plaats van de handelingen, objecten en processen in dit kader tonen. Het interactieschema past zonder enige kunst grepen in dit eerder voor geodesie, kartografie en GIS ontwikkelde theoretische kader. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst. Meer hierover in [4], Gedachteninhoud en uitdrukkingsvorm Tussen mensen onderling en tussen mens en computer zijn gedachten niet zonder uitdrukkingsvormen over te dragen. U kunt geen gedachten lezen, of direct kennis nemen van wat er in het computergeheugen omgaat. Mijn ideeën over de mens-computer-interactie bijvoorbeeld moet ik overbrengen met woorden en schema's, met alle misverstanden die daarbij mogelijk zijn. De relatie gedachteninhoud-uitdrukkingsvorm is, voor landschappen en grafische voorstellingen, in beeld gebracht in fig. 1 en 2. Het is een symmetrische structuur, vergelijk baar met die in andere taalvormen [5]. De term land schapsmodel moet, bij gebrek aan een betere term, heel breed worden opgevat: het is een mentale of digitale vast legging van alles wat er in de wereld is waargenomen of daarover bedacht is. Met „uitdrukkingsvorm" bedoel ik de gehele of gedeeltelijke mentale of digitale vastlegging van wat zich in het kaartbeeld afspeelt. Wat er op papier of scherm staat, zou dan de „uitdrukking" kunnen worden genoemd. Meestal zijn uitdrukkingsvorm en uitdrukking direct aan elkaar gekoppeld (stroompjes in het videoge heugen en gloeiende fosforpuntjes op het beeldscherm), maar net zoals bij gedachteninhoud en wereld hoeft dat niet. Tussen terrein en kaartbeeld kunnen mentale en digitale trajecten worden onderscheiden, zowel in heen gang als in teruggang, en ook combinaties daarvan. Het schema verbindt ook geodesie (veel gegevensinwinning, maar ook realisatie) en kartografie (vooral gegevenspresen tatie en interactie). Zie [6] voor uitgewerkte voorbeelden. w Fig. 2. „Maar bovendien toont de analyse wanneer die wordt doorgezet, dat uit- dmkkingsvlak en inhoudsvlak zich uitputtend en zonder tegenspraak als op steeds vol komen analoge wijze laten be schrijven, zodat op de beide vlakken volledig gelijk gedefinieerde categorieën worden voorzien. Dat betekent een verdere wezenlijke bevestiging van de juistheid, uit drukking en inhoud als groot heden met in ieder opzicht gelijke positie en rechten op te vatten Louis Hjelmslev (1943) [5, p. 62]. Handelingen, objecten en processen De twee mensen in het (gespiegelde) Limburgse landschap van fig. 1 heb ben niet alleen gedachten over de (statische) objecten in het terrein, maar ook over de processen die zich daar afspelen en over de handelingen die ze erin zouden kunnen uitvoeren. Om deze gedachten te kunnen delen met een ander zijn in de taal naast de zelfstandige naamwoorden de werk- woorden uitgevonden. We gebruiken deze behalve voor de communicatie over (menselijke) handelingen ook voor mededelingen over (natuurlijke of kunstmatige) processen. De dyna miek van de wereld wordt dus weer spiegeld in onze uitdrukkingsmoge lijkheden. Hoe zit dat bij GIS en kaarten? Fig. 2 toont de handelingen, objecten en processen op de vier onderscheiden niveaus van het LM/VM-paradigma. Als we in de wereld kunnen handelen, kan dat ook in het beeldvlak (als deel van de wereld), en kunnen we ook in de mentale of digitale voorstellingen (modellen) van wereld of beeldvlak handelingen of processen bedenken of (laten) uitvoeren. De structuur blijft steeds symmetrisch. In fig. 2 is ook de term „vastleggings vorm" opgenomen. Zowel gedachten inhouden als uitdrukkingsvormen moeten namelijk ergens fysiek worden opgeslagen. Bij de mens gebeurt dat in een neuraal netwerk, in de computer in chips. De patronen die we dan tegenkomen, zijn op twee manieren te bekijken: fysiek (wat zijn de geheugen plaatsen?) en conceptueel (waarheen verwijzen ze?). In de ANSI/SPARC- architectuur voor de analyse van infor matiesystemen [7, p. 15] wordt ook een extern schema onderscheiden; dit beschrijft hoe de data en algoritmen van het visualisatiemodel naar de ele menten van het beeldvlak verwijzen. Het is opmerkelijk, dat in geraad pleegde literatuur nooit een intern schema voor het visualisatiemodel wordt opgevoerd, terwijl toch ook voor dit model moet worden vastge legd hoe je het opslaat. 312 1997-7/8 GEODESIA LM/VM-PARADIGMA x HOP-MODEL handelingen objecten processen semiotische structuur: r a r f A terrein terrein terrein handelingen objecten processen V v L y landschapsmodellen (LM) (gedachteninhouden) visualisatiemodellen (VM) (uitdrukkingsvormen) grafische voorstellingen (o.a. kaarten) y LM-handelingen y n LM-objecten r LM-processen vastleggingsvotm vastleggingsvofm v y vastleggingsvorm V- J M y y y r a vastleggingsvotm vastleggingsvorm vastleggingsvorm VM-handelingen VM-objecten VM-processen v V y k y y y a beeldvlak beeldvlak beeldvlak handelingen objecten processen v y V y k. y ANSI/SPARC 3-Schema Architecture: Conceptual Schema Internal (Physical) Schema External Schema

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 20