it De ijswaterpassingen op het IJsselmeer en het Markermeer De strenge winters van '96 en '91 Voorbereiding 257 GEODES1A 1997-6 surveying, levelling, applications landmeetkunde, waterpassen, praktijk KEYWORDS TREFWOORDEN In de winters van 1996 en 1997 zijn door de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat voor het eerst sinds 1979 weer twee ijswaterpassingen in Nederland uitgevoerd. De ijswaterpassingen vonden plaats op het IJsselmeer en het Markermeer. Een ijswaterpassing is een hydrostatische waterpassing waarmee de hoogteverschillen tussen meerdere peii- merken rondom een meer of kanaal in één dag tegelijk kunnen worden gemeten. Een laag ijs voorkomt de storende invloed van de wind. IJsbedekking is dus een voorwaarde waaronder een ijswaterpassing kan plaatsvinden. De termen hoog en laag zijn direct ge koppeld aan de stromingsrichting van water. Water stroomt van een hoog punt naar een lager punt. Als het water niet stroomt, zijn de punten even hoog en heerst er een hydrostatisch evenwicht. Van dit principe wordt ge bruikgemaakt bij een ijswaterpassing. De waterspiegel doet dienst als een ir. F. Kleijer medewerker 5e Nauwkeurig- beidswater- passing bij de Meetkundige Dienst. hulppunt Baak aflezing peilmerk WA TER 0 km afstand 6 km 10 km afstand 60 km Fig. 1. Principe van een ijswaterpassing. soort vizierlijn die, in tegenstelling tot bij een waterpas instrument, evenwijdig loopt met het NAP-vlak. Van deze natuurlijke vizierlijn kan gebruik worden gemaakt om over grote afstanden te waterpassen door een in het water ge plaatste baak af te lezen en uit de aflezingen het hoogtever schil af te leiden tussen de nulpunten van de baken. Om het hoogteverschil te bepalen tussen peilmerken moet de hydrostatische slag nog worden gecompleteerd met twee optische metingen. Als de baken aan de rand van het meer worden geplaatst - in de buurt van een peilmerk kan het hoogteverschil tussen baak en peilmerk eenvoudig via een korte optische aansluitingswaterpas sing nauwkeurig worden bepaald. Fig. 1 schetst de opzet van een ijswa terpassing. De ijswaterpassingen op het IJsselmeer en het Markermeer zijn respectievelijk uitgevoerd op 9 februari 1996 en 10 januari 1997. Omdat niet ruim van te voren te voorspellen was of de meren voldoende zouden dichtvriezen, was de voorbereidingstijd kort. In de week voor de metingen werd een keuze ge maakt van de merken waarop zou worden aangesloten, en werden loca ties gezocht voor het inrichten van de meetstations. Ten behoeve van de IJs- selmeer-ijswaterpassing zijn acht mer ken rondom het meer gekozen. Zeven hiervan waren Ondergrondse Merken of nulpalen. De nulpalen zijn verge lijkbaar met Ondergrondse Merken, maar zijn geplaatst in of nabij een peil- meetstation en zijn bedoeld voor het monitoren van waterstanden. De mer ken lagen regelmatig verspreid rond het meer. Ten behoeve van de Mar-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 11