Gezien de discussies in de Ravi over commercialisering van GI is met name categorie 3 van belang: gegevensbe standen van het bestuur. Van deze ge gevensbestanden trekt het kabinet de conclusie „dat veel van de informatie die met bestanden kan worden ge maakt en ook voor andere dan be stuurlijke doeleinden kan worden aan gewend, niet opvraagbaar is onder de WOB. Tegelijkertijd blijkt dat steeds meer bestuursorganen - los van hun publieke taak - laatstbedoelde infor matie aanmaken en verkopen. Ook langs contractuele weg kunnen parti culieren, het bedrijfsleven daaronder begrepen, dus toegang krijgen tot in formatie". Daarom stelt de nota: „Er moet een beleid worden ontwikkeld voor de toegang tot bestandsgegevens voor met name het bedrijfsleven, mede in verband met de toenemende exploitatie van elektronische gegevens bestanden door bestuursorganen". De overheid is inmiddels zelf verslaafd geraakt aan neven inkomsten uit het beheer van haar gegevens. De Topografi sche Dienst verkoopt fietskaarten in zeskleurendruk, het ministerie van Onderwijs verkoopt adressen van scholen en VROM heefi een bloeiende handel in geografische gegevens. (Bron: NRC Handelsblad, redactioneel commentaar getiteldOpen snelweg", 6augustus 1997.) Vervolgens schildert de nota dat steeds meer bestuursorganen overgaan tot het maken van informatieproducten voor andere dan bestuurlijke doelen. Als voorbeelden worden genoemd: fietskaarten van de TDN, adresgege vens van scholen van OCW, verkoop van geografische gegevens en neven taken die „wettelijk" door het Kadas ter, het CBS en het KNMI kunnen worden verricht. Deze nevenactivitei ten lijken in strijd met het oordeel van de commissie Cohen die „binnen een organisatie dat zowel publieke taken als marktactiviteiten verricht, geen af doende maatregelen kunnen worden getroffen om concurrentieverstoring te voorkomen. Marktactiviteiten moe ten daarom in beginsel worden afge scheiden en afgestoten". Dit levert bij gegevensbestanden echter een pro bleem op: om informatie toegankelijk te krijgen voor het bedrijfsleven, moet de overheid deze gegevens eerst ge schikt maken en de toegang tot die ge gevens organiseren. Dit zullen bestuursorganen uiteraard alleen doen als zij daar financieel belang bij hebben. De nota noemt dit „het dilemma van de publieke taak". De overheid moet zich op het terrein van informatieproducten beperken tot zijn publieke taak door particulieren toegang te geven tot de grondstoffen van informatie. Dit kan alleen wanneer bestuursorganen gegevens mogen aanmaken in een vorm die zij zelf niet nodig hebben en daarvoor een reële prijs kunnen vragen. Dat kunnen zij echter niet als zij zich strikt houden aan hun publieke taak. Het kabinet concludeert dat er een algemeen beleid moet worden omwikkeld voor de exploitatie van de bestanden van het bestuur. Hiertoe kondigt het kabinet een onder zoek aan naar de haalbaarheid van een regeling. Een even tuele regeling voor de verstrekking van gegevensbestanden van de overheid zouden de volgende elementen kunnen bevatten: uniforme voorwaarden voor het contracteerbaar stellen van overheidsinformatie; uitgeven van licenties voor het bewerken en exploiteren van bestandsgegevens door het bedrijfsleven; tegengaan van monopolievorming. Lastige principiële vragen die een rol spelen, worden ver oorzaakt door elektronische bestanden die nieuwe moge lijkheden bieden voor het selecteren van gegevens of door het koppelen van gegevens aan andere informatie. Hier door ontstaat (nieuwe) waardevolle informatie die niet altijd kan worden beschouwd als bestuursinformatie. Mag de overheid die informatie wel bewerken als het niet strikt noodzakelijk is voor de uitoefening van de bestuurlijke taak? Moet „de schat aan informatie" maar op de plank blijven liggen? Zo nee, mogen dan de kosten van de bewer king worden doorberekend. In hoeverre kunnen achter liggende kosten van het verzamelen van gegevens, van de opbouw en het beheer van de informatie-infrastructuur en dergelijke in de prijs van informatie worden doorberekend? Bespreking van de kabinetsnota door de Ravi De nota „Naar toegankelijkheid van overheidsinformatie" bevat een aantal aangrijpingspunten voor het Ravi-werk, gezien de uitkomsten van de discussie over commerciali sering die de Ravi tot op heden heeft gevoerd. Hierbij be perken we ons voornamelijk tot de toegankelijkheid van gegevensbestanden van de overheid. Evenals de discussie in de Ravi concludeerde, agendeert de BIZA-nota duidelijk de noodzaak van politieke sturing op een aantal punten: hoe dient de rolverdeling te zijn tussen overheid en bedrijfs leven wanneer het gaat om het toegankelijk maken van overheidsinformatie en, als die rolverdeling duidelijk ge definieerd is, hoe moet de toegankelijkheid van gegevens bestanden van de overheid worden gefinancierd en welke kosten mogen in een prijs van die gegevensbestanden wor den doorberekend? De nota beperkt zich tot het agenderen van de vragen en geeft nauwelijks aanzetten voor een uit werking. Het is jammer dat het kabinet in de nota niet ingaat op de discussies die er in de praktijk, bijvoorbeeld 379 GEODESIA 1997-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1997 | | pagina 29