gh d m ps- ■997-6 Topologische verwijzingen In theorie veroorzaakt het expliciet opslaan van planaire topologische informatie redundantie, omdat deze verwij zingen ook ontleend kunnen worden aan de metrische informatie zoals opgeslagen in het attribuut shape van het type line (35) in de boundary-tabel en in het attribuut location van het type point in de parcel-tabel. Hoe dan ook, het expliciet opslaan van topologische verwijzingen maakt het controleren van de topologische structuur in de data base mogelijk. Verder is het ook geschikt voor het manipu leren van de gegevens, bijvoorbeeld het berekenen van een polygon of het zoeken van de buren van een face. De ruimtelijke basis van het gegevensmodel is een planaire topologische structuur, die de CHAIN-ntethod [15] wordt genoemd; deze lijkt op de winged edge structuur [3] (fig. 1, 2 en 3). Echter alle verwijzingen naar de edges zijn voorzien van een teken, dat de doorlooprichting aangeeft bij het vormen van een aaneengesloten reeks grenzen. De edges bevatten ieder vier verwijzingen naar andere edges. In de boundary-tabel zijn er attributen om de onmiddellijke linker- en rechteredges bij het eerste punt fl-line-id en fr-line-id) en het laatste punt (ll-line-id en lr-line-id) aan te wijzen. Verder worden de verwijzingen van een face naar de eerste edge van zijn grenzenreeks en, indien er enclaves zijn, verwijzingen naar de eerste edge van elke binnenste gren zenreeks opgeslagen. In dit model kunnen de polygonen die gerelateerd zijn aan een face, worden samengesteld door alleen de van een teken voorziene verwijzingen te ge bruiken. Dus zonder het gebruik van geometrische bereke ningen met de coördinaten. Naast verwijzingen van faces naar edges, en van edges naar edges, bestaan er ook verwij zingen van edges naar linker- en rechter-faces: l-obj-id en r-obj-id in de boundary-tabel. De begrenzende rechthoek bboxwordt toegevoegd aan elke tabel met ruimtelijke gegevens om een efficiënte ruimtelijke selectie te kunnen uitvoeren. Tenslotte wordt de berekende oppervlakte op geslagen in het attribuut oarea van de parcel-tabel. De begrippen face, edge en node worden gebruikt wanneer de topologische aspecten worden bedoeld. De begrippen polygon, polyline en point worden gebruikt wanneer de metrische aspecten worden bedoeld. Ten slotte worden de begrippen parcel en boundary gebruikt wanneer de objecten perceel en grens zelf worden be doeld. Historische informatie Veranderingen in een kadastrale database zijn van discrete aard in tegenstelling tot meer geleidelijke veranderingen als natuurlijke verschijnselen of beurskoersen. Het aantal veranderingen per jaar in verhouding tot het totale aantal objecten is ongeveer 10%. Daarom is besloten om de histo rie op recordniveau vast te leggen. Dit in tegenstelling tot de keuze voor historie op attribuutniveau, hetgeen speci fieke database-ondersteuning vereist en het gegevensmodel in een standaard relationele database erg gecompliceerd zal maken [14] [19] [20] [27]. In plaats van het opslaan van de 264 GEODESIA Fig. 1. Boundaiy record 194425 met perceelsgrenzen. Attribute ogroup object «-ld sic shape flHineHd fr*-line«-id II ♦■line «-ld Ir ♦■line Hd lH)bJHd r^obJHd bbox object^-dt t*mln - Typ0 integer (4) integer(4) integer(4) line(3ö) integer(4) integer(4) integer (4) kiteger(4) integer(4) integer(4) box integer(4) integer(4) ,boundarv ((247297255,619776682),(247 11845G1 177680 ((247273870,619768141),(247 10091992 oude en nieuwe toestand is het ook mogelijk om alleen één van deze toe standen op te slaan, samen met het elders opslaan van het event (gebeurte nis) waarin de verandering expliciet wordt beschreven [1] [7]. Het is dan echter niet gemakkelijk om de toe stand op een willekeurig moment in het verleden uit de database te selec teren. Fig. 2. Parcel record 177612 met additionele perceelsinformatie. -Attribute ogroup object Hd sic location oarea bbox object ♦-dt tHnin tHnax municip iHium line ♦-id 1 lineHd2 Parcel Type lnteger(4) integer(4) lnteger(4) point float(8) box lnteger(4) integer(4) integer(4) char(S) Integer! 4) Integer(4) lnteger(4) 1(247302303,619776683) 1232671636.500000 ((247297265,619768141),(24731 2147483647 194426 In het kadastrale model wordt elk ob ject uitgebreid met twee tijd-attri- buten: tmin en tmax. Dit lijkt op het model in Postgres [23]. De objectbe schrijving is valide vanaf de waarde van tmin en blijft geldig tot tmax is gevuld. Actuele objectbeschrijvingen krijgen een speciale waarde, M7\X- TIME, dat hun geldigheid op dit mo ment aanduidt. MAX-TIME is groter dan elke andere tijdwaarde. Er is een verschil tussen de systeem(transactie)- tijd, het tijdstip waarop het betreffen de object is veranderd in de database, en de „formele" (gebruikers) tijd, het tijdstip waarop het betrokken object in werkelijkheid een verandering heeft ondergaan. In het gegevensmodel zijn

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 16