer
king uit en juist dat onderdeel ont
breekt op de UT".
De pogingen van de UT al dan niet
met hulp van het ITC de opleiding
geodesie naar Twente te halen, hebben
volgens het weekblad Delta van de
TU Delft tot wrevel in de stad van de
Oranjes geleid. „Twente wil wel meer,
men zou al onze unieke opleidingen
willen", meldt rector-magnificus
Blaauwendraad in deze krant.
(Uit: De Twentsche Courant
Tubantia van 3 april 1997)
Kennelijk is de „overname" van Geo
desie al een feit, getuige de titel van dit
bericht „UT Delft", dus Universiteit
Twente Delft?? (red.)
VERSLAGEN
GBKN in de provincie Utrecht
voltooid
Op vrijdag 7 maart 1997 werd in
theater De Lampegiet in Veenendaal
gevierd dat de laatste GBKN in
de provincie Utrecht gereedkwam.
A. Faas, directeur van het Kadaster in
Utrecht, overhandigde aan burge
meester F. Brink van Veenendaal het
laatst gereedgekomen GBKN-blad.
Een teken des tijds was dat de over
handiging plaatsvond in de vorm van
een CD-tje. Gelukkig konden de ruim
honderd aanwezigen op het projectie
scherm zien wat de inhoud van het
schijfje was.
Kadasterdirecteur Faas (rechts) en com
missaris Beelaerts van Blokland midden)
bij de overhandiging van de CD met de
laatst gemaakte GBKN aan Veenendaals
burgemeester Brink. (Foto: Kadaster.)
De directeur van Waterleidingmaat
schappij Midden-Nederland (WMN),
F. van Dam, blikte terug op wat er in
de afgelopen decennia was gebeurd. In
Utrecht werd de behoefte aan een
systematische vervaardiging van goede
ondergronden in de jaren zeventig ma
nifest. Een eerste samenwerking begon
in 1978 met het karteren van de ge
meente Soest - waarbij tegelijk de
jarenlange discussie begon over de
kostenverdeling tussen de belangheb
benden. Indertijd werden de totale
vervaardigingskosten voor de hele pro
vincie geraamd op 26 miljoen gulden
en dacht men het project in 2005 af
gerond te hebben. De duizendste
GBKN werd in 1986 te Harmeien af
geleverd. Kort daarna begon een jaren
lange periode van stagnatie, eerst van
wege de nieuwe positie van het Kadas
ter en later omdat staatssecretaris
Heerrna „de knuppel in het hoender
hok gooide". Begin jaren '90 hebben
de Utrechtse nutsbedrijven zelfs over
wogen om in eigen beheer een
GBKN-achtige kaart te laten vervaar
digen. Men kwam er echter toch uit
en in 1994 is met de resterende 26%
van de provincie begonnen. Nu, acht
jaar eerder dan geraamd, is het project
afgerond voor 34 miljoen gulden; ge
corrigeerd voor prijsinflatie was dat
aardig conform de raming uit 1978,
aldus Van Dam. De nutsbedrijven zijn
zeer tevreden over het geleverde pro
duct en zijn inmiddels allemaal druk
bezig met het automatiseren van hun
bedrijfsmiddelenregistraties.
In Utrecht wordt beweerd dat het de
eerste provincie is, die de GBKN klaar
heeft. Dat is eigenlijk niet waar:
Noord-Brabant is Utrecht al vóór ge-