date. De beste oplossing is het al eerder
genoemde bi-temporele model: in de
laatste versie van het record (op basis
van de systeem-tijd) is aan de geldige
gebruikerstijd valid-tmin/valid-tmax
te zien wat en wanneer een bepaalde
waarde had moeten zijn volgens de
laatste inzichten.
Een ander bijzonder geval is het resul
taat van geometrische kwaliteitsverbe
tering. Na herberekening van coördi
naten van ruimtelijke objecten doen
zich relatief veel kleine veranderingen
voor. Er is besloten deze als normale
mutaties te behandelen, omdat klan
ten over dezelfde geometrische basis
moeten beschikken als de gegevens-
leveranciers zelf. Zo niet, dan kunnen
zich potentiële fouten in de toekomst
voordoen door kleine verschillen tus
sen de diverse coördinaten. Klanten
moeten worden geïnformeerd omdat
het omvangrijkere mutatiebestanden
zal opleveren.
Mutatiebestanden
Klanten ontvangen na de aanvankelij
ke levering van de gehele gegevensver
zameling (nul-stand) periodiek muta
tiebestanden die alle veranderingen
ten opzichte van de vorige levering
aangeven [16]. Het tijdsinterval voor
een bepaald mutatiebestand loopt van
t-begin tot t-end. Mutatiebestanden
bestaan uit twee delen: WAS: verwij
derde objecten en oude versies van
veranderde objecten en WORDT:
nieuwe objecten en de nieuwe versies
van de veranderde objecten.
Naast de gegevensselectie uit de data
base via SQL-bevragingen met tijd
voorwaarden moeten de mutatiebe
standen worden omgezet naar het
gegevensuitwisselingsformaat NEN-
1878 [17]. Objectveranderingen in at
tributen, zoals topologische verwijzin
gen, worden wellicht door de klant
niet op prijs gesteld. Deze „onzicht
bare" veranderingen kunnen uit het
mutatiebestand worden gefilterd. Er
zijn twee interpretaties mogelijk voor
de begin- en eindtijd in een mutatie
bestand: als een compleet tijdsinterval
of als twee individuele momenten in
tijd. In het tweede geval zal de klant
niet geïnteresseerd zijn in tijdelijke
versies van de objecten tussen de twee
tijdsmomenten. Dit resulteert uiteindelijk in vier mogelijke
typen mutatiebestanden:
interval-alle-veranderingen: alle veranderingen binnen
het tijdsinterval (t-beg, t-end], inclusief t-end, inclusief de
levering van alle tijdelijke objectversies.
verwijderde/veranderde objecten
select from line 1 where
t_beg l.tmax and l.tmax t_end;
nieuwe/veranderde objecten
select from line 1 where
t_beg l.tmin and l.tmin t_end;
In het geval dat een bepaald object twee keer is bijge
werkt, bestaan er twee versies van de oude objecten
(WAS: x, tl en x, t2) en twee versies van nieuwe objecten
(WORDT: x, t2 en x, MAX-TIME) in het mutatiebe
stand; zie het onderstaande voorbeeld:
oid=x,
tmax=tl
oid=x,
oid=x, tmax=MAX_TIME
tmax=t2
t2
tl
t_beg (tijd as) t_end
„O-X-
momenten-alle-veranderingen; alleen veranderingen in
vergelijking tot de twee momenten in de tijd t-beg en
t-end. Alle tijdelijke versies worden niet aangeleverd. Dit
betekent dat de object-versies moeten overlappen in tijd
met ofwel t-beg (verwijderde/bijgewerkte objecten) ofwel
t-end (nieuwe/bijgewerkte objecten).
verwijderde/veranderde objecten
select from line 1 where
t_beg l.tmax and l.tmax t_end
and l.tmin t_beg;
I* nieuwe/veranderde objecten
select from line 1 where
t_beg l.tmin and l.tmin t_end
and t_end l.tmax;
interval-relevante-veranderingen: alle veranderingen bin
nen het tijdsinterval (t-beg, t-end] met betrekking tot de
te leveren attributen (A1,A2, ...,An) moeten in het
mutatiebestand worden opgenomen. „Ai" kan een geo
metrisch gegevenstype zijn. Daar de gegevens toch moe
ten worden omgezet naar het uitwisselingsformaat NEN-
267
GEODES1A
1997-6