Mono-coding en multi-coding (2)
Voor- en nadelen bij toepassing in een vector-gestructureerde
geografische database
gis, datastructures, theory keywords
gis, datastructuren, theorie trefwoorden
In het eerste deel van dit artikel in Geodesia 1997
no. 7/8 is ingegaan op de begrippen mono-coding en
multi-coding uit de geografische database-theorie.
Dit tweede deel behandelt de voor- en nadelen van de
verschillende systemen voor de opslag in, de bevraging
en bijhouding van, en de uitwisseling tussen geo
grafische databases. Tenslotte wordt nagegaan wat dit
betekent voor een geografische database als het
kadastrale hoofdbestand.
Ingeval van edge-mono-coding kunnen
objecten onafhankelijk van elkaar
worden gemuteerd. Het object AA in
fig. 1 wordt gesplitst door de verticale,
met een stippellijn aangegeven edge.
Langs de edges 11-12 en 15-16 ont
staan situaties als eerst ook gold voor
de edge 11-13: de aangrenzende ob
jecten CC en DD worden nog via de
oorspronkelijke edges gerepresenteerd,
de nieuwe deelobjecten van AA via
gedeelten van deze edges, tenzij uit
overwegingen van consistentie is be
sloten om ook voor de aangrenzende
objecten deze deel-edges te gebruiken.
Dan kunnen de objecten echter niet
meer onafhankelijk van elkaar worden
gemuteerd. Bij beide vormen van mul
ti-coding heeft een mutatie in de geo
metrie van een bepaald object altijd
gevolgen voor aangrenzende objecten,
die daarmee gerepresenteerd worden.
Bij edge-multi-coding\X\fx. dat beperkt
tot de objecten van dezelfde thema
klasse, bij face-multi-coding geldt dat
ook voor de objecten uit de andere
themaklassen.
Als in fig. 1 het object AA op de hier
boven beschreven wijze wordt ge
splitst, betekent dat bij edge-multi-
ir. H. A.
Hettema,
werkzaam bij de
Concernstaf
V&L van bet
Kadaster te
Apeldoorn.
coding ook splitsing van de edges 11-12 en 15-16. Hierbij
moeten de nieuwe deel-edges aan de nieuwe vlakobjecten
worden gerelateerd, maar ook aan de aangrenzende vlak
objecten CC en DD. Voor de overlappende objecten XX
en YY uit het andere thema heeft dit echter geen gevolgen.
Bij face-multi-coding betekent dit, dat ook de faces II en
V dienen te worden gesplitst. Daarvoor moeten de edges
11-12 en 15-16 worden gesplitst, maar ook edge 31-32 en
de gestippelde nieuwe edge zelf. De nieuwe deel-edges
moeten vervolgens worden gerelateerd aan de nieuwe faces,
maar ook aan de aangrenzende faces I en III. De nieuwe
deel-faces moeten worden gerelateerd aan de twee deel-
percelen van AA, maar ook aan de overlappende objecten
XX en YY. Een en ander maakt de bijhouding arbeids
intensief en ook kwetsbaar voor fouten. Deze laatste optie
is overigens alleen uitvoerbaar indien de verschillende
edge-mono-coding
waarbij een lijn (edge), die de begrenzing vormt van
twee aangrenzende vlakobjecten binnen hetzelfde the
ma, fysiek tweemaal wordt opgeslagen.
edge-multi-coding
waarbij een lijn (edge), die de begrenzing vormt van
twee aangrenzende vlakobjecten binnen hetzelfde the
ma, éénmaal wordt opgeslagen en verwijst naar beide
objecten.
face-mono-coding
waarbij ingeval van overlappende themaklassen elke
locatie wordt bedekt door twee faces, één uit elk van de
themaklassen. Ingeval van één themaklasse lopen de ver
wijzingen van de objecten naar de gemeenschappelijke
edge, zoals bij edge-multi-coding.
face-multi-coding
waarbij ingeval van overlappende themaklassen elke
locatie wordt bedekt door één face, die verwijst naar
objecten uit elk van de themaklassen.
363
GEODESIA
1997-9