H71 Uag: TH Een andere specifieke functionaliteit van PenMap is real time DTM-berekening. Het DTM en de hoogtelijnen presentatie worden in PenMap dynamisch bijgewerkt na elk nieuw gemeten punt. Er kunnen zes hoogtemodellen worden opgeslagen en onderling vergeleken. Hierdoor kan een real time monitoring tijdens de uitvoering van civiel technische werkzaamheden worden uitgevoerd. PenMap biedt de mogelijkheid om een digitale camera te koppelen. Dit kan worden gebruikt om allerlei toto's van objecten aan de kaart te koppelen. Een voorbeeld hiervan is een bodemsanering waarbij niet alleen een huis wordt inge meten, maar ook de muren worden gefotografeerd voor verzekeringsdoeleinden (scheuren). Een andere praktische toepassing is het fotograferen van de inhoud van schakel kasten door leidingenmonteurs. Bij het inmeten van objec ten voor waterschappen worden kunstwerken ingemeten en tevens gefotografeerd, waardoor men zich op kantoor een beeld kan vormen van bijvoorbeeld een stuw en haar omgeving. Foto's kunnen ook dienen ter vervanging van schetsen, bijvoorbeeld bij hoogtebouten en vaste punten. Gescande kaarten en digitale luchtfoto's kunnen in Pen- Map worden geladen als ondergrond voor de in te winnen gegevens. Erg handig is de mogelijkheid in PenMap om schetsen te maken. Je kunt een huis inmeten op de kaart, maar tevens kan een schets worden gekoppeld, zodat een en ander schetsmatig kan worden verduidelijkt. Door deze toepas sing kan het veldwerk in zijn geheel worden vervangen, omdat alle informatie op de pencomputer kan worden genoteerd. Zelfs bestaat de mogelijkheid om een hand tekening op het scherm te laten plaatsen en deze in een document op te nemen. Fig. 7. GIS-functies. Enkele toepassingen uit de praktijk Naast de wat meer voor de hand liggende toepassingen op gebied van landmeetkundige inwinning en bij houding en vastgoed-inventarisaties, zijn zeker ook de volgende voor beeldprojecten goede illustraties van praktische toepassingen. Bij het Waterschap Regge en Dinkel is het PenMap-systeent ingezet om alle kunstwerken te inventariseren. Voorheen gebruikten de opnemers de analoge Topografische Kaarten 1:10 000. Op de kaart werd aangege ven waar het kunstwerk zich ongeveer bevond, waarna op een lijst alle admi nistratieve gegevens werden ingevuld. Deze werden vervolgens in de auto overgetikt in een database, die was geïnstalleerd op een laptop. De teke ningen en database-gegevens werden naar binnen gebracht, waar vervolgens de klus begon om de administratieve gegevens in te lezen in een GIS-data- base en de punten op de kaart te digi taliseren. Hierna moesten de gegevens met een GIS worden gekoppeld, zodat er een koppeling ontstond tussen geo metrie en administratieve informatie. Met PenMap is een andere werkwijze toegepast. De opnemer gaat naar bui ten met een pencomputer, waarop de ToplOvector-bestanden zijn ingele zen. Hij voert in het veld de plaats van het kunstwerk in op de pencomputer, waarbij meteen de administratieve ge gevens worden gekoppeld via tabellen met keuzelijsten. Daarbij wordt door het systeem gecontroleerd op verplich te velden. Vervolgens verplaatst de op nemer zich naar het volgende kunst werk. De koppeling is buiten tot stand gebracht en de gegevens kunnen aan het eind van de week of het project worden ingelezen in de GIS-database. De inventarisatie heeft op een efficiën tere wijze plaatsgevonden. Niet alleen efficiënter, maar ook uniformer en met minder fouten, doordat de pen computer de ingevoerde gegevens di rect controleert op geldigheid. 374 \\^M ^-l| I 1997-9 GEODESIA DTM's Digitale foto's Schetsen Regge en Dinkel uil G: Symbool: aangrijp1r|Eit Grafisch (gj PenMap voor Windows ID GIS Diversen Opties Help Boom M: Geen v' Bestand Wijzig Methoden Zoom DTM Profiel Geen object Punt Lijn Polylijn Cirkelboog B oogtangent Cirkel door 2 nodes Cirkel door 3 nodes Cirkel met straal Rechthoek Rechthoek door 3 nodes Rechthoek door 2 nodes met breedte Kromme Tekst Symbool Vast punt Coderingssysteem Parallel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 24