Geo-informatie van de overheid: wat mag dat kosten? Een onderzoek naar de praktijk van prijzen van geo-informatie bij de overheid Wat gebeurt er in de praktijk; aanpak van het onderzoek GKODES1A 1997-6 geo-information engineering, land information, survey geo-informatievoorziening, vastgoedinformatie, overzicht KEYWORDS TREFWOORDEN De opbouw van GI-datasets kost veel geld. Niemand kijkt er dan ook van op dat er voor het gebruik van die datasets minimaal voor de kosten van verstrekking moet worden betaald. Maar als er meer dan verstrekkings- kosten moet worden betaald, begint vaak de discussie. Welke kosten worden doorberekend in de prijs en worden alle klanten gelijk behandeld? Wat moeten we met strijdigheden in politiek beleid. Aan de ene kant pleit een staatssecretaris ol wethouder voor gratis verstrekking van overheidsdata, terwijl aan de andere kant instanties verzelfstandigen en budgetten krimpen, waardoor (deels) kostendekkende prijzen voor levering van GI-datasets nodig worden om de informatie voorziening in stand te houden. Prijsvorming, commercialisering en toegankelijkheid zijn onderwerpen die in 1997 prominent op de Ravi-be- stuursagenda staan. In dit jaar zal het Ravi-bestuur in een aantal discussies proberen tot heldere standpunten over deze onderwerpen te komen. Indien nodig zal de Ravi bij de politiek aan de bel trekken om knelpunten aanhangig te maken. Door professionals uit het werkveld en het Ravi-secretariaat zijn diverse rap porten en notities opgesteld, die die nen als bouwstenen voor de discussie in het Ravi-bestuur. In een drietal arti kelen, waarvan dit het eerste is, wordt ingegaan op enkele bouwstenen voor de discussie. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan: hoe wordt er in de huidige praktijk omgegaan met het rekenen van prij zen voor GI-overheidsdata; welke onderwerpen moeten volgens de professionals in het werkveld in Ravi-verband worden besproken; drs. Jaap Berends, adjunct secretaris Ravi. wat is het juridische kader waaraan overheden zich bij het vragen van prijzen moeten houden (verslag van een onderzoek van het Instituut voor Informatierecht, in opdracht van de Ravi). Om zicht te krijgen op de huidige stand van zaken met be trekking tot commercialisering van geografische informatie binnen de overheid is met een tiental instanties medio 1996 een interview gehouden, waarin de praktijk is be sproken. De geïnterviewde organisaties zijn: provincies, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Topografi sche Dienst (TDN), Meetkundige Dienst van de Rijks waterstaat (MD), Kadaster, DLO-Staringcentrum (DLO- SC), CBS, Dienst Landelijk Gebied (DLG) en het ministe rie van VROM. De interviews zijn afgenomen door de auteur van dit artikel. Als handleiding bij deze interviews is een vragenlijst gebruikt, die is gebaseerd op een onderzoek in de Verenigde Staten van H. J. Onsrud c.s. [1]. In grote lijnen zijn bij de interviews de volgende onder werpen besproken: is de opbouw van datasets een primaire taak van de be treffende instantie of worden datasets gebruikt als grond stof voor andere taken of ontstaan datasets als bijproduct van andere taken; wordt de beschikbaarheid van GI-datasets voor derden beperkt en zo ja, waardoor; heeft de betreffende instantie beleid ontwikkeld ten aan zien van beschikbaarheid en prijzen van GI-datasets; hoe wordt er omgegaan met de aansprakelijkheid voor de kwaliteit van geleverde datasets; hoeveel verzoeken om levering geo-informatie of GI- datasets worden er feitelijk ontvangen en wat waren in 1995 de inkomsten; wordt er bij de berekening van een prijs onderscheid gemaakt naar afnemers; welke kosten worden doorberekend in de prijs van GI- datasets. 251

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 5