A
a.
b.
c.
d.
a.
b.
w
c.
w
d.
w
V
V
G
G
i/i/
W
W
van een aantal punten, met aan het begin- en eindpunt
verwijzingen naar de twee direct naar links en rechts af
takkende chains. Anders dan bijvoorbeeld bij de single
valued vectormapwaar elke edge van een vlakobject aan de
oid is gerelateerd („wheel"-model), is in het chain-model
slechts één chain van een vlakobject direct aan de oid
gerelateerd (fig. 2a). De overige zijn indirect via de ge
noemde relaties met aftakkende chains verbonden, zoals te
zien is in fig. 2b. Ook eventuele enclaves binnen een vlak
object zijn op deze wijze aan de oid gerelateerd. Dubbel
opslaan van de geometrische elementen betekent dus hier
dat de betreffende coördinaten als zodanig dubbel worden
opgeslagen.
In het kadastrale hoofdbestand zijn de kadastrale kaart en
de GBKN opgeslagen. De GBKN kan daarbij eventueel in
een vlakgerichte of objectgerichte vorm zijn opgeslagen,
gebaseerd op het Terreinmodel Vastgoed (NEN 3610).
De belangrijkste themaklassen zijn als volgt in lagen ge
groepeerd:
a. kadastrale percelen: vlakobjecten, vlakdekkend;
b. GBKN-opdelingsobjecten: vlakobjecten, vlakdekkend;
c. gebouwen: vlakobjecten, niet vlakdekkend;
d. kunstwerken en overige GBKN-inrichtingsobjecten:
vlak- of lijnobjecten, niet vlakdekkend.
Fig. 3.
Mate van
samenvallen van
object-delen.
De mate waarin delen van objecten uit de respectievelijke
themalagen samenvallen, in de zin dat edges of chains van
het ene object precies samenvallen met die van het andere
object, is in het schema van fig. 3 weergegeven. Schatten-
derwijs zijn ze in te delen in drie klassen: V vaak, G
geregeld, W weinig.
Met betrekking tot de hoeveelheden mutaties is van kadas
trale percelen bekend dat jaarlijks 10% wordt gemuteerd.
Van de overige objectsoorten ontbreken exacte getallen,
maar op basis van GBKN-gegevens wordt aangenomen dat
jaarlijks ongeveer 7% wordt gemuteerd.
Bij bevraging van de gegevens valt het volgende op te mer
ken. Door het Kadaster zelf worden de bestanden bevraagd
ten behoeve van het publiek en in het kader van de bijhou
ding. Door het publiek gestelde vragen naar kadastrale in
formatie hebben meestal betrekking op een bepaald perceel
of op de percelen van een bepaalde
eigenaar. Kortom, ze zijn gericht op
individuele percelen. Het betreft de
themaklasse kadastrale percelen en
ook wel de themaklasse gebouwen.
Voor de bijhouding is de bevraging
eveneens gericht op individuele objec
ten en hun directe omgeving, waarbij
selectie veelal plaatsvindt via de geo
metrie in de vorm van zogenaamde
werkgebieden. Dat wil zeggen niet op
basis van de relaties met oid's [5].
Voorts worden bestanden met betrek
king tot de kadastrale kaart en de
GBKN aan een aantal afnemers gele
verd. Deze beheren dan veelal een
eigen informatiesysteem, waarvan de
kadastrale en/of GBKN-objecten deel
uitmaken of een themalaag vormen.
Soms worden deze lagen vooral ge
bruikt als ondergrond voor de eigen
informatie (vooral nutsbedrijven/lei
dingenbeheerders) [6]. De bevraging
van de ondergrond zal dan een afgelei
de zijn van die van de eigen objecten
(leidingen), waarbij selectie veelal
plaatsvindt op basis van de geometrie.
Soms ook worden (objecten van) deze
kadastrale lagen meer direct gebruikt
(gemeenten en waterschappen) [7].
De wijze waarop de relaties met de
thematiek en/of de eigen objecten ge
organiseerd zijn, is dan zeer divers,
waardoor er voor wat betreft de bevra
ging moeilijk algemene conclusies aan
te verbinden zijn.
Met betrekking tot uitwisseling zal het
duidelijk zijn dat objecten in bepaalde
combinaties (kadastrale kaart of
GBKN) via NEN1878 worden gele
verd aan derden. Voorts worden ook
objecten van derden via NEN 1878 in
gelezen, soms massaal (bij nieuwe be
standen), soms ook individueel (bij
mutaties). Het betreft dan of kadastra
le objecten en gebouwen, of GBKN-
objecten en gebouwen, maar geen mix.
Conclusies
Voor het kadastrale hoofdbestand zijn
aan het bovenstaande de volgende
conclusies te verbinden:
voor de genoemde vlakdekkende
thema's ligt edge-multi-coding voor
de hand: de minste opslagruimte, de
beste garantie op consistentie, en
bijhouding per themaklasse is moge
lijk;
366
1997-9
GEODESIA