heeft afgesloten voor het gebruik van datasets van onder meer Kadaster, TDN en Kamers van Koophandel (opnieuw: de informatiefabrieken). De inkomsten uit de verkoop van ge gevens zijn, als we de informatiefa brieken buiten beschouwing laten, te verwaarlozen. De inkomsten van de verkoop aan commerciële partijen zijn nihil. De meeste geïnterviewde instanties hebben nog geen vastgesteld beleid ten aanzien van commercialisering van geo-datasets. Er zijn wel beleidsnoti ties waarin het onderwerp is geagen deerd en in veel organisaties is het on derwerp in discussie. De praktijk van de berekening van prijzen is zeer di vers. In de praktijk komen als varian ten voor: van het gratis verstrekken van datasets, een prijs die verband houdt met de gemaakte kosten, een prijs die geen enkel verband houdt met de gemaakte kosten tot het bere ken van een „marktprijs" die geba seerd is op de vraag. De discussie over commercialisering blijkt dus nog voornamelijk theorie. De praktijk is nog nauwelijks tot ont wikkeling gekomen. Het Ravi-bestuur is op tijd met een bezinning op dit onderwerp. Discussie over commer cialisering moet transparantie ten aan zien van het aanbod opleveren: welke instanties stellen welke datasets onder welke condities beschikbaar aan wie? inzicht geven in de vragers en de prijs die zij bereid zijn te betalen voor het gebruik van datasets. Beperkingen aan het gebruik hinderen de gebruiker Hoewel commercialisering nog in de kinderschoenen staat, leggen leveranciers van geo-datasets forse beperkingen op aan het gebruik van de dataset. Voorbeelden hiervan zijn binding van het gebruik aan projecten, organisatie(-onder- delen) en taken. Daarnaast staat in ieder leveringscontract een verbod op doorlevering. De redenen voor deze beper kingen zijn in de eerste plaats de bescherming van de eigen positie als leverancier van de betreffende dataset (dit is immers een voorwaarde voor commercialisering) en in de tweede plaats de wens om grip te houden op het gebruik van de dataset. Een gebruiker die uit diverse bronnen een nieuw geo-informatie-product wil maken en dit wil door leveren aan derden, moet echter een woud van beperkingen kappen om dit mogelijk te maken. Tevens kunnen vraag tekens worden gezet bij de handhaafbaarheid. Een medium als Internet maakt razendsnelle duplicatie en verspreiding mogelijk. Daarnaast kunnen datasets na bewerking hun leven voortzetten in nieuwe verrijkte informatieproducten. Aan de ene kant zijn beperkingen aan het gebruik van geo- datasets een voorwaarde voor commercialisering. Aan de andere kant hinderen beperkingen de gebruiker in zijn ge bruik van de dataset. Wellicht zijn er afspraken nodig over de beperkingen die partijen elkaar opleggen en de zin daar van. Het ontbreekt aan marktkennis Doordat er niet of nauwelijks ervaring is opgedaan met de commercialisering van geo-informatie, bestaat er weinig kennis over de markt voor geo-data sets. Levering tegen maximaal ver- strekkingskosten levert de overheden als leveranciers nauwelijks prikkels op, die hen attent maken op de werkelijke behoefte en koopkrachtige vraag van gebruikers en potentiële gebruikers. Komt er wel een vraag naar geo-infor- matie tot ontwikkeling of is er geen markt voor geo-datasets? Wie zijn de vragers en wat zijn zij bereid te betalen voor geo-informatie? Onbekendheid met de vraag naar geo-datasets belem mert een goede aanpak van commer cialisering. Marketing-onderzoek kan 307 Pinnen voor verstrekte informatie. Bijzondere positie van verzelfstandigde instanties Organisaties die op de één of andere wijze verzelfstandigen, krijgen over het algemeen de opdracht hun organisatie op een meer bedrijfsmatige leest te schoeien. Hierbij kan de productie van datasets een primaire taak zijn zo als bij het Kadaster en de TDN, maar dat hoeft niet. Enerzijds leidt verzelf standiging ertoe dat organisaties vaak gedwongen zijn prijzen te vragen, an derzijds komt met de verzelfstandiging het instrumentarium mee om geld in rekening te kunnen brengen. Niet zel den gaat het om organisaties die voor de datasets die worden geleverd mono polist zijn. Organisaties die het verste zijn met commercialisering, zijn dan ook over het algemeen op de één of andere wijze intern of extern verzelfstandigd en hebben daarbij een kostendek king-doelstelling meegekregen. Interessant is de vraag of een verzelfstandiging van een overheidspartij leidt tot een ander verrekeningsmechanisme voor zijn geo-datasets dan gewone uitwisseling tussen overheidsorganisaties. GEODESIA 1997-7/8

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 15