Baarda en het coördinaatbegrip 1997-7/8 GEODESIA tingswet voor de precisie laten werken van de tachymetri- sche dwangpunten, via de gelineariseerde tracévergelijkin gen, naar op de tracélijn te berekenen punten. Zodoende kan voor de precisie tussen gemeten (referentie)punten en berekende tracépunten een precisiecriterium worden ge steld dat invariant is voor de willekeurige keuze van de basispunten van het S-stelsel. Waarvan akte! (zie stelling 8 en 9 van mijn dissertatie.) Op deze basis vindt sinds twintig jaar de geometrische kwaliteitsbeheersing van de spoornieuwbouw en -vervan ging in Nederland plaats. Dat zijn inmiddels vele duizenden kilometers spoor! Geachte professor Baarda, Uw ,,Delftse Schoof' in de Geodesie wordt gekenmerkt door een fundamentele beschouwingswijze bij de model bouw, een baanbrekende toepassing van statistische toets- methoden en de grote nadruk op een integrale aanpak van analyse en ontwerp van geodetische systemen, inclusief de consequente aandacht voor de precisie en betrouwbaarheid daarvan. In de Nederlandse praktijk-omgeving wordt algemeen de toetsings- en betrouwbaarheidstheorie - met elementen als de B-methode, data-snooping en grens waarden - als het hoogtepunt van uw wetenschappelijke bijdragen op het vakgebied beschouwd. Ikzelf vind echter uw studies rond het coördinaatbegrip met elementen als vormgrootheid, schranking en crite- rium/covariantiematrix - van méér fundamentele beteke nis. Ik denk dat dat ook komt omdat u mij persoonlijk op dit onderdeel van de „Delftse School" het meest achter de broek heelt gezeten. Mag ik de kern citeren uit de door u in 1979 geschreven subsidie-aanvraag voor mijn promotie onderzoek: ,,Het betreft de beschrijving van de onderlinge ligging van punten op aarde, in wisselwerking met het VLBI-nreet- proces, door vormelementen, invariant tegen wijziging van translatie-, rotatie- en schaalparameters, waardoor de steeds weer blijkende restonzekerheden in definiëring van astro nomische en geodetische coördinatenstelsels en van na tuurconstanten in voldoende mate kunnen worden geëli mineerd". Zes jaar later kreeg ik bij mijn academische promotie van u - naast lovende woorden voor de totale arbeid - over deze doelstelling te horen dat de door u geliefde quaternionen mijn weerstand niet hadden kunnen doorbreken en dat in mijn proefschrift de aanbeveling ontbrak om via de quater- niontheorie een driedimensionale criterium-matrix voor coördinaatgrootheden te ontwikkelen, omdat dan pas tot een goed begrip van de nauwkeurigheid van VLBI-net- werken was te geraken en de „Delftse" benadering ook dan pas rond zou zijn. Ik denk dat iedereen die met u gewerkt heeft, zulke erva ringen heeft gehad. Het typeert uw grote kracht: uit een consistente visie aangeven waar nog ontwikkeling mogelijk is en waar de oplossingen voor complexe geodetische vraag- Dr. ir. Frits J. J. Brouwer, Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat, plv. hoofd ingenieur- directeur. Gepromoveerd in 1985. Titel proefschrift:On the Principles, Assumptions and Methods of Geodetic Very Long Baseline Interferometry". stukken liggen. Door deze kracht is veel tot stand gekomen: de kringnet- ten, het werk aan RETrig en UELN, de S-transformatie, de HTW-1956, het deformatie-onderzoek, enzovoort. Zo'n visie had u reeds bij uw aantre den als lector aan de TH Delft in 1947 in uw rede over ,,De betekenis en waarde van coördinaten in de land meetkunde", zo'n visie heeft u nog steeds, zie bijvoorbeeld uw artikel in het afgelopen januarinummer van Geodesia over de nieuwe HTW. U heeft mij in dit alles ook diverse mo gelijkheden geboden en ik dank u dan ook voor de moeite die u steeds heeft genomen mij in mijn loopbaan en werk te volgen en te adviseren. Der halve tot slot: binnenkort speelt weer een kwestie van coördinaatdefinitie: de aanscherping van de definitie van het NAP, iets wat van fundamenteel belang is voor zaken als de Neder landse waterhuishouding. Mag ik van deze gelegenheid gebruikmaken om af te spreken u wederom te consulteren? Mede namens Tinie, van harte gefeli citeerd met uw tachtigste verjaardag en nog vele gezonde jaren toegewenst door deze, zoals we ons indertijd bij het LGR noemden, „Baarda-boy". 330

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 38